17

52 6 0
                                    

'Goed, zo te zien hebben ze je al opgefrist?' vroeg Tony. Ik knikte, net hadden twee meisjes me meenomen een huisje in en hadden me beveelt mezelf te wassen en nieuw kleding aan te doen. Op dit moment liep ik rond in en hemdje en lange broek. Misschien dat het er niet bepaald goed-passend uitzag, maar dat boeide even niet.

'Ik wil gewoon even met je praten,' zei Tony, 'ga zitten.' Ik schoof de stoel een stukje naar achteren toen en ging er op zitten. Hij kraakte een beetje, waardoor ik meteen de rand strak vastpakte.

'Jij zal er echt niet doorheen zakken hoor,' zei Tony en lachte. Ik grinnikte maar, gelukkig dat hij snel weer serieus doorging.

'Je hebt één maand de tijd om je te bewijzen, één maand! We zullen je wat technieken van het vechten en verdedigen leren en that's it! Wanneer je ons niet bevalt, ga je maar een andere plek zoeken.' Zei hij en ik knikte. Het enige wat ik nu kon doen was hopen.

'Brechje,' zei Brechje en gaf me een hand. Ik knikte en keek haar kort aan. Er zat een scheur in haar brilglas en ze had twee grote sneeën over haar gezicht heen. Wat zou ze gedaan hebben?

'Als eerste ga ik je leren beter met je mes te leren om gaan, want ten eerste houd je het al verkeerd vast.' Ze pakte mijn pols vast en draaide 'm, het voelde toen vreemd, maar ik zou er snel aan wennen. Mijn hand vastpakkend mompelde ze wat onverstaanbaars. We kwamen uit bij een soort stal. Er stonden drie koeien in en één paard. Uit het vijfde hok pakte ze een strobaal. Ze zette het op een krukje tegen een muurtje aan en knikte me toe.

'Dat ding is een zombie, wat doe je?' vroeg ze een wees naar het ding toe. Ik keek, dacht kort na en stormde er op af. Hard duwde ik mijn mes in het midden: zijn of haar hart. Nu was het toch dood.

'Stop!' schreeuwde Brechje en trok me achteruit. Verbaast keek ik haar aan, waar ik een boze blik van terug kreeg. Ik had het dus helemaal verkeerd gedaan.

'Ten eerste, je doet het met te weinig kracht,' zei ze terwijl ze het mes uit mijn hand rukte, 'ten tweede, je vermoord een zombie niet door in zijn hart te steken! Zombies hebben geen zielen, alleen hun hersenen leven nog. Je moet hun hersenen vernietigen dat zal wél werken!' Ze gooide het mes en het kwam net boven de strobaal uit. Met een schreeuw pakte ze het uit het hout en stak toe nog ietsje hoger: de zombies was uitgeschakeld.

'Sorry dat ik zo reageerde,' zei ze ruim twee uur later. We lager vermoeid in het gras naar de wolken te kijken die er niet waren. Net vertelde ze me dat het in geen dagen had geregend en dat ze daardoor wat moeilijker aan water kwamen. Dat is een groot nadeel aan ze afgelegen wonen.

Ik knikte maar en glimlachte. Het boeide me even niks. Zo niks doen, had ik even nodig nu. Eindelijk wist ik hoe ik ze nu echt moest vermoorden.

'Het is goed,' zei ik en toen ik een belletje hoorde rinkelen sprong ik op. Brechje grinnikte en pakte mijn arm vast. Ze zei: 'Het is een bel voor als we gaan eten. Anders krijgt iemand binnen de kortste keren een schorre stem, niet handig hier.'

We liepen samen het grootste huis binnen en gingen ergens aan een lange tafel zitten. De tafel was gedekt en op de tafel stond een feestmaal aan eten: zo veel lekkers! Heel veel kip en sausjes en soepen, maar ook snoep. Er waren hier dus ook kleinere kinderen? Het gegil dat vijf seconden later klonk, bevestigde dat. Ik glimlachte en zag hoe twee jongens binnen kwamen stormen en tegenover ons kwamen zitten. Ze zeiden in koor: 'Lekker!' en daarna de kleinste: 'Dankjewel mevrouw, doordat jij hier kwam hebben wij nu lekker eten!'

Ik grinnikte en keek toe hoe één voor één mensen binnenkwamen. Na een stuk of dertig mensen zat de kamer aardig vol. Opgelucht zag ik dat toen ook de deuren werden gesloten. Het dorp was dus kleiner dan ik dacht. Maar er waren hier dus ook veel ouderen. Ze keken me aan, schudde hun hoofd en pakte iets op van wat op tafel lag. Langzaam begonnen ze te eten, mij argwanend aankijkend. Er was nog één meisje van mijn leeftijd bij, ze zag er ziek uit. Dat was ze ook waarschijnlijk. Opeens zei Brechje: 'Ze is gebeten, maar ze wil nog niet dood. Waarschijnlijk zal het vannacht gebeuren.'

'Wat gebeuren?' vroeg ik.

'Snap je het dan niet? Ze is gebeten, ze is gevaarlijk. Als je gebeten bent ga je altijd dood, dus schieten ze je of ze doen het met een mes. Dat laatste is beter, bespaar de kogels! Ze is de tweede deze week. Als je wilt kun je morgen helpen met het hek om ons dorp heen?' zei Brechje.

Ik keek weer verder en zag dat er geen jongere kinderen waren. Na mij was de jongste dertig jaar ongeveer. De moeder van de jongens. Ze glimlachte en vertelde ze braaf te zijn tegen mij. De rest was tussen de dertig en vijftig jaar oud. Bijna iedereen zag er fit uit, alsof ze al wisten dat dit zou gebeuren.

Ik pakte een kippenvleugeltje van een bord met kipvleugeltjes- en poten en nam er een hap uit. Omdat iedereen de kip zo at, had ik bedacht dat het ook wel kon zo. En wie boeide dat nu nog wat? Geen ouder die het controleerde, of je had geluk. Zuchtend legde ik het bot in een schaaltje die daarvoor bedoeld was en schepte wat salade op. De jongen zei toch dat deze uitgebreide maaltijd er was door mij? Dan had iedereen geluk hier, zeker ik. De laatste dagen had ik natuurlijk slecht gegeten.

Een paar uur later -na heel veel eten en drinken en dansen en zingen- kon ik dan eindelijk met het meisje praten.

'Houd het kort alsjeblieft,' had een man gezegd en ik had maar geknikt. Ik hoefde alleen maar kort wat te vragen. Ik knielde bij haar neer en met moeite hief ze haar hoofd op. De angst en wanhoop in haar ogen was te lezen en ik slikte. Ik vroeg: 'Ik ga je wat vragen, kan je antwoord geven?' Ze knikte, waarschijnlijk was ze te zwak om te praten. 'Zou jij naar de militairen willen? Mij vriendin zit daar en...' Heftig begon ze te knikken en haar ogen sperde wijd open. Langzaam hief ze haar arm op en ik keek naar wie ze wees, Tony. Ik knikte, stond op en snelde naar Tony toe. Hij zag me en glimlachte. Ik vroeg aan hem: 'Ik wil met haar naar de militairen toe, mijn vriendin is daar ik wil haar zien.'

Zijn wenkbrauwen gingen omhoog en na een paar seconden al schudde hij zijn hoofd. Nee dus. Ik zuchtte en liet mijn schouders hangen. Helaas.

'Niet nu, en zij gaat dood vannacht. Maak alsjeblieft geen band met haar!' Hij keerde de rug weer naar me toe en ik keek naar het meisje. Bedroefd keek ze me aan toe nik mijn hoofd schudde. Mijn enige kans om daar te komen, was door te lopen. Maar dat was nu wel twee- of driehonderd kilometer! Ik schudde mijn hoofd en rende het gebouw uit, naar mijn kamer met Brechje toe. Ik ging op het bed zitten en dacht na. Blijven en trainen en dan later gaan, of nu gaan? Het beste was natuurlijk blijven, die ene maand. Misschien wilde Brechje dan wel mee? Ik knikte en kleedde me snel uit. Maar eerste slapen, want ik was heel erg moe. Ik ging onder de dekens liggen en sloot mijn ogen. Het comfort wat ik had, was zalig.



hope you like it ♥


ZielloosМесто, где живут истории. Откройте их для себя