15

59 5 1
                                    


Pov Lisa

Maar natuurlijk moest nu juist dit straatje doodlopend zijn. Ik sprintte weer terug en wierp snel nog een blik op de helikopter. Het was gestopt met rondjes vliegen, dit was een teken dat de bommen elk moment geworpen konden worden. Ik moest hier zo snel mogelijk weg. Zombies aan de kant duwend en tegelijkertijd Ziva meetrekkend rende ik de andere richting uit.

Zo'n dertig seconden later kwam ik aan de rand van het dorp en rende ik het bos in. Het boeide me niet waar ik nu was, als ik maar zo ver mogelijk was. Een knal klonk en ik sprintte nóg harder. Alsof iemand me duwde werd ik naar voren geslingerd. Ik belandde op de grond en rolde een stuk verder. Hard kwam ik ergens tegen aan en kwam zo tot stilstand.

Mijn oren suisde en alles wat ik zag was vaag. Na een aantal keer mijn hoofd geschud te hebben, zag ik al wat beter. Maar de piep bleef. Kreunend –dit hoorde ik heel zacht dus- stond ik op en leunde met mijn hand tegen de boom aan waar ik net tegenaan gerold was. Ik keek naar mijn hand en zag dat het touw gebroken was. Mijn hand was lichtelijk paars en ik slikte. Dit was niet zo goed. Snel maakte ik mijn rugzak los mijn rug en ging opzoek naar mijn mes. Die vond ik al snel en ik sneed het touw kapot. Diepe randen waren te zien in mijn pols en snel begon ik er overheen te wrijven om weer gevoel in mijn hand te krijgen. Ik deed mijn rugzak weer terug op mijn rug en ging maar opzoek naar Ziva. Was zij ook zover gekomen?

Hopend ging ik op zoek, al snel vond ik haar langs een boom. Ze lag stil, te stil. Ik zakte door mijn benen heen en barstte in huilen uit. Ik liet mijn hoofd op haar borstkas vallen en mijn tranen vielen om haar lichaam. Haar sneeën en vieze huid maakte het niet echt lekker liggen dus ik tilde mijn hoofd weer op.

'Ziva?' vroeg ik haar en duwde tegen haar aan. Kon je een hond niet reanimeren? Ik schudde mijn hoofd en maakte haar halsbandje los. Ik stopte het in de rugzak en glimlachte. Zou ik haar begraven?

Nog geen vijf minuten later was ik al bezig met een stuk hout zand weg te scheppen. Dit zou nog lang gaan duren, maar dat maakte niets uit. De zombies die langskwamen vermoordde ik en zo snel als ik kon ging ik verder met graven.

Twee uren later lag Ziva onder het zand. Een traan verliet mijn ooghoek en belandde uiteindelijk op haar graf. Ik pakte de stok op en hurkte neer. Uit de rugzak pakte ik mijn mes en kerfde haar naam in het hout. Met de achterkant van het mes sloeg ik het hout in de hoop zand en keek toen een tijdje naar haar graf. Het was goed zo.

Glimlachend pakte ik een paar minuten later mijn rugzak weer op, het was tijd om verder te gaan.

Een lange tijd later, toen de zon onder begon te gaan, stond ik stil. Al een paar uur had ik gelopen en ik was trots dat ik al zo ver weg was gekomen. Het was alleen stom dat ik geen tent had meegenomen, maar ik had wel touw. Ik keek om me heen en ging opzoek naar een boom met een dikke stam, als ik er maar op zou kunnen zitten. Al snel vond ik die en ik begon omhoog te klimmen. Na heel wat pogingen stond ik wankelend op de dikke tak. Ik had niets horen kraken, dus waarschijnlijk zou deze mij wel kunnen houden. Ik hoorde wat grommen en zuchtte, natuurlijk had ik geen zin om weer naar beneden te gaan om even later weer al deze moeite te moeten doen.

Ik ging zitten en legde mijn rugzak op mijn benen neer. Terwijl ik zocht naar touw, keek ik schuin toe hoe de zombie nietsvermoedend verderliep. Glimlachend bond ik mezelf aan de tak vast, checkte of ik goed vast zat en liet mijn hoofd toen tegen de stam aanrusten.

'Wat een dag,' zei ik en zuchtte diep. Ik keek om me heen, maar ik zag weinig bijzonders doordat alle bladeren mijn zicht belemmerde. Er klonk geluid vanuit mijn buik en ik begon te zoeken naar wat eten in de rugzak. Ik vond weinig: twee broodjes, een hoop drinken en nog wat snoep. Langzaam at ik het broodje op, ook al wilde ik het snel doen. Als ik nu snel zou eten zou ik niet vol genoeg zitten en zou ik dus niet in slaap vallen. Van al dat gesprint had ik dan wel honger en dorst gekregen, ik moest zuinig zijn. Geen idee waar ik was, in Nederland of België? Het bos was groot, dus logisch dat ik elk moment een stad of dorp tegen kon komen. Ik zuchtte en maakte de tas dicht. Daarna legde ik 'm achter mijn nek en rug en ging een soort van liggen.

Midden in de nacht werd ik wakker. Ik schrok op en wilde opspringen. Het touw hield me terug en gleed naar de zijkant toe. De rugzak viel ook half mee en net op tijd kon ik die nog vastpakken. Schreeuwend zag ik hoe tientallen zombies mij aankeken. Ik trok me op en op het moment dat ik de tas op de tak had gelegd, brak het touw. Met mijn andere hand ging ik aan de andere kant van de tak en pakte zo de tak vast. Gillend van angst voelde ik hoe ze mijn benen en schoenen pakte. Bijna meteen hadden ze mijn schoenen te pakken. Ik moest nu snel zijn, anders zouden ze me bijten.

Ik beet op mijn lip en trok me voorzichtig op. Langzaam kwam ik hoger, maar ik voelde hoe ze mij ook meer naar beneden trokken. Mijn armen brandden, maar het lukte me om me via de zijkant weer op de tak te krijgen. Ik ging liggen op mijn buik en hijgde. Het gegrom klonk weer en ik rilde. Bijna was ik dood geweest, alweer.

'Stomme militairen,' fluisterde ik en keek toe hoe nog een aantal zombies onder me door liepen en dat het toen steeds stiller werd. Waarschijnlijk hadden ze het enorm harde geluid van die ontploffing gehoord, ze hadden goede oren. Ik was zeker twintig kilometer verderop, dus ja.

Zuchtend ging ik maar goed liggen, dit keer zonder touw, en probeerde nog maar wat te slapen. Wat natuurlijk niet lukte. Piekerend begon ik na te denken over alles wat deze dag was gebeurd. Er waren weer zoveel dingen dood, ook Ziva. Maar de mensen die ze niet hadden kunnen redden, waren ook dood. Waarschijnlijk was de hele stad kapot door de indrukwekkende kracht van de bom. Ik schudde mijn hoofd, waarschijnlijk had één of andere kwaadaardige gek da bedacht. Zuchtend legde ik mijn tas nog maar wat anders neer. Ik sloot mijn ogen maar weer en een koude wind streek langs mijn wangen heen. Ik huiverde en bang kneep ik mijn ogen dicht. Nu moest ik eerst slapen, anders zou ik morgen niet genoeg energie.


ik ben gemeen :( binnenkort eindigt deel 1 (waarom deel 1 denk je nu? daarover binnenkort meer uitleg)


ZielloosWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu