21 (deel 2)

40 3 2
                                    


(nog steeds pov Evelyn)

'Shit!' zei de man en hij rende de stalen trap af. De rest volgde en samen hielden we ons verborgen onder aan de trap. Mensen in militaire kleding rende heen en weer over de plaats heen. Geschreeuw klonk. Ook werd er geschoten, dit was zeker niet volgens plan.

'Wat moeten we doen?' vroeg ik, het antwoord dat ik kreeg was niet erg behulpzaam: 'Ik denk dat jij dat beter weet, niet?'

Het aantal lijken dat op de grond lag werd steeds groter en ik werd steeds banger dat dit nog uit de hand zou kunnen lopen. Ik ging rechtop staan en keek naar de plek waar wij net uit waren gekomen. Onze eigen mensen stonden daar te schieten. Roekeloos. Ik gromde zacht en maakte een beweging dat ze moesten stoppen. Meteen werd het stil. Gegil klonk nog steeds, maar nu zouden er meer levens gespaard blijven. We schuilden weer en de laatste mensen liepen het gebouw uit.

Als laatste kwam Dylano. Het wapen dat hij in zijn handen had voorspelde weinig goeds. Zijn grijns en houding maakte het nog angstaanjagender. Ik slikte en keek de andere bang aan.

'We hadden het beter moeten bespreken, waarschijnlijk gaan we allemaal alsnog dood,' zei de man weer en hij schudde zijn hoofd.

'Ik wist wel dat je het zou doen, Evelyn.' Zei hij en keek rond. Blijkbaar had hij me nog niet gevonden. Zou ik mezelf opofferen of alsnog proberen weg te komen? Ik koos voor beide. Kort zei ik: 'Jullie gaan zelf weg, ik zal jullie wel vinden! Geloof me, alsjeblieft. Dit is mede mijn schuld.'

Ze knikte en haastte zich weg. Nog geen drie seconden later had Dylano me gevonden. Bang kwam ik overeind. Hij richtte zijn wapen op me en kneep één oog dicht.

'Pretverpester,' zei hij, 'ik kan je nu doden. Maar dat doe ik niet, eerst moet je leiden.' Hij grijnsde gemeen en wenkte dat ik naar hem toe moest lopen. Het geweer dat ik in mijn handen had pakte ik beter vast en ik keek hem strak aan. Zijn ogen stonden donker, alsof hij het erg vond dat ik zijn mannen vermoord had. Ik zuchtte en ging op drie meter afstand van hem stilstaan.

'Ik kan jou ook doden,' zei ik, met al mijn moed die ik in me had. Nu moest ik even doorbijten. Ik vervolgde: 'Ik dacht eindelijk dat ik genoeg geleden had. De wereld gaat inderdaad naar de klote, Dylano. Door al die zombies zou ik bijna de rest van alle ellende vergeten.'

Ik kneep mijn ogen nog wat meer dicht om duidelijker te maken hoe boos is was. Het leek hem niets te boeien. Hij zei: 'Fijn voor je.' En hij richtte zijn wapen op.

Daarna ging alles heel snel. Een gil klonk en dit leidde hem net lang genoeg af dat ik kon richtten en schieten. Maar ook hij schoot. Het geluid maakte me doof en ik viel op de grond. Ook hij viel. We schreeuwde en wilde naar elkaar toe kruipen. Ik zag dat ik hem in zijn bovenbeen had geschoten. Blijkbaar op de goede plaats, want er stroomde enorm veel bloed uit de wond. Kort wierp ik een blik op de plek waar bij mij die immense pijn vandaan kwam. Mijn arm. Mijn arm was weg. Ik raakte in paniek en voelde met mijn rechterhand. Blijkbaar had hij kogels die ontplofte.

Nadat ik opeens een arm om mijn keel voelde, deed ik er alles aan om wraak te krijgen. Ik beet in zijn bovenarm en hij schreeuwde. Nog steeds hoorde ik alles heel vaag, door net. Ik spuugde iets uit wat net in mijn mond gekomen was en pakte met mijn vrije arm nu zijn nek vast. Met alle kracht die in me had kneep ik zijn nek fijn. Maar hij was veel sterker dan mij. Uit zijn zak pakte hij een mes en met de kracht die hij nog in zich had haalde hij uit. Op het moment dat het mijn buik raakte, klonk een schot. Het mes stak nog steeds in me, maar Dylano was dood.

'We moeten nu weg, binnen enkele seconden gaat alles ontploffen,' klonk het vaag en ik werd opgetild. Verontrustend gemompel klonk en ik werd hevig heen en weer geschud. Ik sloot mijn ogen. Door mijn oogleden heen zag ik het lichter worden en wist dat we buiten waren. Nog steeds vroeg ik me af waarom het buiten licht was, het was immers vier uur 's nachts. Het werd donkerder en ik hoorde gehijg. Het was waarschijnlijk de man, toen hij sprak klonk het als een zware stem.

Opeens voelde ik een vreemd soort druk op mijn lichaam. Blijkbaar voelde iedereen het, want gegil klonk. Ik werd naar voren gegooid en op dat moment werd de druk ook ineens veel hoger. Ik opende mijn ogen en zag mensen vliegen. Het leek in ieder geval zo. Ik vloog ook, hoog en ver. Ik wierp een blik achter me en zag het gebouw ontploffen. Vuur kwam razendsnel dichterbij. Enkele seconden later begon de hitte mijn huid te verbranden. Ik schreeuwde en het boeide me even niet dat ik elk moment weer op de grond zou komen.

Met een enorme kracht viel ik op de grond. Mijn hoofd bonkte tegen iets hards aan en meteen was ik bewusteloos. Zou ik het overleven?


sorry, nog een cliffhanger :D


ZielloosWhere stories live. Discover now