Hoofdstuk 119

2.7K 107 12
                                    

Amber POV:

'Zou je deze aangifte nou even willen afhandelen?' 'Natuurlijk meneer.' Ik neem de map aan en ga achter mijn bureau zitten. Meteen buig ik me over de papieren heen en begin te lezen. 'Je doet het heel goed, hoe vond je het verhoor van vanmiddag?' Ik kijk op naar mijn baas, meneer Kampen. 'Oh, bedankt meneer. Ja, apart, denk ik. Maar wel erg leerzaam. Er zijn veel dingen waar ik iets aan heb.' Hij knikt. 'Ik zie echt dat je precies in dit vak past, je hebt veel potentie.' Ik glimlach. 'Nou dankuwel, ik heb het ook enorm naar mijn zin.' 'Als je klaar bent met dit klusje mag je naar huis gaan. Dan die ik je vrijdag weer!' 'Tot vrijdag!' Kampen verlaat het kantoor. Ik ga verder met de aangifte.

Een halfuur later ben ik zo goed als klaar en ruim ik alles netjes op. Ik trek mijn jas aan, stop mijn spullen in mijn tas, doe de lichten uit en verlaat het kantoor, en zo ook het politiebureau. Ik gris een appel uit mijn tas en loop richting het busstation. Ik ben net op tijd, om precies 6 uur staat de bus voor mijn neus. Ik stap in en neem plaats bij het raam. Terwijl de bus over de weg rijdt kijk ik naar buiten en denk ik aan Remco. Toen ik de volgende dag nadat ik bij Noor was geweest thuis kwam, was hij weg. Hij had zijn spullen meegenomen en is naar huis gegaan. Sinds toen heb ik hem niet meer gezien en ook niet gesproken. Ik twijfel of ik hem moet bellen, ik mis hem enorm maar ik vind dat hij mij zou moeten bellen, hij heeft mij gekwetst. Ik word uit mijn gedachtes gehaald door de bus die stilstaat. Ik stap uit en loop het laatste stukje naar huis. Ik laat mezelf binnen en ga naar boven. In mijn hal trek ik mijn schoenen uit, hang ik mijn jas op en slenter ik de woonkamer in. 'Home sweet home.' Zucht ik als ik op de bank neerplof. Ik sluit even mijn ogen maar word al snel verstoord door mijn telefoon die rinkelt. Zuchtend sta ik op en pak ik mijn telefoon uit mijn tas. Het is Giorgina. Glimlachend neem ik op. 'Hi knapperd!' Zeg ik terwijl ik naar de badkamer ga en het bad vol laat lopen. 'Amber! Hoe is het?' Onhandig trek ik mijn werk kleding uit. 'Ja het gaat wel goed met me. Ik heb er net weer een stage dag van 9 tot 6 opzitten dus ik ga nu net even in bad. Hoe is het met jou meisje?' Ik laat mezelf in het warme water zakken. 'Ja ik ben gister terug gekomen uit het ziekenhuis, en ik ben vandaag naar school geweest en heb weer les gegeven in dansen. Het was echt super leuk, we gaan meedoen aan het EK in London.' 'Topper van mij!' Lach ik trots. 'Hoe was het in het ziekenhuis?' 'De chemo was kut, zoals elke keer. Maar de dokter zegt dat de vooruitzichten positief zijn. Echt zo fijn!' 'Dat meen je niet? Wat heerlijk, dat zorgt in ieder geval voor iets meer rust in je koppie.' Ik hoor Giorgina lachen. 'Helemaal waar. Maareh, ik belde even over mijn broer.' 'Thought so.' Mompel ik. 'Wat is er gebeurd?'

'Nou. Vrijdag zaten Remco en ik op de bank en Beaudine was immers bij ons. En ik zit al een tijdje met de gedachten over een eigen kind, dus ik dacht ik ga dat nu aan Remco vertellen. Dus ik vertelde aan Remco dat ik een kindje zou willen met hem en hij werd echt zo boos. Hij sloeg met deuren en ging op mijn kamer zitten en toen zei hij dat als ik een kind wou ik maar bij Daan had moeten blijven! Dat was de druppel, ik heb mijn tas gepakt en ben naar Noor gefietst. Hij heeft me nog wel een aantal keer gebeld en geappt maar ik heb niet gereageerd en toen ik zaterdag thuis kwam was hij weg.' 'Jemig. Daar vertel je me wat. Maar je hebt inderdaad gelijk, want toen ik uit het ziekenhuis kwam was hij thuis. Hij zag er niet zo vrolijk uit, maar ik heb het er helemaal niet met hem over gehad.' 'Ik snap gewoon niet waarom hij zo boos op me werd.' Zucht ik dramatisch. 'Ik, naja ik weet het eigenlijk ook niet zo goed, dat zou je hem moeten vragen. Heb je hem nog gesproken afgelopen dagen?' 'Nope. Hij heeft niet meer gebeld of iets, en ik ook niet. Hij moet mij bellen!' 'Of jij belt hem en pakt hem flink aan. Je bent een sterke meid die voor zichzelf opkomt.' 'Hmm, je hebt een punt.' 'Of course, het is mijn broer.' Grinnikt Giorgina. 'Ik ga kijken wat hij aan het doen is.' Ik grijns. Ik hoor gestommel, en dan Giorgina die Remco zijn naam roept. Na wat gemompel wordt het weer stil en hoor ik hoe ze de trap op loopt. 'Hij was een boek aan het lezen voor school, chagrijnig dat hij is!' Moppert ze. 'Jullie moeten het goedmaken, kom anders hierheen?' Ik bijt twijfelend op mijn lip. Ik houd het niet nog een langere tijd vol zonder hem, en ik hoef morgen niet naar school. 'Hmm, oké.' 'Yes!' 'Ho ho rustig jij! Ik kom voor je broer.' Zeg ik plagend. Giorgina lacht. 'Dan ga ik nu heel snel uit bad, kleed ik me om, en kom ik die kant op.' 'Tot straks.' 'Tot straks mopje!' Ik hang op en leg mijn telefoon weg. Vliegensvlug was ik mijn haar en dan ga ik uit bed. Ik besluit enkel een trainingsbroek met een simpel shirt over mijn ondergoed aan te trekken. Snel prop ik wat spullen in mijn tas en trek ik mijn adidasjes aan. Ik hijs mezelf in mijn leren jackje, pak een maaltijdsalade en een flesje sap uit de koelkast die ik ook in mijn tas stop. Snel check ik of ik alles heb, stop mijn oordopjes in mijn oor, zet de muziek aan en doe de lichten uit. De deur draai ik op slot en ik sprint het huis uit. Ik loop door Amsterdam naar centraal station.

Als ik eindelijk in de trein zit pak ik de maaltijdsalade uit mijn tas en begin ik te eten, ik heb honger als een beer. Ik eet mijn salade op, drink het sapje op en staar wat uit het raam. Al snel ben ik in Bloemendaal en ik spring de trein uit. Het begint al te schemeren en als ik op mijn horloge kijk is het al half 10. Ik sms Giorgina.

'Sta op het station. Kun je me oppikken? Liefs, A'

Ik doe mijn haar in een staart en zwaai mijn tas over mijn schouder.

'Geef me een paar minuten.'

Ik glimlach naar mijn telefoon en ga op een bankje zitten om op Giorgina te wachten.

Als ik de felle lampen van haar scooter dichterbij zie komen sta ik op en stop ik mijn oordopjes en telefoon in mijn tas. Ze remt vlak voor me. 'Amber!' Lacht ze. 'Kom maar zitten.' 'Hey liefie!' Ik ga achterop zitten en houdt het zadel vast. In een rotgang rijdt Giorgina ons naar hun huis. Ze parkeert de scooter in de garage en gaat via de bijkeuken het huis in, met mij achter haar aan. Ik voel de nodige zenuwen in mijn buik. Hij heeft geen idee. 'Hij zit in z'n slaapkamer. Wil je nog even wat drinken?' Vraagt Giorgina als ik mijn tas op de grond zet. 'Glaasje water graag.' Ze knikt en schuift een glas water mijn kant op, ik drink hem in een keer leeg. 'Geef je jas en schoenen maar.' Ik trek mijn jackje en schoenen uit, en Giorgina verdwijnt in de hal. Ik vis mijn telefoon uit mijn tas en stuur Noor een berichtje.

'Ben nu bij Remco thuis, Remco weet het zelf alleen nog niet! Spannend, hoop dat alles goed komt. A'

'Nou, waar wacht je op?' Vraagt Giorgina als ze terug is. Ik forceer een glimlach en laat mijn telefoon in de broekzak van mijn joggingsbroek glijden. Snel kijk ik in de spiegel. 'Jezus, ik zie er ook echt niét uit.' 'Jij ziet er altijd goed uit, nou kom op.' Mompelt Giorgina lachend en ze duwt me richting de hal. 'Succes! Ik ben in de woonkamer.' 'Thanks.' Lach ik en dan doe ik de deur van de keuken achter me dicht. Ik haal eens diep adem als ik voor de deur van Remco zijn kamer staan. Op de deur staat nog steeds in zwarte letters 'Remco & Menno'. Ik glimlach verdrietig en klop dan op de deur.

'Ja?' Remco zijn stem is schor. 'Uh, eh, ik ben het.' Stotter ik. De deur vliegt met een zwaai open. Remco staat in de deur opening, zijn haar hangt warrig om zijn hoofd, zijn ogen zijn rood en dof en hij heeft alleen een rode trainingsbroek aan. 'Amber.' 'Remco.' Zeg ik zacht en ik sla mijn ogen neer. 'Wat.. Kom maar. Wat doe je hier?' Vraagt hij en hij houdt de deur voor me open. Ongemakkelijk ga ik zijn slaapkamer in. Het dekbed van Menno zijn bed is rommelig, Remco heeft in Menno zijn bed gelegen. Ik ga op het bankje bij het raam zitten, en Remco gaat op zijn bed zitten. Ik kijk naar buiten, Remco kijkt naar de grond. Het voelt alsof het uren zo gaat. De stilte is om te snijden. Als ik naar Remco kijk, kijkt hij op. Zijn betraande ogen staren me verdrietig aan. Als ik naar Menno zijn bed kijk volgt hij mijn blik. Meteen kijk ik hem weer aan, maar hij kijkt weg en haalt zijn neus op. 'Remco ik..' Begin ik. 'Nee, het spijt mij. Ik had nooit zo tegen je uit mogen vallen.' Begint hij. Ik stap van de bank en ga naast hem op zijn bed zitten. 'Mijn zusje heeft je hier heen gehaald hé.' Zegt hij dan. Ik grinnik zacht. 'Ja, klopt.' Ik kijk hem aan. En hij kijkt mij aan.

Dan moet hij huilen. Ik leg mijn hand in zijn nek en kruip op zijn schoot. Hij begraaft zijn gezicht in mijn haar. 'Je mist hem.' 'Heel erg.' Snottert hij. 'En ik mis jou lieverd. Het spijt me dat ik niet op je telefoontjes reageerde maar ik was zo boos op je. Sorry.' Hij kijkt op en pakt mijn handen vast. 'Je had al het recht om boos te zijn, je weet niet half hoe blij ik ben dat je hier überhaupt bent. Het spijt me voor mijn reactie, echt dat meen ik. Het was mijn bedoeling niet, het viel verkeerd.' Ik glimlach even en veeg over zijn wang. 'Dat had ik begrepen. Het was niet zo'n lekkere timing van mij. Waarom werd je zo kwaad?' Vraag ik. 'Ik, naja ik weet het eigenlijk niet goed. Ik vind mezelf nog te jong, en ik heb gewoon teveel aan mijn hoofd op dit moment om daar mee bezig te zijn, om daar verantwoordelijk voor te zijn. Ik wil je alles geven en dat weet je, maar ik kan je dat niet geven, niet op dit moment. Ik wil eerst de dood van mijn tweelingbroer verder verwerken. Snap je dat lieverd?' Ik knik langzaam. 'Ja, dat snap ik ook wel. Het was niet slim van me, maar ik wou het graag met je delen. Ik wil alles met je delen.' 'Je kán alles met me delen.' Hij glimlacht. 'Nogmaals sorry, ik wou je niet zo overstuur maken. Ik heb je echt zo gemist, ik ben mezelf niet meer zonder jou.' Zegt hij lachend. 'Ik heb jou ook gemist! We gaan het er niet meer over hebben, goed? Gebeurd is gebeurd, besproken is besproken. We kunnen weer verder. Oké?' 'Vind ik een heel goed plan van je.' Lachend duw ik mijn voorhoofd tegen die van hem. 'Ik hou van jou.' 'Ik hou ook van jou blondie.' Lachend geef ik hem een kus. Dan gaat hij staan en tilt hij me met een zwaai over zijn schouder. 'En nu gaan we popcorn maken.'

She's unforgettableWhere stories live. Discover now