Dagen gingen voorbij en met de dag voelden we ons beter. Ik was ruim tien kilo aangekomen nog en omdat een baby niet in tien dagen zo snel kan groeien, moest het wel het vele eten zijn geweest. Toch begon soep en nattig eten uit blik snel tegen te eten. Het had een smaak die in alles terugkwam. Het smaakte alsof ze er meer water dan ingrediënten aan hadden toegevoegd.

Voor de zoveelste keer zaten we aan de soep, dit keer erwtensoep. Erwtensoep was heerlijk en vooral als het wat kouder was. Het was vandaag frisjes, de zon scheen en er waren amper wolken. Een prima dag om een wandeling te maken. Daarom ook dat ik in de ochtend het idee had geopperd om deze dag al te gaan.

'Is goed,' had Jordan gezegd, 'als je je maar vol eet, je weet maar nooit.' Zo meteen zouden we onze rugzakken vol proppen met eten. Verlangend staarde ik naar het laatste stukje zelfgebakken brood dat Jordan in zijn mond stopte. Hij liet een luide boer en staarde daarna tevreden in het vuur.

'Heerlijk,' zei hij en klopte op zijn buik. Ik kon alleen maar knikken en schraapte met de lepel over de bodem van de soepkom heen. Er zat nog een beetje in het pannetje, dus ik zou nog wat kunnen nemen. Ik besloot om eerst Jordan te vragen of hij nog wilde. Gelukkig schudde hij zijn hoofd en stond op. Hij zei: 'Nee, ik zit echt té vol. Maak maar lekker op, waarschijnlijk kan de baby er ook nog een hoop van mee-eten. Ik ga vast de slaapspullen in onze rugzakken doen.'

Hij liep de kamer uit en ik pakte de lepel op die in de pan lag. Kort roerde ik wat heen en weer en merkte op dat er eigenlijk niks meer in zat. Met een diepe zucht pakte ik de pan maar beet en zette die aan mijn mond. In drie slokken had het laatste beetje soep al op. Tevreden stond ik ook op en liep met de pan naar de keuken toe. Nog steeds stonden er rijen blikken en nog steeds deed de kraan het niet. Het was ook logisch eigenlijk, dat de kraan het niet deed. Water om te drinken moet je eerst zuiveren. Na enige tijd, als er niemand is die het water zuivert, zal er dus geen water meer uit de kraan komen en zal iedereen grondwater moeten drinken. Ik maak de deur open en tot mijn verbazing zie ik na het lage hek van de tuin een klein groepje zombies lopen. Goed om even het schieten te oefenen! Denk ik en glimlach. Snel spoel ik de pan uit en gooi het water op het gras. Daarna breng ik die binnen en pak ook mijn wapen van de salontafel af. Ik loop wat verder te tuin in en ga klaar staan.

De tuin is zo'n zeven meter diep en vijf meter breed. Aardig vierkant dus, toch lijkt dit niet zo te zijn door het kleine vijvertje wat er in is gegraven en ook het schuurtje waar we een tent in hadden gevonden. Links en rechts van mij was een heg met een heg daarin. De heg was zo'n drie meter hoog. Maar vóór mij stond er alleen een hek, dit hek was amper anderhalve meter. Ik slikte en hoopte maar dat zombies niet kunnen klimmen. Voorzichtig liep ik nog een paar passen verder tot ik tegen het hek aanliep. De eerste zombie had me in de gaten.

Ik hief mijn armen op en keek recht over de loop heen. Ik haalde de trekker over en meteen viel het monster neer. Nu nog de andere drie. Ik voelde een hand mijn schouder pakken en deinsde verschrikt achteruit. Razendsnel richtte ik en schoot ik. Raak! Trots keek ik toe hoe het lichaam met een plof op de grond landde. Ik richtte mijn wapen weer op en schoot ook de derde viel neer. Maar toen ik naar de vierde keek, liet ik het pistool langzaam zakken.

Dit was ... ranzig. Ik merkte hoe de soep mijn slokdarm omhoog kwam en verbrandde. Snel boog ik voorover en liet de lading spuug op de grond komen. Van ver hoorde ik Jordan schreeuwen en niet veel later hoe er meerdere schoten gelost werden. Een harde dreun klonk.

'What the fuck,' hijgde Jordan en hij ondersteunde me met zijn arm. 'wat is dat voor wezen? Zag je hoe dik die was?' Ik knikte en merkte hoe weer mijn eten omhoog kwam borrelen. Met een kleine moeite onderdrukte ik dit. Jordan zette me naar het kraantje neer en liet daarna het water over mijn gezicht stromen, blijkbaar zat ik helemaal onder. Ik gaf Jordan een kleine glimlach als dank en liet daarna het water mijn mond instromen. Het water leek mijn pijn in mijn keel te helen en wachtte tot dat helemaal weg was.

'Kom,' zei Jordan en hees me overeind, 'laten we gaan.'

Na ruim twee uur stevig doorgelopen te hebben en al drie dorpjes te hebben tegengekomen, besloten we om eindelijk een pauze te houden.

'Mijn buik,' kreunde ik nadat de zoveelste pijnscheut me lastig viel. De baby, hij kon elk moment komen! Paniekerig keek ik Jordan aan. Hij leek ook bang en keek schichtig om zich heen. Waarnaar was hij op zoek?

'Het is vreemd dat we niemand zijn tegengekomen. We hebben toch paracetamols?' vroeg hij terwijl hij zijn rugzak losgespte en deze voorzichtig op de grond liet neerkomen. Samen zochten we in alle kleine zakken tot we ze uiteindelijk vonden.

'500 milligram,' zei Jordan en hij keek me aan, 'ik geef je er twee, hopelijk dat het geen schadelijke effecten heeft. Ik heb geen tijd om de bijsluiter te lezen.'

Ik knikte en pakte daarna de thermosfles. Het deksel draaide ik er vanaf en deed daarna de twee pilletjes in het bakje. Voorzichtig schonk ik wat water er bij en roerde dit daarna door met mijn vinger tot ik geen harde stukjes meer voelde.

In één keer dronk ik het smerige drankje op, dit moest wel werken, toch? Snel goot ik nog wat water in het bakje en dronk ook de restjes op. Vloekend omdat de smaak echt niet te harden was stopte ik de thermosfles weer terug in de rugzak en de paracetamols in het zijvakje.

'Goed, laten we gaan,' zei ik en we gingen weer verder. De paracetamol leek zijn werk te doen en we liepen door tot het begon te schemeren. Helaas dat we midden in het bos waren. Ik opperde dat we misschien een stukje zouden kunnen hardlopen, we moesten immers wel aan onze conditie blijven denken.

'Is goed,' zei Jordan en dus renden we samen het bospad langs tot we ineens een bord tegenkwamen.

"Het ziekenhuis," stond er met grote, zwarte letters opgeschreven, "de plek waar iedereen veilig is en zal zijn!"


JEEH ;D


ZielloosWhere stories live. Discover now