Hoofdstuk 56. | Zon met een gezichtje

915 10 0
                                    


M I A

"Daar ben je eindelijk, jezus. We zijn al bijna te laat," zegt Alex klagend wanneer hij me ziet lopen. Vervolgens gooit hij zijn verkoolde sigaret de bosjes in, zonder ook maar een beetje aandacht te besteden aan het 'rookvrije school' bordje dat letterlijk twee meter verderop staat.

"Sorry, ik werd opgehouden," mompel ik. Door mijn eigen domme gedachten, maar dat stuk laat ik er maar buiten.

"Door wie? Vielen mensen je lastig?" vraagt Alex meteen. Ik grinnik door zijn felle reactie.

"Nee, rustig. Laat je hakbijl maar in de kast," zeg ik grappend. Hij schudt zijn hoofd.

"Als ik een moord zou plegen zou dat niet met een hakbijl zijn," zegt hij dan alsof het een doodnormale opmerking is. Daarna loop ik lachend naar mijn fiets om niet veel later weer naast hem te staan. "Waar was je fiets sleutel nou eigenlijk?"

"In mijn tas, voorste vakje," antwoord ik dom. Hij grinnikt.

"Dus je hebt me voor niets je laten ophalen?"

"Doe niet alsof je het erg vond, het was toch super gezellig gister. Met dat hele wegrennen van de eettafel gebeuren en zo." Plagend kijk ik hem aan.

"Soms ben je echt erg," zegt hij, maar ik zie ook wel dat hij erom kan lachen. "Nou, doordat jij weer zo laat bent, moet ik nu wel extra snel gaan rijden."

"Als je me maar levend laat," reageer ik waarna ik op mijn fiets stap.

"Altijd." Daarna start hij zijn scooter, leg ik mijn hand op zijn schouder en rijdt hij weg. Hij heeft duidelijk niet gelogen, want we rijden veel sneller dan normaal. Kennelijk wil hij zijn broertje echt niet laten wachten, wat ik wel kan snappen. Als mijn moeder vroeger te laat was met mij ophalen, vond ik het ook nooit leuk om te wachten. Al had ik toen wel mijn broer, die me meestal meetrok in zijn vriendengroepjes, waardoor ik nooit echt alleen was.

Terwijl we over het fietspad rijden en alle andere fietsers die door de tegenwind ploeteren ons kwaad aankijken, denk ik aan de woorden van Valerie in de pauze.

Ik ben absoluut niet bang voor Alex, niet eens een klein beetje. Ik weet honderd procent zeker dat hij me nooit echt pijn zou doen. Dat hij me had geduwd deed verder geen eens pijn. Wat er toen gebeurde met Samuel en zo, gaat nooit meer plaats vinden. Ik denk überhaupt niet dat ik hem ooit nog zo boos ga zien, zelfs toen hij er achter kwam dat zijn vader al die tijd een miljonair was, was hij niet zo kwaad.

Wat me wel heel erg dwars zit, is dat Valerie de relatie tussen mij en Alex zo haat, dat ze echt probeert het te saboteren door me dit soort dingen te vertellen. Het klonk echt alsof ze me een schuld gevoel probeerde aan te praten door al die dingen te zeggen over hem.

Ik zou net zo graag willen dat mijn vrienden en mijn vriend een band zouden opbouwen, maar ook ik weet dat dat er gewoon niet in zit. Zeker nu niet. En dan kan ze wel zeggen dat ik beter een makkelijkere relatie kan gaan zoeken, maar zo makkelijk is het niet. Ik zit niet te wachten op een andere relatie, ik kom altijd weer bij Alex uit. En eerlijk gezegd heb ik daar vrede mee. Wat ik voor Alex voel, heb ik nog nooit gevoeld voor iemand. Ik kan het niet eens uitleggen met woorden, hij is gewoon zo speciaal voor me. Zoiets ga ik zo snel niet weer vinden.

Het duurt niet lang voor de bij de basisschool van Cedro aankomen en Alex zijn scooter voor het hek parkeert, ik mijn fiets ernaast. Op diezelfde plek staan veel ouders te wachten op hun kinderen en heel even herinner me weer toen ik naar de basisschool ging.

"Hoe lang is het nog?" vraag ik aan Alex, die op zijn telefoon kijkt voor de tijd.

"Twee minuten max," antwoord hij. Ik knik.

Straatrat | ✔Where stories live. Discover now