Stranger Danger

470 61 39
                                    

'Ik denk niet dat de portalen worden geopend door individuelen, en ook niet dat ze 'per ongeluk" openen. Ik denk dat ze wachten op het juiste moment om er iets doorheen te sturen. Iets dat onze wereld compleet op zijn kop zou zetten.'

Dominiques woorden klinken me weer in de oren.

'Wie ben je?' ik eis een antwoord met mijn blik, en ik zie de jongen slikken.

'Ezra,' zegt hij, 'Ezra Montreal.'

'En waar kom je vandaan?' hij is te bang om te liegen, dat zou ik van een kilometer afstand nog ruiken.

Ezra wijst naar de spiegel.

'Waar ging die spiegel naartoe?!' snauw ik.

'M-mijn wereld. Een-' hij kijkt om zich heen, 'andere wereld dan deze...'

'No shit,' kets ik hem in zijn gezicht, en ik kijk opnieuw naar de spiegel. Dit moet echt serieus gebeuren waar ík bij ben gewoon.

Ik zucht, en neem de jongen nog een keer in me op. Hij heeft blauwe ogen, die mij net zo nieuwsgierig in zich opnemen als die van mij hem.

Maar ik vertrouw hem niet. En ik moet bedenken wat ik in s' hemelsnaam met hem moet doen. Hem uitleveren aan de Schouwers is me net iets té harteloos. Bovendien bespaar ik iedereen graag een ontmoeting met Tristan...

'Mag ik vragen hoe- hoe jij heet?'

Ik trek een wenkbrauw op, 'Leah, Vaalhaar.'

De jongen fronst even, en wijst om zich heen, 'behalve dat we op het vrouwentoilet zijn, waar ben ik?' hij kijkt me vragend aan.

Bijna weet hij een glimlach los te trekken door die opmerking, maar ik weet me in te houden.

'Zweinstein,' antwoord ik.

Ik zie Ezra's ogen groter worden, 'sorry, wáár?'

'Ben je doof? Ik zei: Zweinstein.'

Ik zie Ezra achteruit struikelen, en hij leunt tegen de deur waar ik hem zonet nog tegenaan duwde.

'Dat kan niet-' stamelt hij.

Ik sla mijn armen over elkaar, en kijk hem weinig onder de indruk en met opgetrokken wenkbrauw aan.

'Dat- is praktisch onmogelijk,' stamelt hij.

'Als je klaar bent met je kleine- angstaanval, kun je me haarfijn uitleggen waar je precies was, voor je besloot mijn nichtje naar die plek te sturen,' onbewogen blijf ik Ezra aankijken.

Hij kijkt me aan, en zijn blik boort door me heen. Maar ik ben verdomme een wolf, en ik ben te eigenwijs voor mijn eigen gezondheid, dus wacht ik tot hij als eerste zijn blik afwend.

Gewonnen.

'Ik was serieus alleen maar bezig met het doen van mijn haar, toen ik ineens door die spiegel getrokken leek te worden,' Ezra kijkt me hulpzoekend aan. En nog steeds bespeur ik geen leugen.

Hoe kan dit? Dominique heeft practisch voorspeld dat dit zou gaan gebeuren, en toch staat die gozer niks te verzinnen...

'Het spijt me echt van dat meisje.'

Ik word door de stem uit mijn overpeinzingen getrokken, en ik schud mijn hoofd.

'Blijkbaar kun jij er ook niks aan doen,' zeg ik met enige tegenzin.

'Blij dat je dat in ieder geval kan geloven,' zegt Ezra, en hij klinkt opgelucht.

Ik geef geen antwoord.

'Je- eh- je zei dat we in Z-Zweinstein zijn,' zegt Ezra, en hij kiest zijn woorden zorgvuldig.

Ik knik.

'Zweinstein- als in Hogeschool voor Hekserij en Hocus Pocus?' vraagt Ezra.

Ik knik opnieuw, niet wetende waar hij heen wilt met zijn vragen.

'Als in- Harry Potter?'

Ik zet mijn handen in mijn zij, en knijp mij ogen iets samen, maar nog steeds geef ik geen antwoord.

'Ben ik- serieus in de Wereld van Harry Potter?!' nu zie ik enthousiasme in de ogen van de jongen. 'No way!'

'Ben je klaar met fangirlen?' vraag ik nuchter, en ik ontspan een beetje.

Ezra doet zijn mond open, maar sluit hem dan ook weer. En even doet hij me denken aan een vis op het droge.

'Ja, je bent in de wereld van Harry Potter, maar generaties na hem.'

'O.'

'Teleurgesteld? Ik kan je ook gewoon hier laten hoor,' ik tik met mijn voet op de grond, 'maar dan loop je dus wel het gevaar op ontdekking, en er lopen op dit moment Schouwers rond in het kasteel, die jou met alle liefde een enkeltje Azkaban zouden geven. Nou weet je blijkbaar over Harry Potter, dus zul je ook wel weten wat Azkaban is?' triomfantelijk kijk ik hem aan.

'Nee! Nee! Begrijp me niet verkeerd! Ik vind het- nou op zijn minst bijzonder dat ik hier ben! Maar- in mijn wereld is het verhaal een boekenreeks. De jongen die bleef leven,' legt Ezra uit.

Ik knik, 'ja dat weet ik.'

Ezra kijkt me verrast aan, maar ik voel niet bepaald de behoefte hem mij hele levensverhaal te vertellen.

'Leah?'

'Hm?'

'Hoe oud ben je eigenlijk?'

'Vijftien, en jij?'

'Vijft- je lijkt veel ouder,' hij fronst, maar ik geef geen antwoord. Ik kijk hem alleen maar vragend aan.

'Ik ben zeventien,' antwoord hij.

Ik grijns, 'en je liet je omver werken door een meisje? What a man,' ik klak met mijn tong.

'Oké punt één was ik er níét op bedacht dat je me zou- bespringen. En ten tweede... nou, je bent sterk, voor een meisje.'

'Jij niet,' kets ik terug.

'Voor een meisje?' grijnst hij, en met die opmerking weet hij eindelijk een grijnsje los te weken.

'Wauw, je lacht!' zegt Ezra meteen, en hij haalt even nonchalant een hand door zijn haar, 'dat zou je vaker moeten doen.'

Dat zei hij niet echt, toch?

'Je zei dat je achternaam Vaalhaar is,' zegt Ezra.

'Dus?'

'Ben je de dochter van- van Fenrir?'

Mijn wenkbrauwen gaan omhoog, 'Fenrir is mijn oom,' zeg ik, 'ik ben de dochter van zijn broer.'

'Zijn- Fenrir heeft een broer?' Ezra's gezicht klaart op, 'dat stond dus niet in de boeken!'

Ik zucht, 'jij, wacht hier,' zeg ik, 'terwijl ik hulp ga halen. Oh wee als ik je hier niet vind als ik terug kom!'

'Dan wat?' vraagt Ezra, een beetje uitdagend.

'You'll see for yourself! Je kent de familienaam Vaalhaar, dus dan weet je ook wat ik ben, en je aan kan doen!' ik kijk hem doordringend aan. En voor een moment kijken we elkaar recht aan. Deze keer wendt hij zijn ogen niet af, maar zie ik hem knikken.

'Dus blijf,' zeg ik.

'Zei de weerwolf tegen het mens,' zegt Ezra bijdehand.

Ik loop naar de deur, en blijf hem aankijken tot de deur dicht is.

Even blijf ik tegen de deur aan geleund staan, en probeer ik mijn hart tot stilte te manen. Dominique is weg...

Weg.

Weg.    

Lost in Harry Potter: The SwitchWhere stories live. Discover now