Hoofdstuk 60

75 7 0
                                    

Medie


'Ik denk dat wij zo maar eens op gaan stappen.' De vader van Klara schuift op zijn stoel naar achteren en knikt naar zijn vrouw, die opstaat en haar rok gladstrijkt. Jo staat ook op en ik loop met haar mee om onze gasten uit te laten. Als de voordeur open gaat komt er een frisse lucht naar binnen, hoewel het echt al lente is. Ik adem de koele lucht in. Ik vind dat altijd wel lekker. Net al s wanneer je van een restaurant naar de auto of je fiets loopt, even die frisse lucht in.

'We spreken nog, oké? Misschien dat we een keertje in een cafeetje kunnen afspreken. Theetje d'r bij..'

'Donutje d'r bij..' vul ik Klara aan. We moeten even lachen.

'Zo mag ik het horen.' Ze gaat met haar hand door haar blonde haren en steekt dan haar vinger op, alsof ze iets belangrijks vergeet te zeggen. 'Ik mijn nummer al in je mobiel gezet, dus als je me anders zo even appt, heb ik jouw nummer ook meteen.'

Ik trek mijn hoofd schuin. 'Hoe kom je aan mijn mobiel?' Mijn ogen worden groot. 'Waar is mijn mobiel?'

'Oh, kalm aan, er is niets kwijt. Hij ligt op het nachtkastje in de logeerkamer. Heb je hem echt niet gezien net?' Ik knipper mijn ogen en schud mijn hoofd.

'Niets gezien. Niet meer sinds we daar waren. Waar had je hem gevonden? Want ik weet zeker dat ik hem wel mee had.' Klara haalt haar schouders op.

'Volgens mij had ik hem Breas daar neer zien leggen. Maar wees blij, je hebt hem!'

Ik lach, 'Dankjewel Klara. En ik zou het echt leuk vinden om je nog een keer te zien.' Klara spreidt haar armen en ik geef haar een knuffel. 'Ik ook,' zegt ze zacht. Ik laat haar los en zet een stap naar achteren. Ze pakt de hand van haar zusje beet, en hand in hand lopen ze naar buiten. Een stukje verderop in de straat stappen ze een auto in.

Als ze langs rijden zwaaien Jo en ik enthousiast en sluiten vervolgens de deur. Ik zucht.

'Hoe laat is het?' vraag ik. Jo maakt een klassieke zwaai-zodat-de-mouw-opschuift-en-ik-mijn-horloge-kan-zien-beweging.

'Kwart over tien, bijna. Twaalf over,' zegt ze.

'Phoe, dat ging snel, bedankt.'

'De tijd vliegt als je het naar je zin hebt niet waar?'

'Zeker,' stem ik in. Hoewel ik het er niet helemaal mee eens ben. Het is net als met verjaardagen. Het is leuk, maar ik hou er gewoon niet van om heel de tijd zo'n ultra-vriendelijk gezicht op te zetten en overal maar leuk en geïnteresseerd op te reageren. Dan ben ik eigenlijk altijd blij als het eenmaal voorbij is.

'Je mag naar boven gaan hoor, als je wilt. Ik begrijp het als je het zat bent. Het is ook al wat laat natuurlijk.' Ik knik.

'Dat zou ik eigenlijk wel fijn vinden.'

'Oké, dan zeg ik wel dat je moe bent. Neem een lekker bad, ga op tijd naar bed. Morgen heb je een hoop te doen.'

'Oh?'

'Jullie schoolboeken zijn gearriveerd! Dat wordt kaften.' Jo kijkt me enorm vrolijk aan en ik kreun.

'Ah, nee toch. Kunnen de jongens dat niet voor ons doen? Ik ga wel gewoon lekker in bad. Dat kaften zien we morgen wel weer.'

'Is goed lieverd, welterusten.'

'Weltrusten.' Ik draai me om en loop naar de trap als ik me bedenk.

'Oh, Jo!' roep ik, die haar hand op de klink naar de eetkamer had gelegd. 'Welke dag is het eigenlijk?'

'Het is maandag vandaag. Maar wees gerust. Morgen blijven jullie nog een daagje thuis. En wat mij betreft de rest van de week ook. Volgende week is het meivakantie.'

Fenixoog - VerbondenWhere stories live. Discover now