Where the hell...?

425 52 21
                                    

Dominique P.o.V

Ik krabbel overeind.

'Leah?!' fluister ik, en ik draai me om. Mijn hart zinkt me in mijn schoenen als ik zie dat de spiegel waar ik doorheen kwam weer gewoon een spiegel is.

Verdomme Dominique, je had weg moeten springen, spiegels zijn machtige magische objecten! Foeter ik mezelf uit.

Pas dan neem ik de moeite om me heen te kijken.

Zo te zien ben ik op een zolder, en slaapkamer. Een jongensslaapkamer.

De kamer van de jongen die uit de spiegel kwam misschien?

Ik zie posters met schaars geklede meisjes. De posters bewegen niet, dus- ik ben in een Dreuzel kamer.

Ik kijk naar de toverstok in mijn hand, en hef hem op, 'Wingardium Leviosa!' zeg ik, en wijs op een boek dat ik op het nachtkastje zie liggen.

Er gebeurt nada.

Oké, alsof de situatie waar ik me in bevind al niet erg genoeg is, is er hier blijkbaar geen magie.

Ik schrik me te pletter als er op de deur geklopt wordt.

'Ezra?' roept een vrouwenstem.

Als aan de grond genageld blijf ik staan waar ik sta, met grote ogen staar ik naar de klink, die omlaag gedrukt wordt.

Verbijsterd staan een vrouw en ik elkaar aan te kijken.

Ze is van middelbare leeftijd, schat ik zo.

Ze knippert met haar ogen, maar- dat zie ik een glinstering verschijnen, en haar gezicht klaart op, 'waar kom je vandaan?' vraagt ze.

Ik ben te verbijsterd om meteen te antwoorden, en dus sta ik een beetje met mijn mond vol tanden.

'Kom, kom, ik heb thee beneden,' zegt de vrouw, en ze draait zich om. Zonder op me te wachten loopt ze naar beneden.

Een beetje schaapachting besluit ik haar te volgen.

Ik kom terecht in een gezellige huiskamer. Een zo op het eerste gezicht, doodgewone huiskamer.

De vrouw komt met een kop thee naar me toe lopen, 'ga toch zitten!' zegt ze, opgewekt.

Ik frons even, maar besluit dan toch te doen wat ze vraagt.

'Waar kom je vandaan?' vraagt de vrouw, en ze gaat in de stoel naast die van mij zitten.

'Eh-' stamel ik, niet wetende of ze me ooit zou geloven.

'Ik weet dat je niet hier vandaan komt, waar kom je dan vandaan?'

Ik staar de vrouw aan. Zei ze nou wat ik dacht dat ze zei?

Mijn gevoel zegt me dat het niet klopt. Deze vrouw zou helemaal niets moeten weten.

Niet eens dat ik niet hier vandaan kom.

'Oh wees maar niet bang,' zegt de vrouw, 'ik zal je niets doen. Ik ben gewoon- verrast dat mijn experiment is gelukt.'

Ik zet mijn kop thee terug op tafel, wat die vrouw ook drinkt, ik hoef het zeker niet.

Ze glimlacht, 'er zit geen gif in de thee.'

Ja, sure.

'Je bent een te belangrijk deel van mijn experiment om je te vergiftigen,' zegt de vrouw, 'bovendien wil ik mijn zoon graag terug, en jouw ouder willen hun dochter vast ook graag weer terug.' Ze staat op, en verdwijnt door een deur.

Na nog geen minuut komt ze alweer terug met een witte lange jas.

Ze laat me een plaatje zien.

R.M.C.

Ik frons, en kijk de vrouw niet-begrijpend aan.

'Ik ben de CEO van dit bedrijf,' zegt de vrouw, 'R.M Company. Een Company die zich bezighoudt met het zoeken naar andere dimensies. Ik geloofde niet dat wij de enigen konden zijn binnen ons universum, en ik ben op zoek gegaan naar een manier waarop ik misschien contact kon maken met die andere werelden. En jij bent van zo'n andere wereld, toch?' de vrouw kijkt me zo doordringend aan, dat ik eigenlijk niet wil liegen.

Dus ik knik.

'En van welke kom je?' ze vouwt haar handen samen. Vergis ik me, of zie ik iets van- hoop? In haar ogen.

'Eh-' stamel ik opnieuw.

'Naar welke wereld is mijn zoon gegaan?' vraagt de vrouw.

'Vindt u het niet verontrustend dat hij in een wereld buiten de uwe terecht is gekomen?' vraag ik eindelijk.

'Niet, als het de wereld is waar ik al vijftien jaar lang contact mee probeer te maken,' zegt de vrouw, 'een wereld waar Harry Potter echt is. Echt bestaat, en waar magie aan de orde van de dag is.'

Ik sta op, en loop achteruit bij de vrouw vandaan. De puzzelstukjes vallen op zijn plek.

'U- u bent degene die steeds al die portalen opent in onze wereld!' roep ik, en ik wijs op har, met mijn toverstok die hier niets waard is.

De vrouw kijkt me aan, 'laat die toverstok maar zakken, want ik weet dat die hier niets waard is.'

Ik doe niet wat ze zegt, in plaats daarvan draai ik me om, trek de deur open, en ren naar de gang, naar de voordeur.

Zo snel ik kan ren ik ernaartoe, terwijl ik achter me al de voetstappen van de vrouw hoor.

Ik trek de deur open, op het moment dat ze bijna bij me is, en ren de buitenlucht in.

'Nee! Wacht! Zonder mijn hulp kom je niet terug!' hoor ik haar roepen.

Maar ik wil het niet horen. Alles in me schreeuwt dat ik weg moet daar, en ik blijf rennen tot mijn longen in brand staan.

Hijgend leun ik met mijn rug tegen de muur, en kijk om me heen.

Ik heb geen idee waar ik ben...

Lost in Harry Potter: The SwitchWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu