Hoofdstuk 54. | Tomatenhoofd

877 14 4
                                    


M I A

Als ik de deur van Alex' kamer open, zie ik hem nergens, ook niet wanneer ik de ladder op klim en op de soort van tweede verdieping kom, waar zijn bed staat. Helemaal opgemaakt en dus totaal niet zoals ook maar een persoon van onze leeftijd zou doen.

Dan heb ik het door, als ik de deur van een balkon zie. Ik zucht en loop er naar toe, open de deur en voel direct de koude lucht die buiten is. Het mag dan wel februari zijn, het is nog steeds verschrikkelijk koud buiten.

"Wat doe je hier?" hoor ik een geïrriteerde stem vragen. Ik zie Alex zitten op een bankje gemaakt van houten pallets, met een wit zit kussen erop. Er komt een wolk rook uit zijn mond, eerst denk ik door de kou, maar ik zie al snel de sigaret die hij tussen zijn vingers heeft.

"Ik zocht jou," zeg ik zuchtend. Ik ga naast hem zitten en hij negeert me verder. "De sterren zijn mooi vandaag."

"Je bent hier gekomen om over de sterren te praten?" vraagt hij verbaasd. Ik knik.

"Ja, moet je zien. Het is echt heel helder vandaag," zeg ik glimlachend.

"Dus geen preken over dat ik niet weg had moeten lopen? Of dat ik dom bezig ben?" Wantrouwend kijkt hij me aan.

"Nee, ik snap het wel. Het moet echt heel raar voor je zijn dat je nu opeens een vader hebt en ik ga je niet vertellen hoe je daarmee moet omgaan, dat is iets tussen jou en je vader. Ik wil er gewoon voor je zijn als je me nodig hebt," zeg ik. Hij glimlacht en knikt dankbaar. "Wat vind je nou van de sterren?"

"Ze zijn mooi, daar heb je gelijk in," zegt hij. Hij gooit het restje van zijn sigaret over de balkon rand en wil me daarna tegen zich aan drukken, maar ik houd hem tegen en trek een vies gezicht.

"Je stinkt naar rook," mompel ik.

"Jezus, sorry zeikerd. Ik doe wel wat anders aan zo," zegt hij grinnikend. "En nee ik ga niet kappen met roken, vergeet het maar."

"Dat wilde ik niet zeggen, als jij vrijwillig je longen wil vermoorden door elke keer voor tien euro of zo een pakje sigaretten te kopen en dan te sterven op je vijftigste aan een longziekte, moet je dat vooral doen. Niet mijn keuze," zeg ik sarcastisch.

"Jij overdrijft teveel," zegt hij.

"Jij rookt teveel."

"Jij zeikt teveel."

Ik wil weer wat reageren, maar hij drukt zijn wijsvinger tegen mijn lippen waardoor dat niet kan, dus daarom open ik mijn mond om in zijn vinger te bijten. "Au, fucking kannibaal." Hij haalt zijn vinger snel weg waardoor ik weer normaal kan praten

"Jij begon."

"Ik probeer jou niet op te vreten anders."

"Ik jou ook niet."

"Je beet me."

"Jij kwam in mijn aura."

"Dat heb je anders nog nooit erg gevonden." Hij kijkt me grijnzend aan, wetende dat hij gelijk heeft. Snel draai ik mijn hoofd weg. "Daar heb je het niet van terug, of wel?"

"Stil." Ik probeer boos te kijken, maar door Alex' gezicht vergeet ik dat helemaal en lach met hem mee.

"Kom, we gaan naar binnen." Hij staat op en wacht op mij.

"Waarom? Het is leuk hier."

"En te koud."

"Dat was het ook toen je hier ging zitten."

"Ja, maar toen was jij er niet. Ik wil niet dat je ziek wordt, zeikerd. Kom nou gewoon mee," zegt hij.

"Ik wist het wel, ik wilde het je gewoon even horen zeggen," zeg ik terwijl ik Alex een domme glimlach schenk. Ik sta op en loop achter hem aan naar binnen.

Straatrat | ✔Where stories live. Discover now