33 - Achterdocht

546 36 4
                                    

''What is real, and what is fake? I know i can read you, you just have to let me in.''

-------

Hoe ongelofelijk saai kan een kamer wel niet zijn? Wit en grauw. Alles doet me denken aan mama. De stoel in de hoek waar Aiken op zit. Oud en saai. De grote bos roze tulpen. Droog, dood en verpulvert. Waarschijnlijk van een van de afgelopen patiënten die hier gelegen heeft. Hoogst waarschijnlijk met dezelfde longproblemen. De kale muren en lege bedden om me heen. Schoon en opgemaakt zonder ook maar één kreuk in de lakens. En de oude tv'tjes die aan het plafond hangen. Zwart en leeg van nuttige zenders.

De manier waarop hij naar me kijkt, ik ken die blik. Die blik die altijd in mijn vaders ogen gegrift stond wanneer hij naar mama keek. Ziek, uitgeput en zo moe. Ik herkende een deel van mijn vader in hem. Zijn bozigheid maar toch liefdevolle benadering. De manier waarop hij van me hield. Zelfs zijn nachtmerries.

Mijn vader werd altijd wakker, midden in de nacht. Hij schreeuwde me uit mijn slaap. Hij schreeuwde om mama. Dan liep ik altijd naar hem toe, op blote voeten door de hal. De koude vloer liet me altijd beven. Dan stelde ik hem gerust en zei dat alles goed zou komen met mama, en dronken we beneden samen thee met suiker en droge kaakjes. Alles uiteindelijk gelogen, want ze was er niet meer.

Ik kijk naar Aiken, die met zijn handen in zijn schoot en zijn hoofd gebogen naast me zit op bed. Zijn zwarte haar hangt voor zijn ogen. Het frustreert me dat ik het grijs nu niet kan bewonderen, ondanks dat ik weet waar hij aan denkt. Wat is er zo erg dat hij het me niet durft te vertellen? Wat is er zo beangstigend en misselijkmakend dat hij me niet durft te vertellen waar zijn nachtmerries over gaan?

Zijn schorre stille stem haalt me uit mijn gedachtegang vol zorgen en suggesties. ''Nou, het is gewoon...'', begint hij, maar hij word onderbroken door de krakende deur van de kamer waarin ik lig. Drie bekende gezichten lopen naar binnen. Eerst Phill en Jaymie, gevolgd door... Thomas? Hij ziet er anders uit. Zijn haar zit anders, en hij heeft geen bril meer op. Het is een verbetering, dat zeker, maar Thomas zonder bril? Ik weet niet...

Hij lacht naar me wanneer hij me ziet. Kuiltjes in zijn wangen die licht roze gekleurd zijn van de kou buiten. Zijn blik verandert van wanneer hij Aiken in zich opneemt. Ik weet waar de natuurlijke haat vandaan komt, maar ze moeten het maar zelf oplossen. Jongens.. Aiken knijpt zacht in mijn hand en schenkt me een blik die zegt: 'Kijk, hij begint nu al!'. Ik rol met mijn ogen en richt mijn aandacht dan op Jaymie. Ze straalt van geluk. Phill heeft haar hand vast en staat achter haar. Zijn donkere haar valt modieus over zijn gezicht heen waardoor zijn felblauwe ogen nog maar net te zien zijn.. Hij draagt een beanie, wat hem een schattig uiterlijk mee geeft. Hij lijkt iets wat te schrikken van hoe ik erbij lig, en schenkt Aiken eveneens een woedende blik.

Ik voel de spanning ophopen. Hoe zijn ze binnen gekomen buiten het bezoek uur? Hebben Aiken en ik zo lang zitten praten? Naast me trekt Aiken zijn spieren aan en lijk geïrriteerd te zijn door alle woede die op hem gericht is. Iemand moet iets zeggen. ''Heej'', zeg ik, blij dat mijn stem niet zwak meer klinkt, maar vol van energie. Thomas haalt zijn neus op en loopt naar de vaas met dode roze tulpen. Het valt me nu pas op dat hij een bos witte Lelies heeft meegenomen. Mijn favorieten. Wat een schat. Terwijl hij de oude bloemen uit de vaas haalt en deze opnieuw vult met water uit het kraantje in de hoek schraapt Aiken zijn keel om te zeggen dat hij zich even 'excuseert', en verdwijnt naar de wachtkamer voor een kop koffie.

Zodra hij weg is verandert de sfeer. Ik heb het gevoel dat ik eindelijk weer kan ademen. ''Wat brengt jullie hier?'', vraag ik verbaasd. Wat denk je zelf Sky?, denk ik, en geef mezelf in gedachten een klap in mijn gezicht van domheid. ''Jouw bezoeken natuurlijk'', zegt Thomas, die de bloemen in de vaas set, en vervolgens de vaas op het tafeltje naast mijn bed. Ik schenk hem een bedankende blik waarna zijn blik heen en weer gaat tussen de stoel en de plek waar Aiken net zat. ''Kom maar zitten hoor, ik bijt niet'', zeg ik, wat een nog grotere grijns op zijn gezicht laat verschijnen.

Thomas komt naast me zitten, en Jaymie en Phill gaan aan de andere kant zitten op het lege bed naast het mijne. ''Hoe voel je je?'', vraagt Phill, die doorheeft hoe moe ik ben. Waarschijnlijk zitten er enorme wallen onder mijn ogen. Zijn blik glijdt af naar het verband over mijn onderarm en dan weer naar mijn gezicht. Jaymie doet hetzelfde en kijkt me afwachtend aan. ''Beter, morgenmag ik weer naar huis'', zeg ik. Thomas kijkt me verward aan. Jaymie en Phill merken het, maar hebben geen idee waarom hij zo raar kijkt. Huis, ja, ik ga dus niet naar mijn vader.

''Hoe kennen jullie elkaar?'', vraag ik dan, om snel van onderwerp te veranderen. Thomas kijkt naar Phill en Jaymie en krabt wat in zijn nek. ''We kwamen elkaar net tegen bij de receptie en vroegen allebei naar jou. Toen hoorde ik dat Jaymie Aiken's zus was'', zei Thomas. Ik knikte. Het viel me op dat Phill erg stil was, had ik iets verkeerds gezegd?

''In ieder geval...'', onderbrak Jaymie mijn gestaar zijn richting uit. ''Phill en ik moeten weer verder'', zei ze. Ik knikte terwijl ik in kleermakerszit ging zitten op de lakens van het bed. ''Leuk! Waar gaan jullie heen?'', vroeg ik nieuwsgierig. Ik grijnsde naar Jaymie, maar die leek mijn gezichtsuitdrukking niet te beantwoorden. Phill sloeg zijn ogen neer. ''We gaan naar mijn nicht'', zei hij. ''Ze ligt hier ook, alleen een stukje verderop'', zei hij.

Oh. ''Wat vervelend'', zei ik. Heel even schoten mijn gedachten af naar het meisje wat eerder vorige week door de hallen van het ziekenhuis had gelopen. Waar ik tegenop was gebotst. Ik had haar ergens van herkend, misschien was het wel gewoon Phill geweest. Hij knikte en stond op. Jaymie gaf me een kus op mijn wang en liep toen met Phill naar de deur toe. ''Doe haar de groeten!'', zei ik, waarna hij lief zwaaide, en de deur uit liep. Thomas leek al gelijk te weten wat hij wilde vragen en keek me streng aan. ''Weet hij het?'', vroeg hij. Ik wist meteen wie hij bedoelde. Aiken natuurlijk. ''Nee, nog niet'', zei ik. Ik wist dat hij het had over mijn vader. Had ik nou maar gewoon gezegd dat ik dan weg mocht uit het ziekenhuis, in plaats van 'weer naar huis'.

Hij verschoof wat en ging tegenover me zitten op het uiteinde van het bed. ''Je weet dat ik hem niet mag.'', zei hij. Ik sloeg mijn ogen neer en speelde wat met mijn vingers. ''Maar ik vind dat hij het recht heeft om het ook te weten'', zei hij. Wat ik hoorde verwarde me. Ik moest van Thomas alles aan Aiken vertellen. Van Thomas! ''Ik weet het'', zuchtte ik. ''nog bedankt voor de bloemen'', zei ik. Hij lachte, maar liet niet over zich heen lopen.

''Wat je vader heeft gedaan kan echt niet sky. Je weet dat hij vrijuit rond loopt. Wie weet wat hij je aan doet als hij je weer ziet. Je hebt hem twee weken niet gezien!'', zei hij. Hij had gelijk, maar ik was gewoon bang voor hem. Ik was net van mijn blauwe plekken af. Als ik nu naar huis zou gaan, zou ik een groot probleem hebben. ''Ik was dood ongerust Sky. Na het gevecht...'', hij stopte even, ''Na het gevecht heb ik je bijna niet meer gezien op school. En Aiken ook niet. Ik dacht..'', hij maakte zijn zin niet af. Ik pakte met mijn hand die van hem vast en schonk hem mijn liefste glimlach.

''Ik weet wat je dacht, maar Aiken is veranderd.'', zei ik. hij knikt. ''Ik weet het Sky, ik kan het aan hem zien, maar ik vertrouw hem niet. Als hij je hart breekt dan..'', zijn ogen waren vochtig. ''Natuurlijk niet Thomas, ik weet dat je het beste met me voor hebt, maar Aiken zal me nooit bijn doen.'', zei ik. Ik omhelsde hem. Mijn borst deed nog steeds pijn, maar het maakte even niet uit. Toen ik hem los liet knipoogde ik naar hem. ''En je ziet er goed uit'', zei ik. Hij lachte verlegen. ''Bedankt'', zei hij.

Het pact (NL) ✔️Where stories live. Discover now