Hoofdstuk 138

1.9K 87 18
                                    

Giorgina POV:

Het gehuil van Noor is hartverscheurend. Ik laat me op de stoel zakken en laat in stilte tranen over mijn wangen rollen. 'Noor, stil nou.' Probeert Amber maar het helpt niet. Ze schreeuwt het bijna uit van verdriet. Ik sta op en ren de kamer uit. Aan het einde van de hal ga ik op de grond zitten. Wat een leuk weekend zou moeten zijn is uitgelopen tot één grote ellende..

Ik pak mijn telefoon en bel Samuel op. 'Neem op.' Fluister ik tegen mezelf. 'Met Samuel.' 'Sam, met mij.' Snik ik. 'Schatje? Waarom huil je?' 'Ik weet het niet. Ik kan hier niet tegen.' 'Waar ben je?' 'Ja, in het hotel waar Noor zit, met Amber. Noor weet het verhaal, ze is zo verdrietig.' 'Hé lieverd toch, even rustig worden.' Reageert hij kalm. Ik haal een paar keer diep adem. 'Goed. En nu?' 'Geen idee. Ik zit op de gang. Ik kon het niet aanhoren. Hebben jullie Dioni al gevonden?' 'Nee, maar Cassius was zo slim om zijn locatie op te zoeken en hij is thuis in Bloemendaal. Dus ik pak mijn, en zijn spullen in en dan ga ik ook die kant op. Ik zorg er voor dat ik de sleutel van Noor haar huisje van hem overneem dus ze kan gewoon naar huis gaan.' 'Oh, dat is wel fijn. Dan ga ik maar weer naar haar toe.' 'Oké lieverd, zodra je thuis bent kom ik naar je toe. Het komt goed, love you.' 'Tot later, love you.' Met een waterige glimlach hang ik op. Ik hijs mezelf omhoog en ga terug naar de kamer. Noor ligt op haar buik, met haar handen onder haar gezicht gevouwen en kijkt uit het raam terwijl Amber over haar haren streelt. Ik ga op de rand van het bed zitten en pak Noor haar hand. Ze glimlacht even. 'We kunnen naar huis gaan, Dioni is in Bloemendaal en Samuel pakt zijn sleutel van jouw huisje af zodat hij niet meer zomaar binnen kan komen.'

'Oh, oké. Dankje.' Haar stem is zacht. Dan duwt ze zichzelf omhoog en kijkt ons hopeloos aan. 'Hoe ga ik dit in vredesnaam aanpakken? Wat moet ik doen? Is het nu automatisch uit of moet ik hem nog woedend opbellen? Ik ben hier niet goed in.' Ik weet niet wat ik moet zeggen dus sla mijn armen maar om haar heen. Ze begint weer te huilen. 'Stil maar, we gaan naar huis.' 'Ik bel een taxi.' Amber staat op en toetst het nummer van de taxi centrale in.

'Heb je hier nog spullen liggen?' 'Nee. Ik had niks mee genomen, ik ben zo weg gerend. Ik voelde me zo ellendig, ik ben eerst ergens op een bankje gaan zitten waar ik vervolgens mega erg moest overgeven.' 'Schatje toch.' Zucht ik. 'En toen ben ik hier heen gegaan.' Ik ga met mijn handen door haar haren en knoop het in een vlecht. 'We lossen het wel op.' Glimlach ik. 'Dankje. Het spijt me echt heel erg.' Fluistert ze zacht. Ik wuif het weg. 'Daar hebben we het gewoon niet meer over. Oké?' Ze knikt. 'Kom, de taxi wacht op ons.'

Als ook Noor haar fiets in de taxi is gepropt stap ik voorin naast de chauffeur. De gehele rit kijk ik uit het raam. Als we bij Noor haar huis zijn betaal ik de chauffeur en gaan we met zijn drieën naar binnen. 'Jezus, wat een tering zooi.' Zucht ze als ze rond kijkt. 'Jij gaat lekker in bad of onder de douche staan en dan ruimen wij dit op.' Zeg ik. Ik loop met Noor mee naar boven die in de badkamer verdwijnt. 'Doe jij beneden? Ik begin boven!' Roep ik naar Amber. Door het trap gat zie ik dat ze haar duim opsteekt. Eerst ruim ik de rommel kamer op. Vervolgens haal ik van alle bedden het beddengoed en prop ik het in de wasmachine. Ik zet de ramen open en doe schone lakens om de dekens heen. Verloren kleding ruim ik op en als laatst begin ik met stofzuigen.

Ik stop mijn make-up nog in mijn tas en zet hem dan op de grond. Alles is netjes, schoon en opgeruimd. Ik pak mijn tas en loop naar beneden. Ook de woonkamer en de keuken zien er weer spik en span uit. 'Goed gedaan.' Zeg ik als ik op de bank plof. Een paar seconden later komt Noor in een trainingspak beneden. 'Het is super netjes! Dank jullie wel, jullie zijn echt geweldige vriendinnen.' 'Graag gedaan. Ik ga zo naar huis en ik neem aan dat Amber dat ook doet.' Amber knikt. 'Maar we snappen het als je niet alleen thuis wil zitten dus je mag ook met een van ons mee naar huis.' 'Ik wil Dioni niet tegen het lijf lopen.' Zegt Noor aarzelend. 'Dat snap ik, je kan met Amber mee!' 'Graag, dan pak ik even een tas in.' 'Dan ga ik vast, mijn trein gaat zo.' Ik loop op Noor af en sla mijn armen stevig om haar heen. 'Bedankt.' 'Graag gedaan. We zien elkaar snel en we WhatsAppen gewoon. Het komt goed.' Ik druk een kus op haar wang, laat haar los en pak mijn tas van tafel. Ik geef Amber snel een knuffel, zwaai nog even en ga dan naar buiten. Ik doe mijn oordopjes in en loop dan richting het station. Ik stuur een sms'je naar mijn vader.

'3 uur op het station. Kan je me ophalen? Gina.'

Gelukkig is het rustig in de trein en ik plof naast het raam neer. Ik gaap uitgebreid, ik ben kapot. Slaperig kijk ik naar buiten. Ik word uit mijn gedachtes gehaald door de stem die door de intercom spreekt. 'Wassenaar centrum.' Ik pak mijn tas en verlaat de trein. Verderop zie ik mijn vader zijn witte auto al staan en ik haast me er naar toe. Ik zet mijn tas op de achterbank en ga dan naast hem zitten. 'Hey lieverd.' Hij geeft me een kus en begint te rijden. 'Hé pap.'

'Lauren heeft ons alles verteld.' Zegt hij dan. 'Serieus?' Ik kijk verbaasd. 'Ja, ze was mega overstuur. Als het goed is slaapt ze nu net even.' Ik zucht diep. 'Wat een ramp.'

Mijn vader draait de oprit op en zet de auto dan stil. Ik klim uit de auto, pak mijn tas en ga naar binnen. Ik zie mijn moeder met Ella op de bank zitten. 'Mam!' 'Hee liefje.' Ik plof naast haar neer en zet de tv aan. 'Wat een ellendige dag, ik wil er niet eens over praten.' Zucht ik. Mijn moeder kriebelt door mijn haar. 'Het is goed.' Met slaperige ogen staar ik naar het journaal.

'Er wordt sinds 3 dagen een Nederlands meisje vermist, ze is hoogstwaarschijnlijk ontvoerd toen ze met haar ouders, zusje en vriend in een ziekenhuis in Soedan was. Het meisje reist de wereld rond met haar ouders en ze waren in Soedan om medicijnen te brengen.' Ik schiet recht overeind als ik een foto van een blond meisje zie.

'D-dat is de vriendin van Kaj! Dat is Ilayda!'

She's unforgettableWhere stories live. Discover now