16 + uitleg

60 8 4
                                    

De warmte van de zon maakte mij de volgende dag vroeg wakker. Gapend ging ik wat overeind zitten en bijna al meteen gleed ik van de boom af. Met een harde bons kwam ik neer op de grond en kreunend opende ik mijn ogen. Het was stil hier, ik stond op en pakte de rugzak van de boom af. Het beste kon ik maar meteen verder gaan, hoe vroeg het ook was. Het zou handig zijn als ik op tijd een slaapplaats kon vinden en dat ik me daar aan zou kunnen sterken.

Ik maakte de rugzak op mijn rug vast en zuchtte kort diep. Daarna haalde ik in en begon aan mijn lange tocht.

En die toch werd inderdaad lang, na ruim drie uur stug doorgelopen te hebben, had ik nog steeds niets gevonden. Ik had dus vijftien kilometer geen dorp of stad tegengekomen. Het moest maar is tijd worden en ik was moe geworden van het lopen. Mijn benen waren aan het branden, ook al had ik die oefeningen gedaan. Toch liep ik door, tot ik opeens een bosrand leek te zien.

'Eindelijk,' mompelde ik en sprintte er op af. Binnen vijf minuten keek ik tegen een muur aan. De muur was hoog en van steen. Als een kastelenmuur, alleen dan niet zo dik. Kastelenmuren konden toch makkelijk meer dan één meter dik zijn? Deze muur was van een huis, dus zeker niet dik.

Ik liep naar links van de muur en ging opzoek naar een plek waar ik het dorp binnen zou kunnen komen. Ik wist dat het nog even zou kunnen duren voordat ik die vond dus ondertussen graaide ik in de tas opzoek naar mijn flesje water. Tot opeens iets mijn schouder vastpakte. Ik was niet snel genoeg om mijn mes te pakken, dus ik pakte de zombie zelf beet. Hij wilde me bijten, maar op tijd liet ik mijn linkerarm los zodat hij dat niet kon. Grijnzend pakte ik zijn nek beet en duwde hem op de grond. Die zombies waren maar zwak. Ik zette één hand om zijn nek en met de andere pakte ik mijn mes uit de rugzak. Ik stak de zombie in zijn hart, maar kwam er zo al snel achter dat dit niet werkte. Dus ik sneed -ik was heldhaftig op dat moment- hem in zijn keel en zijn bloed spetterde op mijn lichaam. Ik proefde overal bloed en zo snel als ik kon spuugde ik het bloed wat in mijn mond was gekomen uit.

Snel vermoorde ik nog een tweede zombie en dronk toen een half flesje water leeg. Een boer latend gooide ik het flesje in mijn tas en ik pakte toen ook maar het broodje op. Beseffend dat ik dus echt niet te snel mocht eten, ging ik op mijn rugzak zitten. Bij elke hap genietend keek ik naar de bossen toe. Wat zombies waren doelloos aan het rondlopen en wat dieren waren hun ding aan het doen. Bijna alles was normaal, behalve die zombies dus. Ik zuchtte en veegde de kruimels van mijn kleding en mond af. Hierdoor zat ik alleen nog maar meer onder het bloed.

Huiverend bij het zien van mijn handen pakte ik de rugzak maar op en maakte die maar vast. Het beste kon ik verder gaan en mezelf wassen of zoiets.

Na een paar minuten liep ik het dorpje binnen. Het was echt zo'n klein boerendorpje. Waarschijnlijk had het plaatsje minder dan honderd inwoners, het stond ook midden in het bos. Maar de huizen waren wel mooi en met alles er op en er aan. Aan de grootte van de huizen te zien, hadden hier kinderen gewoond.

En opeens zag ik het, er ging een deur open. Er kwam een jongen uit en hij gooide wat naar buiten toe. Toen hij mij zag, werden zijn ogen groot. Hij gilde zelfs. Ik zag hoe hij naar binnen snelde en ik hoorde hem wat roepen. Binnen drie seconden stond er een wat man buiten, gespierd en flink bewapend. Ik zette een stapje achteruit, tot ik voelde dat iets tegen mijn rug aandrukte. Een pistool? Ik slikte en bang hief ik mijn handen op. De man keek me nieuwsgierig en bang tegelijkertijd aan en liep voorzichtig op me af. Toen hij op minder dan één meter afstand stond, stak hij zijn hand uit.

'Ik ben Tony,' zei hij en we schudde elkaar de hand, 'de baas hier.'


GOED, DE UITLEG...

voor de mensen die dit boek pas later gaan lezen nadat ik dit hoofdstuk gepubliceerd heb, zal het eerste niets boeie nmaar hoke. Ik ga dit boek in 3 delen schrijven

deel 1: alleen, deel 2: de groep deel 3: (nog geen naam)

dit is het laatste hoofdstuk van deel1 jeeh :D

maar okie... binnenkort komt er dus een proloog van deel 2 en dan begint deel dan een proloog van deel en deel 3 en dan een epiloog. Je weel wel. Dit deelwas 16 hoofdstukken, maar dat zegt niets over de hoofdstukken die ik nog ga schrijven voor de volgende delen. Mijn writersblock is zo goed als weg, dus dat is wel handig.

ik hoop dat jullie het begrijpen want ik ben slecht in uitleg geven XD

OJA: TIPS VOOR DIT BOEK NOG EN WAT VINDEN JULLIE GOED?



ZielloosWhere stories live. Discover now