(2 á 3 maanden na uitbraak, ergens in Europa)

'Meneer is gebeten, breng hem naar kamer 003,' zei Ferry. Al sinds een maand na de uitbraak probeerde hij een remedie te vinden tegen de zombies, hoe veel mensen het noemden. Hij was er achter gekomen hoe het werkte, met deze patiënt wilde hij zekerheid. In de vijf kamers die hij beschikte -waarvan drie mannen en twee vrouwen- waren drie mensen al overleden. Hij had ze vast gebonden en camera's geplaatst. Ook maakte hij elke tien minuten een hersenscan, men had hem verteld dat je die monsters moest vermoorden door ze via hun oog of onder hun keel hun hersens te doorboren. Meerdere steken waren aan te raden. Gehavende mensen die op die manier waren aangepakt vond je overal.

Ferry pakte een leeg lijntjespapiervel en een pen met zwarte inkt en liep naar kamer 003. De man was inmiddels vastgebonden met touw op drie plekken: bij zijn oksels, heupen en enkels. In zijn mond werd een prop gedaan. Hij ademde zwaar en uit zijn wond droop bloed. Een vriend van Ferry, Patrick, maakte de wond schoon en deed er verband om. De man leed pijn, dus Ferry beval Patrick een lichte verdoving te geven. Hij legde het lege vel papier neer en liep de kamer uit. Zo kwam hij uit bij de gang, als je die gang uitliep en naar links ging en dan wéér naar links, kon je via een glazen wand naar de patiënten kijken. Hij begon bij kamer 005, zo zou hij afwerken naar kamer 001. In dit laboratorium was meer dan alleen dit deel.

Op de begane grond en op de eerste etage was het ziekenhuis, de derde etage was weinig bijzonders en op de vierde etage -waar hij nu was- en de vijfde was het laboratorium. Dat was in het simpel gezegd hoe het gebouw in elkaar zat. Op dit moment waren alleen de bovenste en onderste drie verdiepingen weggevaagd. Er waren hier te veel groepen zombies om te kunnen leven. Dat was ook de reden dan Ferry en zijn wetenschapsmensen hier waren gebleven: niemand zou hun lastigvallen.

Ferry staarde naar de vrouw die op het bed lag vastgebonden. Helaas zat er al een gat in haar hoofd: ze was te wild geworden. Donker bloed stroomde uit het gat over haar voorhoofd heen. Het bloed was inderdaad donkerder, hij fronste zijn wenkbrauwen. Mensen begonnen haar lichaam te onderzoeken en hij liep naar de volgende kamer toe. In deze kamer was een man aan het proberen los te komen uit zijn positie. Mensen hielden hem gedrukt op het bed. Hij gromde en probeerde ze te bijten. Tevergeefs natuurlijk. Iemand keek me aan en ik knikte. Er werd een klein pistool aan zijn hoofd gezet en meteen klonk een hard schot. Freddy sloot zijn ogen kort en liep daarna verder. Daar lag de man die hij net had binnengebracht. De man zijn ogen waren groot van schrik en pijn en zijn handen trilden. Ook zijn huid was bleker en grijzig geworden. Het proces was begonnen.

Snel liep Freddy door naar de volgende kamer: 002. In deze kamer gebeurde weinig. Hij was net overleden, maar ik de laatste kamer gebeurde er zeker iets.

De vrouw was los gebroken. Hard gegil klonk en panisch begon Freddy op de ruit te bonken. De vrouw keerde om. Het proces van de verandering was compleet. Blijkbaar had ze iemand gebeten want bloed stroomde uit haar mond en haar gezicht en kleding zat er vol mee. Freddy keek achter haar en kreeg gelijk: een doodsbange Patrick keek hem aan.

Vloekend pakte Freddy een kapmes uit de keuken een gang verderop en rende op Patrick af. Patrick dacht natuurlijk dat hij hem wilde vermoorden, met dat kapmes.

'Freddy!' schreeuwde hij, moedeloos, 'Wat in hemelsnaam ben je aan het doen?'

'Je arm moet er af voordat de infectie zich gaat verspreiden!' was zijn antwoord en Freddy pakte zijn mouw vast.

Nadat hij hem een sterke verdoving had gegeven sleurde hij hem uit het kamertje. Net op tijd, want de vrouw wilde hen opnieuw bijten. Hij deed de deur op slot en sleurde Patrick mee zijn kantoortje binnen. Hij legde hem daar op de grond neer en strekte zijn arm. De beet was groot.

ZielloosWhere stories live. Discover now