Hoofdstuk 18

166 13 2
                                    

Medie

‘Sorry Can, maar kunnen we dat niet gewoon morgen doen?’ Ik sta voor de ingang van de school met Can tegenover me en Luna en Pomme bij hun fietsen.

‘Ja, mij maakt het niet zo veel uit, maar het is gewoon dat jij daar gisteren zo graag heen wou.’

‘Ik snap het, maar dit is een kans om beter bevriend te raken met de mensen hier. Luna en Pomme zeiden dat er vanavond ook een feest is en dan kunnen we daar met z’n drieën heen.’ Can knikt.

‘Best, maar morgen moet je niet aankomen met een dikke kater, ik haal je om negen uur op.’

‘Zo vroeg?’ vraag ik verontwaardigd.

‘Zo vroeg, ja.’ Hij draait zich om en wilt weglopen.

‘Kom je ook vanavond?’ vraag ik nog snel.

Hij draait zijn hoofd over zijn schouder, ‘Nee.’

Nou, dat was in ieder geval duidelijk. Ik zucht even en loop dan met een glimlach naar Luna en Pomme. ‘Hij heeft er geen problemen mee,’ zeg ik vervolgens.

‘Jeeeh!’ roept Pomme en werpt een blik op haar fiets. ‘Kom je dan maar achterop?’

‘Prima,’ zeg ik en ik spring op haar bagagedrager.

Na tien minuutjes fietsen komen we aan bij Pomme’s huis. Dat enorm is.

‘Is dit jou huis?’ vraag ik haar.             

‘Jup, helemaal van mij alleen.’

‘Oh, ik wist niet dat jij zo’n goede baan had?’

‘Nou, ik help de conciërge af en toe met wat klusjes..’

‘Oh Pomme toch! Daar ben je veel te braaf voor!’ Luna pookt haar in haar zij.

Als Pomme even later haar sleutel zoekt om de voordeur open te doen lees ik het bordje naast de deur. Onderaan staat Pomme Damianos, daarboven Sophia Damianos, wat haar zus wel zal zijn. Helene en Peter Damianos staan daarboven. Hmm, die achternaam komt me bekend voor.

Luna ziet me blijkbaar denken, want ze zegt mijn naam.

‘Ja?’ vraag ik.

‘Dat is wel even iets wat je moet weten, Pomme is de dochter van de directeur.’ Oh. Dus daarom kwam die naam me zo bekend voor.

‘Oké,’ antwoord ik flauwtjes, en Pomme houdt tros haar sleutelbos omhoog.

‘Gevonden!’ roept ze blij, en ze opent de deur. Binnen trekken we onze schoenen uit,

hangen we onze jassen aan de kapstok en lopen naar de keuken.

‘Willen jullie wat te drinken?’ vraagt Pomme.

‘Ja, lekker,’ antwoorden we.

Met onze glazen limonade, een zak chips en twee repen chocola lopen we vervolgens

de trap op naar Pomme’s kamer. Haar kamer is net zo groot als de kamer waar ik nu

tijdelijk in slaap, en er hangen een paar prachtige foto’s van Justin Bieber aan de

muur. Ja, prachtige foto’s. Of je nou fan of anti bent, hij blijft knap.

‘Zozo, ben je een Belieber?’ vraag ik haar, terwijl we op haar roze bed gaan zitten.

‘Ja zeker!’ roept ze trots, en Luna zucht diep.

‘Dus,’ begin ik als Luna de chocola in stukken breekt, ‘jullie wilden me op de hoogte

Fenixoog - VerbondenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu