♥6♥

81 7 0
                                    

Het was alweer drie dagen geleden dat Evelyn om middennacht hier was komen slapen. Het was gezellig, als je de stille momenten weg zou denken. Ikzelf zou ook het liefst alleen maar stil voor me uit gaan zitten staren als ik wist dat ik mijn vader nooit meer zou zien. Ik had medelijden met Evelyn, het ging dan al wel wat beter dan in het begin, dan nog leek ze niet erg opgevrolijkt. Vandaar dat we er vandaag uit zouden gaan.

'Voordat we gaan,' zei mam, 'wil ik eerst het nieuws kijken, misschien dat er nog wat is met die horden.' De dag nadat ze was gekomen, hadden militairen op die monsters geschoten. Het waren er toen al honderden geworden. Ze waren richting het westen aan het lopen en richting de grote steden. Het zou natuurlijk stom zijn als je ineens zou worden gebeten en ook in zo'n ding zou veranderen. De beesten leken door de schoten aangetrokken te worden, dus het was makkelijk om zeker de helft te kunnen uitschakelen. Dagelijks hadden ze twee keer zoiets gedaan. Het aantal was van bijna duizend naar iets minder dan honderd verminderd. Het had de mensen weer moet en geloof gegeven.

'-en dan nu nog wat nieuws over de horde,' hoorde ik de vrouw zeggen en keek op, 'het blijkt dat het niet is gelukt om hem helemaal uit te schakelen. Ongeveer één uur geleden is een vrouw zonder dat ze het verwachtte, gebeten. Ze was naar een toilet gegaan en is daar overleden. Ze is veranderd en heeft zelf ook mensen gebeten. Politie heeft elk gebeten persoon uitgeschakeld, maar zend op dit moment een oproep uit: elke jongen boven de achttien jaar moet zich melden bij het dichtstbijzijnde militaire basis. De jongens zal hun de basis van het vak worden geleerd om mensen te kunnen beschermen als er zo'n veranderd persoon loopt en wil aanvallen.'

Mam zette de televisie uit en we stonden allemaal op. Het was eindelijk tijd om te gaan. Met wat de vrouw op het nieuws zei nog vers in mijn geheugen geprent, trok ik mijn jas aan. De wind was koud, dus ik ritste mijn rist helemaal naar boven.

Het zou logisch zijn, dat als elke zombie uitgeschakeld was, niemand meer ziek zou kunnen worden. Zombie? Dacht ik en krapte me op mijn achterhoofd. Waren het dan zombies? Ik haalde mijn telefoon uit mijn broekzak en type in: zombies. Na een heel aantal games voorbij gescrold te zijn, kwam ik bij aan informatiesite uit. Ik las: 'Een zombie is een ondood lichaam van een mens, dat op de één of andere manier is opgestaan uit de dood. Dit kan door een mislukt wetenschappelijk experiment of een virus. Het uiterlijk van een zombie is een rottend lijkt of beschadigd lichaam.'

Ik klikte de site weg, nu wist ik zeker genoeg. Het waren een soort van zombies, maar hoe zouden ze ontstaan zijn?

Evelyn pakte mijn hand vast en we renden het parkje binnen. Het was mijn idee, om in het bos een picknick te houden. Vroeger deden we dat bijna wekelijks. Dan smeerde we thuis broodjes en deden we melk in een fles die goed genoeg dicht kon. We namen plastic bordjes, bestek en bekertjes mee. Wel de hele ochtend en middag zaten we dan te genieten in het bos.

Tot ze moest verhuizen. Ik zuchtte als ik aan daaraan terug moest denken. Samen pakten we een kleed uit de rieten mand en legde die op het gras neer. Ik legde al het eten neer dat we deze ochtend met z'n allen hadden gemaakt en we gingen zitten op kussens die we elk hadden meegebracht.

'Weet je,' zei ik, nadat we allemaal een broodje hadden gepakt, 'ik denk dat ik weet wat voor monsters het zijn. Ik denk namelijk dat het zombies zijn. Net voordat we gingen heb ik het opgezocht.' Het enige wat iedereen deed was knikken. Wisten ze het al? Was ik zo dom geweest om dit te melden terwijl ze het dus al wisten? Ik boog mijn hoofd een stukje een nam nog maar een hap van mijn broodje.

'Daar had ik nog niet aan gedacht.' Zei Evelyn en grinnikte. Ik keek haar dankbaar aan en pakte een nieuw broodje, dit keer met chocopasta. De pasta was half gesmolten, dus al snel zaten mijn vingers en mond helemaal vol. Lachend hierom gaf mam me een doekje aan. Snel veegde ik alles af en vroeg daarna aan iedereen wat die te drinken wilde.

Het leven was toen nog zo mooi, het stomme was dat binnen één maand alles verwoest zou zijn.


Ik ga proberen om uiteindelijk zeker meer dan 1000 woorden per hoofdstukkie te doen ♥

nieuwe cover:


ZielloosWhere stories live. Discover now