Hoofdstuk 25

127 13 6
                                    

Robbert opent weer netjes het portier voor me. Ik pak zijn hand en stap uit.

‘Bedankt voor het rijden,’ zeg ik nog kort tegen de chauffeur. Hij gromt. Wat is dat toch een gezellige man. Hij had tijdens de rit terug telkens via het achteruitkijkspiegeltje naar ons gekeken terwijl wij lachend de avond nog eens doornamen. Het was echt heel leuk geweest, we waren in het begin nogal vaak tegen de kanten van de rivier aangevaren, maar dat lag natuurlijk niet aan mij. Ten slotte was ik niet degene die peddelde, toch?

Robbert loopt met me mee tot aan de voordeur, met zijn hand rustend op mijn schouder. Bij de deur aangekomen legt hij zijn andere hand op mijn vrije schouder en draait hij me naar zich toe. Dan laat hij me los en steekt hij zijn handen in zijn nette broek. Ja, hij zag er erg netjes uit toen hij me op kwam halen. Nu? Laten we het erop houden dat het donker is en je niet zo veel kunt zien.

‘Dus,’ zeg ik maar als Robbert niets zegt.

‘Heb je het naar je zin gehad?’ 

‘Heel erg. Om eerlijk te zijn zat ik er in het begin tegenop door hele situatie enzo, maar ik ben nu toch wel blij dat je me hebt meegenomen.’

Robbert glimlacht, ‘Dat is fijn om te horen.’ Ik knik en het valt weer stil. Ik kan eigenlijk net zo goed aanbellen, maar ik wil niemand wakker maken. Onzin. Hoe laat zou het zijn? Wel na elven denk ik. Maar niet belachelijk laat. En het is zaterdag, wie gaat er nou op zaterdag op tijd naar bed? Ik zucht en draai me om naar de deur zodat ik kan aanbellen. Ik druk op de bel en wacht tot er iemand open zal doen. Ik voel weer een hand op mijn schouder en Robbert kijkt me aan. Dit hier, Robbert en ik, wachtend bij de voordeur, het is net een romantisch cliché.

Robbert pakt mijn kin zachtjes beet en leunt naar me toe. Dan drukt hij zijn lippen op mijn wang. Precies op hetzelfde plekje als die keer dat ik gedag zei voordat ik hierheen zou komen.

‘Bedankt voor de leuke avond, Medie.’ Ik glimlach als hij mijn naam zegt en ik bloos.

‘Graag gedaan.’ Hij houdt nog steeds mijn kin vast en ik ruik en voel zijn pepermuntadem op mijn gezicht. Gelukkig heeft hij geen cola meer gedronken. Dan wordt de deur open gedaan en verschrikt laat Robbert mijn kin los en stapt naar achteren. Jo staat glimlachend voor de deur.

‘Heb ik iets verstoord?’ vraagt ze nieuwsgierig.

‘Nee hoor,’ zeg ik, ‘We namen alleen afscheid.’ Ik kijk naar Robbert en hij knikt.

‘Inderdaad,’ zegt hij. ‘Nogmaals, ik heb het erg leuk gehad. We bellen of sms’en wel, ja?’

‘Is goed, doei!’

‘Dag!’ Hij draait zich om en loopt naar de taxi, waar de chauffeur snel zijn raam dichtdraait. Had hij serieus toegekeken? Hoe is Robbert ooit bij deze man terecht gekomen? Ik zwaai nog een keer en sluit dan de deur achter me. Ik kijk Jo lachend aan. Zij kijkt mij ook aan, hoopvol, wachtend tot ik ga vertellen hoe het was.

‘Sorry Jo, maar ik ben moe. Kanoën is erg uitputtend, dus ik ga alvast naar bed.’

‘Is goed, meisje. Welterusten.’

‘Welterusten!’  

Ik wordt wakker door een soort geklop op de deur. Ik draai me om en pak mijn mobiel van het nachtkastje. 8:42, het is nog geen negen uur, en niet te vergeten; het is zondag. Ik besluit dat ik nog wel even mag blijven liggen dus ik trek mijn deken op tegen mijn kin. Er wordt nog eens geklopt. Is er iets speciaals dan vandaag? Can wou niet met me afspreken omdat ik gisteravond een date had. Een date! Ik begin te grinniken. Ja, het was een leuke avond.

Fenixoog - VerbondenWhere stories live. Discover now