So effing Stubborn

477 51 47
                                    

Wankelend staat Tristan op zijn benen de tent in te pakken.

Ik kan er met mijn hoofd niet bij dat die jongen werkelijk zo stronteigenwijs is dat hij niet gewoon wilt uitzieken. Wat veel gezonder voor hem is.

Maar hé, als hij per se weer op weg wilt, wie ben ik dan om hem tegen te houden.

En dus gaan we vijf minuten later weer op pad.

De grond knispert onder mijn schoenen. Even sta ik het mezelf toe om weer te denken aan voor dit alles.

Aan mijn vrienden, aan mijn familie.

Met name aan mijn ouders. Hoe zou het met ze zijn? En met Alec?

Ik glimlach in mezelf, het zou me niets verbazen als hij in paniek was na dit hele gebeuren. En ik zie al helemaal voor me hoe hij snauwerig tegen Borg roept dat hij niet snapt hoe hij zo rustig kan blijven in deze crisis.

En Borg, die dan kalmpjes uitlegt dat het geen zin heeft in paniek te raken, omdat je daar toch niets mee oplost.

Sowieso wilde Alec naar Zweinstein, want alleen in de bibliotheek zou hij misschien antwoorden kunnen vinden voor deze crisis. Hij zou zich weer verantwoordelijk voelen voor de tovergemeenschap.

Ik bijt op mijn lip, hopelijk zíjn ze in Zweinstein, zijn ze veilig. En belangrijker, bij elkaar.

Ineens voel ik het gemis, van iedereen die ik normaal om me heen heb, en ik ga steeds langzamer lopen. Tot ik helemaal stilsta.

'Leah?'

Loom kijk ik op, als ik Tristan mijn naam hoor noemen.

Fronsend en vragend kijkt hij me aan, 'kom je nog?'

Ik geef geen antwoord, en loop weer naar hem toe.

'Is er iets aan de hand? Je bent voor jou doen zo stil,' zegt Tristan. Ik wil antwoorden, maar net op dat moment krijgt hij een hoestbui. Droogjes klop ik hem op zijn rug. Nog steeds blijft hij eigenwijs doorgaan.

Prima, als hij erbij wit neervallen moet hij dat vooral lekker zelf weten.

'Nou?' vraagt hij, met tranende ogen als zijn hoestbui voorbij is, 'waarom ben je zo stil?'

'Denk jij niet aan je vrienden en je vader?' vraag ik.

Hij kijkt me aan, en ik trek een wenkbrauw op.

'Ik wel, namelijk,' vervolg ik.

'Ja natuurlijk denk ik aan ze,' zegt Tristan, 'maar het heeft geen zin om je daardoor uit het veld te laten slaan. We hebben een missie.'

'Een missie,' herhaal ik hem, en ik trek mijn wenkbrauwen op, 'Tristan, het is het epicentrum van die Portalen zoeken, niet een of andere hogere- whatever,' ik wapper met mijn handen om mijn woorden kracht bij te zetten.

'Ja, dat is het dus wel!' zegt Tristan, een tikje gefrustreerd, 'hoe krijg jij het in godsnaam voor elkaar om alles steeds zo nuchter te bekijken, terwijl je je blijkbaar tóch zorgen maakt om je vrienden en je familie?!'

Wauw, waar komt deze uitbarsting nou weer vandaan?

Met een half opgetrokken neus en fronsend kijk ik hem aan.

'Kun je wel zo kijken,' knort Tristan, en hij loopt een paar wankele stappen.

Ik zie hem vallen, en net op tijd grijp ik hem onder zijn oksels. Maar hij is te zwaar voor mij alleen, en we vallen alsnog.

Gelukkig vallen we achteruit, en landt hij dus zacht, en komt op mijn schoot terecht.

'Ik heb je gewaarschuwd,' zeg ik, en ik trek zijn rugzak af, 'maar niet willen luisteren. Waarom luister je niet gewoon ook een keer naar mij? Alleen maar omdat ik nog een leerling ben?' half boos kijk ik hem aan, en trek de tent tevoorschijn. 'I've got news for you, jij moet ook eens leren naar een ander te luisteren! Niet elke keer maar denken dat je alles beter weet.'

Lost in Harry Potter: The SwitchWhere stories live. Discover now