Hoofdstuk 54

113 8 2
                                    

Tatsjara

'Dus zo heb je die ketting gekregen?' zegt Annabel. 'Wat een verhaal zeg.'

'Ach, het is allemaal al in het verleden nu, we kunnen beter nadenken over wat er komen gaat.'

'Snel, snel, snel!' horen Tatsjara en Annabel bij de opening vandaan komen, verschrikt kijken ze op. Rebeckah en Samuel komen naar binnen gestormd.

'Wat is er aan de hand?' vraagt Tatsjara.

'Damianos... paarden... jagen... wegkomen,' zegt Rebeckah terwijl ze op adem probeert te komen. Tatsjara kijkt naar Sam.

'Damianos en de rest zaten op paarden, ze waren waarschijnlijk aan het jagen. We kwamen ze tegen, hij zei wat waarna we moesten rennen voor ons leven, de ketting gebruiken en zijn nog maar net weggekomen,' legt hij uit.

'Wat zei hij?' vraagt vader.

'Dat hij over twee dagen op ons wacht op de heuvel bij de omgevallen boom.'

'We kunnen dus echt niet om een gevecht heen,' concludeert Annabel met een zachte stemmetje.

'Hij gaf ons de optie tot overgave, hij begon te dreigen dat één of andere Stanley hem zou komen helpen,' zegt Rebeckah.

'Wie is Stanley?' vraagt Annabel.

'Iemand die zich verdiept heeft in zwarte magie, ik heb zijn naam al eens eerder ergens gehoord,' reageert Tatsjara.

'Kun je hem aan?' vraagt Rebeckah.

'Misschien,' antwoord haar zuster. Het blijft even stil in de groep wanneer iedereen nadenkt.

'Hebben ze de schuilplaats gevonden?' vraagt vader uiteindelijk.

'We hebben ze net niet gezien bij de ingang, maar we moeten op alles voorbereid zijn,' reageert Sam. Midiya begint te huilen. Tatsjara pakt haar op uit haar geïmproviseerde bed van lappen stof en wiegt haar zachtjes heen en weer.

'Hoe kunnen we ons voorbereiden dan?' vraagt Annabel.

'Goed eten, goed rusten en klaar staan voor de strijd,' zegt Sam en hij haalt zijn schouders op.

'Dat is je meesterplan, luieren?' zegt Rebeckah.

'Nee, aansterken nadat we zijn gevlucht. Damianos zal het niet doen en daardoor zullen wij in het voordeel zijn. Een goede conditie en dat soort dingen hebben we toch al.'

'Ik zie het wel zitten,' zegt Annabel.

'Ik denk ook dat het een goed idee is,' zegt vader.

'Goed dan, zolang we maar klaar zijn als de dag er is. Ik heb geen zin in een eenzijdig gevecht als wij aan de verliezende kant staan,' zegt Rebeckah. Annabel loopt naar haar toe en geeft haar een knuffel.

'Rebeckah, altijd het zonnetje in huis,' zegt ze. Rebeckah kijkt haar aan met een blik van dat-meen-je-toch-niet, maar geeft haar zusje daarna een glimlach en een knipoog. Daarna draait ze zich om naar haar oudere zuster en doet de ketting af.

'Ik denk dat je deze dan wel terug wilt hebben,' zegt ze en ze geeft de ketting aan Tatsjara.

'Dankjewel,' zegt ze en ze neemt de ketting aan. Op het moment dat de ketting de hand van Rebeckah verlaat licht deze op. Dunne sliertjes van blauw licht dansen en cirkelen om de steen.

'Wat gebeurt er?' vraagt Rebeckah.

'Ik denk dat je iets terug krijgt voor de momenten waarop je ons allemaal hebt beschermd,' zegt Tatsjara met een glimlach. De blauwe sliertjes bewegen richting Rebeckah en cirkelen om haar hand, haar arm en uiteindelijk om haar gehele lichaam. Het licht wordt feller, totdat het na een korte flits verdwijnt.

Fenixoog - VerbondenKde žijí příběhy. Začni objevovat