10 :D

88 7 3
                                    


[jeeh hoofdstuk 10 bereikt]

Nogmaals sloeg ik tegen het stootkussen aan. Mijn knokkels waren aan het bloeden en mijn armen brandden, maar ik negeerde het totdat ik vlekken begon te zien. Nog één keer sloeg ik en liet me toen vermoeid op de grond zakken.

Na het incident met die vrouw, was ik begonnen met trainen: ik moest gewoon sterker worden. Op het nieuws hadden ze gezegd dat er zo veel uitbraken waren geweest, dat iedereen verplicht werd om zich te melden. De enige manier die ze hadden gevonden om die monsters uit te schakelen, was door ze te vermoorden. Na een maand van zoeken naar een tegengif, hadden ze dus opgegeven.

'Stom fucking kussen,' schreeuwde ik, nadat ik zag hoe erg ik mijn handen toegetakeld had. En dan moest ik ook nog mijn benen trainen. Tranen stroomde over mijn wangen heen en ik ging maar op de loopband staan. Het was handig dat mam dat ding had gekocht, ze maakte er nooit gebruik van. Op het moment dat ze 'm weg wilde doen, protesteerde pap: om een of andere vage reden wilde hij gaan hardlopen. Doordat hij hooikoorts had, wilde hij niet in de buitenlucht lopen.

Ik glimlachte en stelde het apparaat in op tien minuten. De band ging draaien en ik begon te lopen. Het zweet af en toe wegvegend, gingen de tien minuten voorbij.

'Eindelijk,' pufte ik en liet mezelf op de grond vallen, 'nu nog eten.' Een paar minuten later stond ik op en liep de woonkamer weer binnen. Het geluid van de zombies was nog even hard en angstaanjagend. Snel smeerde ik een broodje en at die op, terwijl ik de zombies buiten boos aankeek. Met hun lichamen duwden ze tegen het tuinhekje aan, in de hoop binnen te dringen en mij op te eten. Net zoals die vrouw.

Ik veegde de kruimels van mijn mond en broek af en liep de trap op. Wat wilde ik nu graag douchen. Ik pakte mijn normale kleding op en liep daarmee naar de badkamer toe. Ik kleedde me uit en ging snel onder de douche staan. Het water had ik al op de koudste stand gezet en het koelde mijn lichaam al snel af. Heerlijk vond ik dit. Morgen weer een rustdag, besloot ik, bij het voelen van mijn spieren. Ze zouden nog overbelast kunnen raken.

Na het douchen liep ik naakt naar mijn kamer toe en pakte daar mijn telefoon op. Ik drukte op het knopje, maar het ding gaf geen kik. Ik was natuurlijk weer zo dom geweest om die oplader in mijn koffer te doen. In die koffer zaten ook ene hoop kledingstukken en spullen die ik erg nodig had. Natuurlijk had ik laatste dagen overwogen om bij de huizen in de buurt een kijkje te gaan nemen, want ook eten raakte op. Niemand had eten meegenomen, iedereen hoopte op een veilig onderkomen bij de militaire basis.

Mijn kamer rondkijkend in de hoop op wat spullen die ik nog zou kunnen gebruiken, dacht ik na. Want wat als er wél nog iemand thuis zou zijn? Misschien dacht het persoon dan wel dat ik een zombie zijn en zou hij of zij me vermoorden. Het klonk dan misschien wel onlogisch, maar het zou echt iets voor mij zijn om dat te doen. Toch pakte ik wat kleren uit de kast en trok die aan. Snel kleedde ik me aan en een paar minuten later stond ik buiten met het keukenmes in mijn hand, waar het bloed van de zombie nog steeds een beetje aan zat.

Al snel stond ik klaar met het mes in mijn hand, om de ruit in te slaan. Het was makkelijk geweest om over het muurtje tussen onze tuinen in te lopen. Vergetend om te checken of de deur niet gewoon open was, sla ik het mes tegen de ruit aan. Een barst ontstaat en ik sla opnieuw. Na een paar keer viel het glas in ontelbaar veel stukjes op de grond en kon ik er door heen. Ik veegde met de botte kant van het mes het glas weg en klom er door heen. Op dat moment ging de deur op en viel ik dus op de grond. Grinnikend om mijn domme fout krabbelde ik snel weer overeind en duwde de klink naar beneden. Al snel viel mij op dat zij veel sneller het huis hadden moeten verlaten: er waren wat dingen op de grond gevallen en niks was weg. Er lagen wat papieren en rommeltjes op de grond en verder lag op de tafel ook nog wat rotzooi. Misschien dat ze de tandenborstel ook hadden laten liggen?

Toch wel beschaamd –maar ook dankbaar- dat ik hun spullen zou gaan gebruiken, liep ik zwijgend eerst rustig door het huis heen. Je weet maar nooit, misschien zal er wel een verstopt op het toilet of zoiets. Ik grinnikte opnieuw en opende de wc-deur. Niemand, wel veel wc-rollen die ik ook goed kon gebruiken. Ik stopte ze allemaal in mijn rugzak en liep de trap op. Zij hadden twee kinderen: een jongen en meisje van een iets jongere leeftijd dan ik. Ze waren altijd aan het vechten, dus vaak hoorde ik de moeder dan schreeuwen dat ze moesten stoppen. Maar nu zou ik dat dus nooit meer horen. Ik zuchtte diep en pakte wat tijdschriften die op de grond waren gevallen op. Het waren meidentijdschriften, ik hoopte maar dat er wat leuks in stond. Na nog wat ditjes en datjes kwam ik uiteindelijk aan in de badkamer, ik had geluk: er stond nog één tandenborstel. Ook lagen er een borstel en kam en ook de shampoo was niet meegenomen. Het was slim om nog even langs dit huis te gaan, dacht ik trots toen ik even later mijn verzameling uitstalde. De dingen waar ik het meest blij mee was, een tandenborstel, voedsel, cd's en kleding, liet ik nog even in mijn rugzak zitten. Die zou ik boven neer kunnen zetten. De rest zette ik ergens in de woonkamer neer. Waarschijnlijk dat het binnen de kortste keren één grote bende zou worden, maar dan zou ik kunnen verhuizen en alles kunnen ordenen.

Ik pakte mijn rugzak op en begon de trap op te lopen, totdat opeens de deurbel mijn nekharen recht overeind lieten staan.



CLIFFHANGER WHAHAHA :D


ZielloosWhere stories live. Discover now