Tranen stroomden over mijn wangen. De pijn was te hevig en lied me half mijn bewustzijn verliezen waardoor ik niets meer waarnam. Ik en Lucas waren niet de enige die geraakt waren, een paar meter verder op zag ik voordat ik neerviel ook iemand liggen, dood waarschijnlijk. Met al mijn aandacht op mijn kuit gevestigd waar ik hard mijn hand tegenaan duwde, merkte ik niet dat mensen de ladder al weer af begonnen te klimmen.

'Lisa.' Zei een vrouw en ze knielde naast me nee. Het klonk ver weg, alsof ze achter een glazen muur stond. Kort glimlachte ze en tilde daarna mijn hand op. Opnieuw gilde ik het uit en kneep mijn ogen stijf dicht. De vrouw fluisterde: 'De kogel moet er zo snel mogelijk uit, ik zal je naar beneden moeten brengen. Houd vol!' Het enige wat ik kon doen was knikken en weer op mijn lip bijten.

Voorzichtig pakte ze me met één arm vast en hield me zo vast. Natuurlijk woog ik nog steeds ontzettend weinig, ook al had ik een kleine in mijn buik. Vaag hoorde ik haar hijgen en puffen en langzaam kwamen we beneden aan. Ik werd in iemands armen gelegd en merkte door de bewegingen die de persoon maakte dat die rende. Ik schreeuwde weer kort nadat mijn been tegen zijn been aankwam. Het was een man wiens naam ik niet kon herinneren, wel wist ik dat hij me altijd geholpen had.

Ik werd op de grond in een kamer gelegd en meteen snelde er drie mensen naar me toe, waaronder ook Jordan. Bang keek hij me aan en pakte ook bijna meteen mijn hand vast. Blijkbaar bloedde mijn been hevig.

'Dit gaat pijn doen, Lisa!' zei iemand hees en ik voelde kort iets kouds tegen mijn huid aan. Meteen besefte ik wat ze wilde gaan doen: met een pincet de kogel uit mijn been trekken. Zo hard als ik kon kneep ik in Jordans hand. De pincet werd in mijn vlees geduwd en ik voelde een enorme pijnlijke steken door mijn hele been gaan. Gillend kneep ik nog harder. Weer werd de pincet verder geduwd, nu leek die ook deels te draaien. Hij werd verder geopend en ik merkte dat ik mijn bewustzijn langzaam verloor. De pijn leek weg te ebben en nog voelde ik hoe de pincet langzaam weer uit het gat werd getrokken. Daarna werd er een doek hard tegen het gat aangeduwd en klonken er opgewonden stemmen. Kort glimlachte ik en daarna viel mijn hoofd opzij en werd het beeld zwart.

'Lisa?' klonk een stem, zacht en ver weg, 'Lisa, hoor je me?' Ik wilde mijn ogen openen, maar het lukte niet. Mijn lichaam leek verdoofd dus ik luisterde maar naar het geluid om me heen. Een jongensstem, Jordan, was zacht tegen me aan het praten. Ergens verder weg klonk een soort gepiep, ze waren waarschijnlijk met een of andere karretje bezig. Aan de andere kant waren mensen aan het praten, op fluistertoon. Kort hielden ze op met praten en het leek of hun ogen op mij gericht waren, zo kort dat het niet leek te zijn gebeurd. Al snel gingen ze weer verder en ik luisterde maar naar Jordan die nu met mijn haar bezig was.

'Alles komt goed, Lisa. Ik beloof het je. Zo gauw je weer kan lopen, dan neem ik mee de bossen in en dan gaan we verder naar het noorden. Niemand zal weten dat je weg bent voordat wij al zó ver zijn dat ze niet eens de moeite nemen om ons te volgen.' Zijn stem klinkt vreemd, hij huilt. Kort glimlach ik en meteen is hij stil.

'Je bewoog,' zei hij, zo zacht dat zelfs ik die op nog geen vijf centimeter afstand zat het nog maar net kon horen. Ik probeerde te knikken, maar dat lukte nog niet. Dus ik glimlachte en voelde hoe hij zijn hand op mijn wang legde. Sinds wanneer deed hij dat eigenlijk? Hoe lang lag ik hier al? Vond hij me weer opnieuw leuk? Mijn glimlach verdween. Het was echt onmogelijk dat hij meeging. Hij moest hier blijven, voor de kinderen zorgen. Ik merkte dat ik mijn bewustzijn weer verloor en liet het maar gewoon toe. Mijn hoofd zakte nog verder opzij en ik hoorde al niet meer dan Jordan opstond en hard wegrende.

'Ik schiet haar dood als ze nu niet wakker wordt!' schreeuwde iemand, ik schrok. Mijn kleine haren gingen recht overeind staan en ik sperde mijn ogen wijd open. Mijn blik viel op een egaal plafond boven me. Weer schreeuwde er iemand: 'Waag het, als jij haar schiet, schiet ik jou dood!' Jordan, dat was Jordan. En die andere man was Nigel. Ik slikte en bewoog moeizaam mijn armen. Ze waren enorm stijf, net als mijn benen. Diep inademend leunde ik op mijn elle bogen en duwde mijn lichaam zover omhoog als mogelijk was. Daarna liet ik me tegen het kussen aan tegen de muur aan zakken en keek naar het schouwspel voor mij. Jordan en Nigel hadden ruzie, flinke ruzie. Ik wierp ook een blik naast me, daar zat een meisje bang ineengedoken te kijken.

'Ze wist dat ik het niet toestond, ik snap niet dat je hier nog voor me staat!' schreeuwde Nigel en hij hief zijn vuist hoog op. Ik kneep mijn oog een beetje samen en op dat moment schreeuwde het meisje: 'Stop! Sukkels, ze is wakker.' Boos stond ze me een ruk op, Nigel tegen willen houdend. Te laat. Zijn gebalde vuist kwam vol in het gezicht Jordan die op zijn beurt Nigel in zijn edele delen trapte. Ik kon het niet laten te glimlachen.

'Stop zei ik!' schreeuwde het meisje weer en duwde ze hardhandig uit elkaar. Beide keken ze me woedend aan. Ik moest inderdaad zo snel mogelijk weg hier, alleen. Nigel spuugde op de grond en beende woedend de zaal uit. Nadat ook Jordan de zaal had verlaten via de andere kant, liet het meisje zich huilend op de rand van het bed zakken.

'Ik was zo bang dat ze u gingen vermoorden!' snikte ze en keek me aan. Ik glimlachte en stak mijn armen uit. Ze omhelsde me en zei in mijn haren: 'Maar u leeft nog, dus laat me uw verband verschonen.'

Ze liet me los en stond verrassent snel op. Bijna huppelend verliet ze de kamer, mij verbaasd achterlatend.


even een klein hoofdstukkie tussendoor ;D op t moment ben ik heel actie op wattpad jeeh!


ZielloosWhere stories live. Discover now