46 - Heel erg onverwacht

452 31 1
                                    

                 

He never looks for praises
He's never one to boast
He just goes on quietly working
For those he loves the most...

-----------

''Je hebt een paal geknuffeld'', zeg ik. Ze kijkt me met grote ogen aan. ''Ik heb wat?'', vraagt ze, haar ogen vol ongeloof. Ik lach hard om de domme uitdrukking op haar gezicht. ''Een lantaarn die uit stond om precies te zijn. Je dacht dat hij depressief was, dus heb je hem geknuffeld.'', zeg ik. ''Echt niet! Dat heb ik dus echt niet gedaan'', zegt ze, waarna ze haar armen over elkaar heen slaat en de dekens tot haar kin naar boven trekt. Ik gooi mezelf naast haar neer op het bed en lach. ''Oh jawel hoor, en je hebt ook geprobeerd een sneeuw engel te maken midden op straat'', zeg ik. Ze port me in mijn zij wanneer ik in lachen uitbarst en me weer wat serieuzer tot haar keer.

''Ik moet de auto even op gaan halen, en wat boodschappen doen voor vanmiddag. Daarna kunnen we gaan shoppen voor een boom'', zeg ik. Haar gezicht licht op wanneer ik het woord 'boom' uitspreek. ''Je kunt ook hier blijven en even op mij wachten. Dan lopen we samen terug naar de auto?'', stelt ze voor. Ik schud meteen mijn hoofd. "Jij slaapt uit, neemt je medicijnen, en drinkt je koffie op. Ik ben over twee uurtjes weer terug'', zeg ik. Ze zucht en neemt een kleine slok van haar koffie. ''Wat moet ik gaan doen in die tijd?!'', vraagt ze. Ik geef haar een snelle kus naast haar lippen en haal mijn hand langs haar warme bovenbeen. ''Aan mij denken natuurlijk'', fluister ik hees in haar oren. Ze rolt met haar ogen en duwt me van haar af, dan grijnst ze.

''Hmm, misschien dat ik Thomas wel uitnodig'', zegt ze. AAGH. ''Geen Thomassen in mijn huis oké?'', waarschuw ik. ''Waarom niet? Hij is mijn beste vriend, en ik heb hem al een hele week niet gezien terwijl het goddamn vakantie is. Misschien dat ik hem wel uitnodig om hier wat te komen eten op kerstavond'', zegt ze. Ik wijs met mijn vinger haar kant uit. ''Geen familie diners'', zeg ik. Ze kucht alsof ze me niet verstaan heeft. ''Wat zeg je? Ik hoorde je niet zo goed'', plaagt ze. Soms, kan ik haar echt wel wurgen. Ze trekt een pruillip en zucht. ''Plzzzzzz, dan nodigen we jouw vrienden ook uit. Phill, Noah, Liset, Jaymie en misschien wil je vader ook..'', ''Nee, géén familie hier anders dan Jaymie'', zeg ik geïrriteerd.

Ze lijkt de hint te begrijpen en slaat haar benen dan over de bedrand heen. ''Nou, ik zie je zo weer'', zegt ze waarna ze wegloopt richting de badkamer en me sprakeloos achterlaat. Had ik haar beledigd? Snel trek ik een schoon shirt aan en pak mijn tas op van de grond. Voordat ik weg ga laat ik nog een briefje liggen voor Sky.

''Bel me als je bent afgekoeld rupsje. Als ik je beledigd heb moet je me even bellen oké? Eet smakelijk x''

Kusjes zijn echt niets voor mij. Ik streep het x'je door waarna ik me weer schuldig voel en er in plaats van één, twee achter zet. Ik hoop dat ze het begrijpt. Uit de ladekast van het kleine kookeiland haal ik een doos Kellogs Special K, en stop wat in een bakje voor haar. Ik weet dat ze het lekker vind. In het ziekenhuis smokkelde ik ook altijd wat voor haar mee. Gelukkig neemt ze elke dag haar medicijnen in, want als ze het vergeet krijgt ze met mij te maken!

Wanneer ik zeker weet dat ik alles bij me heb én genoeg kleding aan heb loop ik naar de voordeur en sluit deze vervolgens achter me. De koele lucht dringt mijn neusgaten binnen. Zo fris zal kauwgom nooit zijn. Wat de reclames ook beweerden. Met die gedachte in mijn hoofd loop ik over dezelfde stoep richting de parkeergarage waar ik de oldtimer gisteren heb achtergelaten. Het is toch nog best een eind lopen. Het is best raar dat de alcohol mij zo weinig gedaan heeft gisteren, maar ergens weet ik ook wel dat mijn lichaam wel iets kan hebben.

Wanneer ik al dertig minuten eindeloos gelopen heb dringt het tot me door dat ik helemaal niet goed loop. Ik scan met mijn ogen de buurt af, op zoek naar een herkenningspunt. Wanneer ik het rode bord met de straatnaam zie hangen weet ik al waar ik onbewust naartoe gelopen ben. Zal ik aanbellen? Of zou ze bij Phill zijn? Ik had haar nou eenmaal verboden nog te blijven in dit huis nu we Jack gespot hadden. Nu ik er ben kan ik net zo goed even binnen gaan kijken. Mijn tenen zijn koud geworden in mijn zwarte schoenen, en mijn wangen voelen zo koud, dat ze wel roze zullen zijn.

Uit mijn broekzak haal ik mijn sleutelbos. De kleurrijke hangers doen me goed. Dan heb ik toch altijd een stukje van háár bij me. Ik steek de sleutel in het slot en open de voordeur. Het is warm binnen. Had Jaymie de verwarming niet uitgezet? Ik besluit geen onverwachte vragen te stellen als 'wie is daar', of 'Iemand thuis?'. Misschien was het wel helemaal niet veilig, daarbij leidde het in horror films ook altijd tot een hoop ellende.

Langzaam loop ik de keuken in, waar de waterkoker nog in het stopcontact gestoken zit. Jaymie, Jaymie, Jaymie toch. Als ik de stekker eruit getrokken heb trek ik per ongeluk mijn hand langs het hete metaal. Heet?! ''Au!''.

Oké, ik mag nu niet panieken. Er is dus iemand thuis. Vast Jaymie, om even wat spullen op te halen. Waarom ben ik hier eigenlijk? Sukkel, sukkel, sukkel. Was ik maar weggebleven!

Snel trek ik mijn hand terug waardoor de waterkoker met een klap op het aanrecht valt. In de woonkamer hoor ik voetstappen. Wanneer ik me omdraai kijk ik recht in wel twee hele bekende ogen. Wat. doet. hij. in. godsnaam. hier!? Ik klem mijn handen tot vuisten. Mijn rechter, die klopt van het hete metaal, en de ander, waar nog steeds littekens op zitten van die avond met Sky. Het glas, mijn knokkels. Woede stroomt naar boven toe wanneer ik hem recht in de ogen aankijk. Hij lijkt verbaasd tevzijn mij weer te zien. Na drie  jaar verdwenen te zijn. De zak!

''Pap'', zeg ik zonder enige emotie in mijn stem. Dit kan nog eens moeilijk gaan worden.

Het pact (NL) ✔️Where stories live. Discover now