The Family Arundell

487 50 30
                                    

Zo goed en zo kwaad als we kunnen, proberen we bij Macenzies huis te komen zónder in portalen terecht te komen.
Inmiddels kan ik wel zeggen dat we alledrie behoorlijk goed zijn geworden in het onderscheiden van een portaal. We hebben menig omweg nodig, en pas na ruim een uur slaakt Macenzie een kreet.
'Daar!'
Alex en ik volgen haar vinger. Die wijst naar een groot huis. Zijn wij serieus de eerste bezoekers van Macenzie?
'In dat huis passen op zijn minst drie families,' zegt Alex.
Macenzie kijkt hem aan, 'die wonen er ook,' zegt ze met een serieuze blik.
Ik kan een glimlach niet onderdrukken als Alex daar geen weerwoord op heeft.
'Behalve jij en je ouders, wie wonen er nog meer?' vraag ik.
Mijn zus met haar gezin en mijn overgrootouders.
'Allemaal heksen en tovenaars?' Alex kijkt haar weinig overtuigd aan.
Mijn overgrootopa is geen tovenaar, maar wel hoofd van de familie, dus probeer je bijdehante opmerkingen een beetje in te perken.'
'Ik kan niets beloven,' ketst Alex terug.
'Dan kan ik je veiligheid ook niet garanderen, maar hé, your funeral,' zegt Macenzie nuchter, en ze belt aan.
Een statige man doet de deur open, en ik moet meteen denken aan the Addems Family. Een film waar met name Alec graag naar kijkt, en als het even kan dwingt hij Borg en mij mee te kijken.
De gedachte aan mijn ouders maakt dat ik een brok in mijn keel voel. Ga ik ze nog terug zien?
'Mejuffrouw Arundell,' zegt de man op een bekakt toontje, en ik kijk Macenzie aan. Die glimlacht.
'Miles, noem me niet zo,' zegt ze, 'je kent me al mijn hele leven. Ik heb vrienden meegenomen, zou jij aan iedereen aan willen kondigen dat ik Leah Vaalhaar bij me heb?'
'En de jongeman?'
Macenzie kijkt opzij, 'Alex Jordaan,' zegt ze.
De man knikt even, en Macenzie trekt ons mee naar binnen.
Het is er behaaglijk, en het is van binnen net zo gotisch ingericht als dat het er van buiten uit ziet. Warme kleuren, met name rood.
Vloerkleden maken dat onze voetstappen dempen op de, ongetwijfeld, doorleefde houten vloer.
Er staan twee harnassen bij de trap die de hal inkijken.
Ik ben meteen verliefd op het huis, en ik snap niet waarom Macenzie nooit mensen mee naar huis heeft genomen.
'Dit is echt prachtig!' zeg ik met een glimlach.
Macenzie glimlacht, 'dank je.' Ze klinkt weer bijna verlegen.
'Die Miles, is dat jullie butler?' vraagt Alex, die ongemakkelijk om zich heen kijkt. Ik kijk hem met een opgetrokken wenkbrauw aan, 'Alex, is er iets aan de hand?' vraag ik.
Hij trekt de mouwen van zijn trui over zijn handen, 'eerlijk gezegd voel ik me een beetje ongemakkelijk,' zegt hij. 'Het ziet er- nou- uit als zo'n typisch spookhuis uit films, enzo,' hij is rood aangelopen en kijkt Macenzie niet aan.
Ik kijk van de een naar de ander. Maar Macenzie lijkt totaal niet verbaasd te zijn dat te horen.
'Zoals ik al zei,' zegt ze geduldig, 'heb ik nooit mensen mee over de vloer genomen. Een van de redenen is deze reactie.'
Alex kijkt haar aan, 'en de andere reden?'
'Lieverd!'
We kijken allemaal op. En nu is het helemaal alsof ik in een van mijn vaders films gevallen ben. Een statige man en vrouw zijn in de hal verschenen.
Er breekt een grote open lach door op Macenzies gezicht, en meteen zie ik het. Meteen snap ik wat de tweede reden is dat ze geen mensen over de vloer had.
Ze bedoelde letterlijk ménsen. Omdat een Weerwolf zoals ik, niets van hen te vrezen heeft.
Het zijn vampiers.
Alex, zit temidden van minstens vijf generaties vampiers.
Ik kijk hem aan, en zie dat hij een stuk bleker is geworden om zijn neus.
Geen twijfel mogelijk, hij weet dat hij in gevaar is.
'Dit zijn onze gasten!' zegt Macenzie opgewekt.
Er word me met vriendelijke woorden de hand geschudt, en ik stel me netjes voor.
Ik hoor dat ik hier John en Mary Arundell voor me heb, en dat ze erg vereerd zijn me te ontmoeten. Met name omdat ze altijd al een Vaalhaar hadden willen ontmoeten.
Alex is een stuk terughoudender, en ik hoor zijn stem knijpen, van angst deze keer, als hij zichzelf voorstelt.
We worden uitgenodigd naar de huiskamer te komen, die ziet er net zo uit als de rest van het huis. De haard is aan, en we krijgen warme chocomelk.
'Onze dochter heeft nog nooit vriendin meegenomen naar huis,' zegt Mary. Ze heeft een zachte maar verstaanbare stem. En net als bij Macenzie merk ik dat ze op een zelfverzekerde manier de aandacht eist als ze spreekt.
Zou dat een familietrekje of een vampiertrekje zijn?
'Ik geloof dat ik met een lange lijn vampiers te maken heb,' glimlach ik, terwijl ik het velletje van mijn nog te hete chocolademelk pluk, 'ik moet zeggen dat ik me net zo vereerd voel als jullie.'
Alex en Macenzie kijken me aan, waarschijnlijk hadden ze nooit verwacht dat ik zulke taal überhaupt kende.
Ik blijf de twee ouders glimlachend aankijken.
'Je hebt helemaal gelijk Leah!' zegt John joviaal, en hij lacht. Het geluid vult de hele ruimte, en het lijkt alsof zijn lach warmte in de kamer toevoegt. Het is een fijn geluid besluit ik.
'Schrok je?'
Ik schud mijn hoofd, 'Macenzie had er niets over gezegd, maar Weerwolven en Vampiers hebben niets te vrezen van elkaar.'
Mary knikt. En John bromt goedkeurend.
'Maar ik wel!'
Iedereen kijkt Alex aan, die met een rood hoofd een slok van zijn chocolademelk neemt. Die is nog te heet, en hij begint te hoesten.
'Ja, dat klopt,' zegt John, en hij kijkt Alex aan, 'ik zal er niet om liegen dat je lekker ruikt jongen, maar het Ministerie heeft regels ingesteld on ervoor te zorgen dat we ons niet te buiten gaan aan bloed.'
Alex geeft geen antwoord, in plaats daarvan neemt hij nog een slok van zijn drinken. Ik kan zijn nervositeit bijna voelen. Het zou aanstekelijk zijn geweest, ware het niet dat ik me op mijn gemak voel in dit huis.
'Je mag je natuurlijk ook vrijwillig laten bijten,' zegt Macenzie luchtig. Meteen verslikt Alex zich opnieuw, en begint voor de tweede keer te hoesten. Ik vind het bijna gemeen van mezelf dat ik het een beetje amusant vind.
'V-vrijwillig?' Alex klinkt schor van het hoesten, en als hij opkijkt zie ik dat er tranen over zijn wangen lopen. Duidelijk ook van het hoesten.
'Laten we hem houden, ik vind hem wel amusant,' glimlacht Mary.
'Ik ben een mens, geen huisdier!' zegt Alex, een tikkeltje fel.
'Heeft niemand je ooit verteld hoe het voelt om gebeten te worden door een vampier?' vraagt John, die kalm blijft onder de situatie.
'Ik hoef het niet te weren, dank je,' zegt Alex. 'Of het pijn doet ja of nee.'
'Ik zou het je niet kunnen zeggen,' zegt Macenzie, 'ik ben nooit gebeten. Ik ben zo geboren,' ze laat haar tanden even zien. En nu zijn haar scherpe hoektanden goed te zien.
'Die nieuwtjes voor je roddelkrantje,' ik kijk haar aan, 'je veranderde gewoon in een vleermuis.'
Macenzie lacht schuldbewust, maar geeft geen antwoord.
Haar lach lijkt op die van haar vader, bedenk ik me. Natuurlijk vrouwelijk. Maar ook haar lach vult de hele kamer. En even voelt het alsof alles wel weer goed zal komen...

Lost in Harry Potter: The SwitchWhere stories live. Discover now