Shortlived Happiness

426 43 47
                                    

Dominique P.o.V

'Zijn wij geniaal, of zijn wij geniaal?!' Fenrir kijkt ons opgewekt aan.

Ik glimlach, en Nikolai grinnikt, 'wij zijn geniaal,' beaamt hij.

'Dat dacht ik ja!'

Voor ons doemt het kasteel op. Groots. Huiselijk. Zoals ik het ken.

Alleen al denkend aan hoe het was, maakt dat ik moet glimlachen. Zou het weer hetzelfde gaan worden?

Iedereen bij elkaar, lol makend, etend. Normaal de lessen volgend. Niet te spreken over de SLIJMBALLEN.

'Wat denk je?' hoor ik Nik naast me vragen.

Ik kijk hem aan, 'hoe het was, voor- dit,' ik wijs om me heen.

Hij knikt, 'ja. Dat wil ik ook wel weer terug.'

Ik bijt op mijn lip, 'nou, er is één ding dat ik zou willen veranderen,' zeg ik. Ik kijk weg, en veeg een pluk haar achter mijn oor.

Oh god, waarom moest ik dat nou per se hardop zeggen?

'Oh?' Nik klinkt verrast, 'wat dan?'

Nog steeds ontwijk ik oogcontact, 'dat- wij minder ruzie maken.'

Even is het stil, en ben ik bang dat hij een of andere rotopmerking gaat maken.

Hij blijft stilstaan, en ik volg automatisch zijn voorbeeld.

Fenrir en Rosa lopen langs ons heen.

Even draait opa zich om, en kijkt ons met een opgetrokken wenkbrauw glimlachend aan. Ik heb het vage vermoeden wat hij denkt. Maar ik laat hem niet merken of wát hij denkt ook waar is. Dus ik draai me om, en probeer Nikolai aan te kijken.

'Jij niet?' vraag ik voorzichtig.

Hij glimlacht, 'ik vind dat we al een heel eind op weg zijn naar géén ruzie meer maken,' zegt hij nuchter.

ik lach even, en knik, 'ja fair enough.'

Hij zucht, en haalt even een hand door zijn witblonde haar, 'ik mis mijn vrienden.'

Ik knik, 'ik ook. Nymph, Leah, Yuri uit mijn jaar, Kelly.'

'Leah ben ik het mee eens,' zegt Nik meteen, 'Morgana, Stephen, Simone.'

Ik wrijf over mijn arm, 'jij en Leah-' begin ik.

Nikolai trekt een wenkbrauw op.

'Hebben- ik bedoel- jullie zijn zo close enzo,' stotter ik.

'Oh, nee. Leah en ik zijn vier handen op één buik, maar dat is het ook,' zegt Nikolai, die de hint blijkbaar begrepen heeft.

'Waarom wil je dat eigenlijk wet-'

'SHIT!'

Godzijdank wordt me door mijn opa een antwoord bespaard gebleven, en ik draai me om.

'Een Portaal!' hij komt weer naar ons toe lopen, 'we kunnen niet via die weg.'

'Kunnen we dan niet omlopen?'

We kijken allemaal naar Rosa. Het was haar vraag, en we zijn allemaal verbaasd dat ze haar mond überhaupt open durft te doen.

Even vallen we stil.

'Dat- is de beste optie die we hebben. Helaas,' zegt Fenrir uiteindelijk.

'Nou dan lopen we om,' beslis ik, en ik loop langs het Portaal het bos in.

Het duurt niet lang of ik hoor de voetstappen van de anderen achter me.

Fenrir komt naast me lopen, 'boeiend gesprek?' vraagt hij nonchalant, met zijn handen in zijn zakken.

Ik voel mijn wangen kleuren, 'neuh.'

'Je weet dat ik het ruik als je liegt, toch?'

'Dat is zo'n beetje je specialiteit,' grom ik. 'Daar hebben jij en oma vaak genoeg verhalen over verteld, ja.'

'Dus het as een boeiend gesprek.'

Ik geef geen antwoord.

'Het is helemaal geen schande om iemand leuk te vinden, dat weet je toch?' gaat Fenrir door.

Ik kijk naar de grond, en schop een dennenappel vooruit, 'hij is de beste vriend van-'

'-Leah, ja. Maar dat wilt niet zeggen dat hij haar ook daadwerkelijk leuk vind.'

'oh kom op,' ik kijk mijn opa weinig overtuigd aan.

'Nou dan geloof je me niet.'

Nu begin ik te fronsen, 'heb je legillimentie gebruikt?'

'Misschien.'

Eventjes, heel eventjes maar, ben ik in de verleiding gebracht te vragen wat hij zag. Maar ik houd me in, 'weet je, ik hoef het niet te weten,' glimlach ik.

Fenrir glimlacht, en woelt even met zijn vingers door mijn haren, 'ik had van mijn kleindochter niets anders verwacht.'

'Eh-'

Horen we voorzichtig achter ons, en we draaien ons tegelijk om.

Rosa staat achter ons, en wijst langs ons heen, 'we zijn er.'

Fenrir kijkt op, 'nou nee maar. Dat ging sneller dan verwacht!' zegt hij opgewekt. En meteen gaat hij ons voor naar het kasteel.

'Na jullie,' zegt Fenrir, als we het kasteel bereikt hebben en hij de deur geopend heeft.

Snel lopen we naar binnen.

Het is er net zo warm als dat ik me herinnerde.

Maar het is ook extreem stil, en leeg.

Geen leerlingen, geen Professoren. Waar is iedereen?

We kijken allemaal op als er een kleine huiself voorbij komt rennen. Die meteen stopt als hij ons ziet.

'Nog meer!' roept hij opgewekt. 'Meesters zitten in de bibliotheek,' hij wijst met zijn knokige vingertje omhoog, 'Vodde heeft ze net te eten gebracht.'

'Wie- zijn er precies?' vraagt Nikolai.

'Drie meesters,' herhaalt de huiself, 'een heeft Vodde geholpen.'

We kijken elkaar aan.

'Zou dat betekenen-' vraag ik me hardop af.

'Daar komen we maar op één manier achter,' zegt Fenrir, hij draait zich om en loopt naar de trap.

Zo snel we kunnen lopen we achter hem aan.

Ik ben opgelucht, als ik zie dat de gang naar de bibliotheek vrij is van Portalen, en ik ren vooruit.

Meteen als ik om de hoek kijk, zie ik bekende gezichten.

Ook zij kijken ons aan.

'Broertje!' Fenrir rent langs me heen, en hij omhelst zijn broer, blij, en opgelucht. 'Ik heb me zoveel zorgen gemaakt!'

Borg lacht, en vind in de omhelzing tijd om mij even door mijn haar te woelen, 'ik loop niet meer in zeven sloten tegelijk.'

'Mam!' horen we roepen.

En meteen kijkt iedereen op.

Een jongen, ongetwijfeld Ezra, die mijn plaats innam, is opgesprongen, en rent op Rosa af.

Tegelijkertijd zien we Alec langzaam opstaan.

'R-Rosa?' stamelt hij,zacht, maar hoorbaar.    

Lost in Harry Potter: The SwitchWhere stories live. Discover now