Hoofdstuk 107

3.1K 133 35
                                    

Giorgina POV:

'Hmm.' Kreun ik als mijn moeder me wakker maakt. 'Pijn.' Zeg ik dan. 'Pijn? Hoofdpijn?' 'Overal.' Zucht ik. Mijn moeder legt haar hand op mijn voorhoofd. 'Je hebt nog steeds koorts, als het vanavond niet weg is gaan we naar de dokter.' Ik mompel iets en duw mezelf omhoog. Een vlaag van misselijkheid komt omhoog en ik ren naar de badkamer. Voor de wc zak ik in elkaar en ik geef over in de wc pot. Ik hoest pijnlijk. 'Och meisje.' Mijn moeder houdt mijn haren vast en streelt mijn rug. 'Klaar?' Ze helpt me omhoog. Ik ga weer in mijn bed liggen en neem een paar slokken water. Ik bind mijn haar in een paardenstaart. Als ze bel gaat schrik ik enorm, dat zal Samuel zijn. 'Ik ga wel.' 'Mam, dat is Samuel. Stuur hem naar boven.' Ze kijkt me niet begrijpend aan. 'Oke.'

Mijn slaapkamer deur gaat open, mijn gezicht draai ik moeizaam opzij. 'Hey.' Zegt Samuel zacht, hij fluistert bijna. 'Hey.' Piep ik. Hij ziet er bijna net zo slecht uit als ik. Hij heeft een trainingsbroek en een blauw shirt aan, de wallen onder zijn ogen zijn groot en donker en hij ziet er uitgeput uit. Langzaam gaat hij mijn kamer in, en hij gaat op de rand van mijn bed zitten. 'Hey liefje. Ben je zo ziek?' Ik knik en begin spontaan te huilen. 'Hey, kom.' Voorzichtig houdt hij me vast, geruststellend wiegt hij me heen en weer. 'Ik mis je zo Sam.' Huil ik. 'Ik mis jou nog veel meer, ik hou zoveel van jou engel. Het spijt me zo ontzettend erg.' Zijn stem trilt.

Ik haal mijn neus op, maak me los uit zijn greep en kijk hem aan. 'Ga maar lekker liggen.' Hij duwt me voorzichtig terug in mijn kussen en trekt ze dekens op. Ik glimlach even. Hij streelt over mijn wangen en blijft me aankijken. 'Wil, wil je me alsjeblieft nog een kans geven? Het zal nooit meer gebeuren en ik heb er alles voor over, maar we hadden het zo goed samen.' Ik bijt op mijn lip. Natuurlijk wil ik hem nog een kans geven.

'Ja, tuurlijk. Je moet me beloven dat je trouw aan me blijft.' Zijn doffe ogen lichten meteen op als de zon die achter de wolken weg komen. 'Beloofd lieverd.' Hij drukt een kus op mijn voorhoofd. 'Ik ben zo blij met je, ik kan het niet eens in woorden omschrijven. Ik heb je zo gemist.' Fluistert hij. Ik knijp even in zijn hand. 'Kom je even bij me liggen?' Piep ik. Hij glimlacht. 'Tuurlijk.' Op dat moment komt mijn moeder mijn slaapkamer in met 2 bekers thee. 'Hey jongens, ik heb thee. Je moet wel goed drinken Giorgina.' Ze zet het op mijn nachtkastje en geeft me nog wat paracetamol. 'Samuel, wil je even op Giorgina passen? Frederik en ik moeten even weg. We zijn over een uur terug.' 'Tuurlijk.' Hij glimlacht naar mijn moeder. 'Je kan me altijd bellen schatje.' Ik knik en dan verlaat ze mijn slaapkamer. Samuel zet een raampje open. 'Je hebt frisse lucht nodig.' Vervolgens trekt hij zijn trainingsbroek uit en gaat hij naast me in bed zitten. 'Je voelt je weer helemaal thuis.' Lach ik. Meteen trek ik een pijnlijk gezicht. Hij geeft me mijn kop thee en met tegenzin neem ik een paar slokken. 'Ik ben misselijk.' Zucht ik. 'Zal ik een emmer voor je pakken?' Ik knik. Het moment dat Samuel de emmer op de grond zet buig ik voorover en geef ik weer over. Ik spoel de vieze smaak weg en ga weer liggen. Samuel ruimt het op en gaat weer naast me liggen. Ik leg mijn hoofd in zijn schoot, en hij kriebelt me over mijn buik. Langzaam val ik in een lichte slaap.

Een uur later word ik weer wakker. Samuel ligt nog steeds naast me, hij kijkt tv. Als hij merkt dat ik wakker word kijkt hij op. 'Hey baby.' Ik kreun alleen. Ik voel me steeds zieker en zieker worden. 'Je bent echt ziek hé.' Ik knik. Hij kijkt bedenkelijk. 'Mag ik water?' Hij geeft het glas water en ik neem een paar slokken. Er kriebelt iets onder mijn neus en als ik mijn hand er langs haal zit er bloed op. 'Wil je een zakdoek pakken? Ik heb een bloedneus.' Samuel knikt. 'Ik ga je moeder bellen, je moet naar de dokter.' Ik rol met mijn ogen.

'Ze is er binnen 10 minuten. Wil je douchen ofzo?' 'Jawel.' Mompel ik. Als ik op mijn benen ga staan beginnen ze te trillen en ik grijp me vast aan het bed. 'Kom maar.' Samuel tilt me op en brengt me naar de badkamer. Ik ga op de wc bril zitten en kleed me moeizaam uit. 'Mooierd.' Fluistert Samuel. We glimlachen naar elkaar. Ik ga in de douchecabine zitten, trek mijn benen op en sla mijn armen er omheen. Samuel zet de kraan met warm water aan. Na een tijdje zet hij hem weer uit en helpt hij me met afdrogen. Hij pakt ondergoed uit mijn kast en ik trek het aan. Hij tilt me weer op en zet me op mijn bed. 'Ik ben zo moe Sam.' Zucht ik. 'I know baby, je gaat zo naar de dokter. Wil je dat trainingspak aan?' Hij wijst op het pak dat op de grond ligt. Ik knik afwezig, pak het aan en kleed me aan. Uitgeput ga ik weer liggen. 'Kom, je moeder is er.' Samuel trekt zijn broek aan en tilt me weer op. Behendig tilt hij me de trap af. Mijn ouders staan in de hal te wachten. Bezorgd kijkt mijn moeder naar me, dan naar mijn vader. 'Ik ga mee.' Zegt Samuel vast beraden. Mijn ouders knikken. 'We gaan.' Mijn ouders lopen voor Samuel uit, die me de auto in tilt. Hij gaat naast me zitten en ik hang meteen tegen hem aan, mijn lichaam voelt nog slapper dan een grassprietje.

'Giorgina Eijndhoven?' De dokter staat in de opening van de deur. Ik knik afwezig. Dit keer word ik door mijn vader opgetild. 'Ze is doodziek. Ze kan niet meer op haar benen staan. Ze heeft hoge koorts, ze geeft over en ze is dood moe.' Legt mijn moeder uit. 'Giorgina?' 'Hmm?' Ik kan me moeilijk concentreren. 'Ze heeft een bloedneus gehad.' Zegt Samuel dan. De dokter schrijft een paar dingen op, dan meet hij mijn temperatuur op. '40,1. Ze moet naar het ziekenhuis. Ik bel een van mijn collega's daar die bloed gaat afnemen.' Paniekerig kijk ik naar mijn ouders. Mijn vader wisselt nog een paar woorden met de dokter en dan gaan we in de auto naar het ziekenhuis. In de auto moet ik weer overgeven, en ik begin te huilen. 'Ssssst lieverd.' Fluistert Samuel. 'Het geeft niet.' Weer tilt mijn vader me uit de auto en met een snelle looppas gaan we het ziekenhuis in. Al snel ben ik aan de beurt en ik word op een bank gelegd. 'Ik ga even wat bloed bij je afnemen.' Ik sluit mijn ogen.

'Het is klaar hoor. Excuseert u mij.' De dokter verlaat het kamertje. 'Ik ben zo moe.' Zucht ik weer. 'Ga maar slapen lieverd.' Zegt mijn moeder. Ik sluit mijn ogen, maar slapen kan ik niet. Na een tijdje komt de dokter terug. 'We, ik heb niet zo'n goed nieuws. We gaan je opnemen hier in het ziekenhuis tot dat je koorts gedaald is en we gaan een verder onderzoek doen.' 'Verder onderzoek?' Mijn vader kijkt de dokter niet begrijpend aan.

'Meneer, mevrouw.. We hebben tekenen van leukemie in het bloed van Giorgina gevonden. Het spijt me.'

She's unforgettableDonde viven las historias. Descúbrelo ahora