Hoofdstuk 33. | "Ik ook."

1K 11 2
                                    


M I A

"Doe het nou maar, zo wordt het er ook niet beter op," zegt Quinten. Ik zucht en klop dan op de deur van de werkkamer waar mijn vader zit.

"Ja?" hoor ik zijn stem zeggen. Quinten knikt naar me en dan open ik de deur. Mijn vader zit op  zijn bureaustoel te werken achter zijn laptop. Hij werkt niet heel veel thuis, het meeste doet hij op zijn kantoor, maar thuis ook wel eens als hij een zaak heeft die hij leuk vindt.

"Papa? Kunnen we praten?" vraag ik. Ik krijg het er met moeite uit, maar het lukt me wel. Mijn vader draait zich naar me om en knikt daarna. Hij wijst naar een andere stoel en ik ga zitten.

"Nou, vertel. Ik luister," zegt hij. Hij drukt de tabblad op zijn laptop weg en draait zich daarna weer om.

"Ik wilde uitleggen waarom ik zo laat thuis was drie dagen geleden," antwoord ik.

"Dat hoopte ik al, vertel maar," zegt hij. Hij klinkt niet heel gespannen of kwaad, misschien is dit precies het perfecte moment om het hem te vertellen.

"Ik uhm," stamel ik. "Er is dus een jongen."

"Je bent aan het daten?" vraagt mijn vader direct, terwijl hij me met samen geknepen ogen aankijkt.

Dit is het deel van het verhaal waar ik heb besloten het een beetje aan te passen, ook al hebben Alex en ik nu wel echt een relatie, het voelt niet per se anders dan voor we dat hadden. Hij reageert nog steeds amper op m'n berichtjes en heeft op een 'Ja' na op mijn vraag van twee dagen geleden, niks meer gezegd. En dat terwijl we gezoend hebben. Het vervelende gevoel dat dat hem niet uitmaakte, is al een tijdje aanwezig, maar ik probeer het te negeren. Ik weet dat het voor hem wel wat betekent, dat moet wel.

"Ik weet niet of je het daten kan noemen, we hebben het gezellig en willen er nog niet echt een label aan vast plakken," antwoord ik daarom. Mijn vader knikt.

"Moderne fratsen, in mijn tijd was dat wel anders," zegt hij. Ik weet niet precies of dat grappig bedoeld is, bij mijn vader is dat soms wel moeilijk te zeggen. "Maar Mia, je weet dat je moeder en ik je te jong vinden voor relaties en jongens. Je bent pas zestien, je kan nog niet goed inschatten welke jongen goed voor je is en welke niet."

"Dat is niet eerlijk, Quin is met Nina en dat vonden jullie helemaal prima," ga ik meteen in protest. Ik had dit antwoord wel kunnen verwachten, maar ik hoopte van niet.

"Dat weet ik, maar Quinten is een jongen. Hij kan zichzelf beter beschermen," antwoord mijn vader. "Het spijt me Mia, maar ik kan het niet goedkeuren."

"Dat meen je niet!" val ik opeens uit. "Dit doen jullie dus altijd! Wanneer Quinten iets wil, mag het altijd, maar wanneer ik precies hetzelfde wil, mag het niet! Dat is verdomme al zo sinds we klein zijn. Ik snap het gewoon niet, wat heb ik ooit gedaan dat jullie meer van hem houden dan van mij!? Ik heb altijd zo erg mijn best gedaan om jullie ook trots te maken, maar het lukt gewoon niet! Sorry dat ik geen super talent  heb in voetbal of in iets anders, maar ik ben ook nog steeds jullie kind! Vertel me, papa, wat heb ik verkeerd gedaan?!"

Mijn vader kijkt me geschrokken aan. Ik veeg een traan van mijn wang, maar die is al snel weer terug.

"Lieverd, hoe kom je daarbij? We houden helemaal niet meer van Quinten," zegt hij. Hij loopt naar me toe en geeft me een knuffel. Ik schrik me een ongeluk, ik denk niet dat ik mijn vader sinds ik zes ben, een knuffel heb gegeven. Laat staan dat hij mij er een gaf. Een paar minuten blijven we zo staan en daarna laat hij me los. "Je bent mijn dochter, Mia. Dat is een hele andere band dan met een zoon. Ik moet je gewoon meer beschermen, zeker voor dat tuig als jongens. Dat doe ik niet omdat ik minder van je hou, maar omdat je mijn enigste dochter bent. Het spijt me als we je het gevoel hebben gegeven dat we minder van jou houden, want dat is absoluut niet het geval."

Straatrat | ✔Место, где живут истории. Откройте их для себя