26

35 2 0
                                    

(8 weken na feest)

Ongeveer anderhalve week geleden hadden we een flatje gevonden in de stad met de horde zombies. Nadat Tony en Brechje en ik waren opgesplitst en gelukkig ook weer hadden teruggevonden, waren we opzoek gegaan. Het flatje waren we al tegengekomen, dus dat was makkelijk. Blijkbaar had iedereen de stad zo ongeveer verlaten, dus met een flatje voor onszelf konden we er weer een paar weken tegen.

'Zullen we een nieuw appartement opzoeken?' opperde Brechje toen we voor de zoveelste keer soep aten, ze hadden gehamsterd hier. Ik antwoordde haar: 'Dat lijkt me een goed idee, het eten is bijna op hier.' Tony knikte ook instemmend dus we begonnen al het nog niet-bedorven eten en eten dat nog lang mee zou kunnen gaan in zakken te proppen. Natuurlijk was de zak niet helemaal vol, maar wel genoeg om toch nog een paar dagen te kunnen overleven. Als we geluk hadden zou ook ik het volgende appartement ook genoeg te eten zijn.

Ik slikte de laatste soep door en stond op. Het was tijd om te gaan. Ik bond de rugzak op mijn rug vast en de rest volgde mijn voorbeeld. Daarna hing ik het pannetje waar de soep net nog in zat aan een haakje aan mijn tas en liep voorop de kamer uit. Zuchtend stonden we een paar seconden later buiten elkaar aan te kijken. Ik opperde om boven te slapen voor zicht, maar Brechje zei dat het slimmer was om beneden te blijven zodat we snel weg konden. Tony zei: 'We kunnen beide doen, laten we op de tweede etage tijdelijk wonen.' Later zou blijken dat we beter een andere keuze hadden moeten maken.

We liepen naar het einde van de gang en ik beval Tony en Brechje aan de kant te stappen. Ze bedekte hun oren en ik schoot de deurklink kapot. De knal was hard en mijn oren piepte. De pijn en het irritante geluid negerend liep ik als eerste het appartement binnen. Hier was alles anders. In de woonkamer stonden geen banken -die waren aan de kant geschoven, net als andere meubels- en het stonk er enorm. Waarschijnlijk deed het toilet het niet en dat zou de stank verklaren. Ik kneep mijn neus dicht en het geweer omhooghoudend bekeek ik alle kamers.

In de badkamer was het toilet op de grond gevallen. Geel water waar zelfs stukjes poep in dreven stroomde langzaam op de grond. Van de douche was het gordijn weggehaald. In de badkuip lag een laagje water: de stop zat er in. De kraan lekte en schimmel op de muur toonde dat hier niet was schoongemaakt. Op het plafond hielden zich veel spinnen schuil en waren er tientallen spinnenwebben. Helaas waren de handdoeken weggehaald uit de kastjes en was er ook geen shampoo te bekennen.

Na de badkamer ging ik naar de keuken toe. Brechje en Tony keken in de slaapkamer. Ik liep de keuken in en ook hier was een enorm onsmakelijke geur. Walgend en net niet kotsend liep ik alle kastjes na: op een hoop insecten, twee ratten en wat beschimmeld eten was er niets over.

Zuchtend liep ik naar Tony en Brechje toe en zei zacht: 'Niks, helemaal niks.' Ook zij hadden niets gevonden, dus we pakte onze spullen weer op om verder te zoeken.

Terwijl we liepen dacht ik weer na over het moment dat ik eindelijk weer kon praten. Het was een hevig gesprek geweest, want natuurlijk wilde Brechje weten wat ik van plan was nadat ze zag dat ik in haar spullen aan het snuffelen was. Alsof iemand me sloeg kwam ik weer terug naar waar het gebeurde...

~flasback twee dagen terug~

... 'Weet je Lisa, ik denk dat je best wel is mag proberen te praten. Je stembanden zullen echt wel genoeg geheeld zijn,' zei Tony en hij glimlachte. Ik wist dat hij het lief probeerde over te laten komen, maar zijn gezichtsuitdrukking verraadde toch woede. Ik slikte en knikte maar.

'Wacht even, Tony, eerst ga ik haar bekijken op gebroken botten net zoals ik bij jou deed. Nu we die EHBO-kist hebben moeten we 'm ook gebruiken.' Ik knikte en liep achter haar aan de badkamer binnen. Ze opende de kist en zette hem open op de badrand neer. Ik deed mijn shirt en broek uit en ging rechtop staan. Ik voelde een steek en slikte. Blijkbaar hoorde Brechje het, ze zei: 'Waarschijnlijk heb je je rib gebroken.' Ik zuchtte en voelde hoe ze met haar vingers tegen mijn ribben begon te duwen. Het deed pijn, verschrikkelijk veel pijn, maar ik hield me in. Dit was niet het goede moment om in elkaar te zakken. Ze gaf gelijk dat twee ribben en mijn arm waren gebroken en zuchtte daarbij. Natuurlijk konden wij er niets aan doen. Maar mijn arm zou misschien wel scheef kunnen groeien? Ze deed iets wat leek op verband om mijn arm en vertelde me in de spiegel te kijken. Ik schrok.

Ik wilde zeggen: 'Ben ik dit meisje?' Maar het kwam er extreem schor, dus onverstaanbaar, uit. Hard beet ik op me lip en bekeek mezelf. De laatste keer toen ik in de spiegel keek was het zeker niet zo erg als nu. Tientallen blauwe plekken bedekte mijn lichaam en een stuk of vijftien sneetjes -waarvan drie gehecht moesten worden- hielpen daar ook bij. Mijn ogen stonden enorm donker en het zwart onder mijn ogen en mijn bleke huid lieten me dood lijken. Ik staarde mezelf bang aan en friemelde wat aan mijn haar. Het was vol stof, zand en steentjes wat logisch was doordat ik het in geen weken had gewassen of überhaupt aangeraakt. Mijn puistjes waren wel verdwenen. Ik sloot mijn ogen en liet Brechje mijn sneeën hechten. Het deed pijn, maar ik durfde niet te gillen door de pijn die ik dan in mijn keel zou krijgen. Ze ontsmette al mijn sneeën en daarna voelde ik hoe ze met een naald mijn huid binnendrong. Het touwtje trilde mijn huid en het deed verschrikkelijk zeer. Nadat ze eindelijk klaar was vertelde ze me: 'Ik heb geen verdoving.' Dit liet me natuurlijk nog meer de moet in mijn schoenen zakken.

Ik knikte alleen maar en ze hielp me mijn shirt en broek weer aan te doen. Ze zei: 'Het is beter als je je haar afknipt.' Boos keek ik haar aan en schudde wild mijn hoofd. 'Wil je dat die monster je haar dan vastpakken?' Ik schudde opnieuw, dit keer begreep ik haar. Toch pakte ik alleen maar een stiekje en bond mijn haar in een staart. Brechje knikte kort en ze verliet de badkamer.

'Ik ga je helpen weer opnieuw te kunnen praten.' Zei Tony en hij klopte op de grond voor zich. Ik ging daar in kleermakerszit zitten en keek hem belangstellend aan. Hij tilde mijn kin op en duwde zacht tegen mijn keel aan.

'Je nek is nog steeds paars, maar ik weet zeker dat het al veel minder is geworden. Dat zag ik gisteren al. Goed, zeg me na:...'

***

'We moeten met je praten, lisa.' Zei Brechje streng en wees me de enige woonkamerstoel aan. Ik ging daar op zitten en zij namen plaats op de bank. Tony zei: 'We gaan het hebben over waarom je aan het rondneuzen was in Brechjes kamer. Vertel!'

Ik slikte en zei, extreem langzaam pratend omdat dat nog moeilijk ging: 'Ik wilde meer over jullie weten, maar toen zag ik dat hendeltje en...'

'Ik kon ze op tijd stoppen Tony,' zie brechje, 'anders had ze het ontdekt.' Ik slikte en sloeg mijn ogen neer. Niet begrijpend waarom ze me wel hadden meegenomen staarde ik wat in de verte, tot Tony zei: 'We gaan je ons geheim vertellen, Lisa. De wereld is toch al half dood, dus je verdient het een soort van.'

Ik ging verzitten en keek Tony aan. Hij kreeg het moeilijk en maakte zijn kraag wat losser. Langzaam en goed articulerend, zei hij: 'We werden bedreigd door een bende. Ons dorp kende een stuk of vijftig inwoners. Ik was samen met nog drie andere mensen één van de stichters van het dorp. We hadden het goed: alles wat ons hartje wilde. Tot één van de leiders het niet eens werd met nieuwe regels. Kinderen werden geboren, dus regels waren nodig. Hij bedreigde Brechje en uiteindelijk vermoorde hij haar vader voor haar ogen. Hij was blijkbaar samen met nog een ander dorpje in het bos samengekomen en een plan gemaakt om ons aan te vallen. Sinds die moord zijn ze niet gestopt. Enkele weken lang gingen er mensen dood, tot hij ons beval zijn dorp voedsel te geven. Ik weet niet of het door luiheid kwam, maar hij stopte. Jij kwam en we dachten dat je misschien bij hen hoorde. Daarom dat Brechje zo reageerde.' Brechje fluisterde: 'Sorry,' en Tony vervolgde: 'In dat kastje zat iets wat hij nu niet meer zal missen: geld, veel geld.'

Ik sloot mijn ogen en dacht na over wat hij zei. Als ik het had gevonden, was ik zeker gevlucht. Ik zou denken dat het dieven waren, ook door dat feestmaal. Ze waren dat dus helemaal niet. Ik zuchtte en wreef met mijn handen over mijn hoofd heen. Dit was ingewikkeld.

'Sorry,' zei ik langzaam en keek op. Ze keken me geïrriteerd aan. Brechje zei: 'Alsnog vind ik het niet kunnen dat jij in mijn spullen hebt zitten snuffelen.' Ik bood mijn excuses aan en gaf haar en Tony een hand.

~einde flashback~

'Lisa, idioot, kom hier!' hoorde ik ineens iemand hard fluisteren. Iemand pakte mijn arm en rug vast en duwde me tegen de muur aan. Het was Brechje. Ze pakte mijn schouders vast en keek me aan: 'We zijn niet meer alleen. Wees stil.' Ik perste mijn lippen op elkaar en sloot mijn ogen, wachtend op hetgeen wat komen zou.


veel woorden ;)


ZielloosWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu