Hoofdstuk 14

190 12 4
                                    

Medie

‘Oké,’ zegt Jo, ‘Ik stel je eerst een vraag. Waar denk je aan bij het woord “feniks”?’ Nou, dat lijkt me niet zo moeilijk.

‘Ehhm,’ begin ik, ‘Een soort vogel die in vuur en vlam staat. Als hij dood gaat veranderd hij in as, waar dan weer een nieuwe feniks uit wordt geboren.’

‘Inderdaad, als je gelooft wat er op het internet staat. Zelfs oude boeken kunnen je niet de waarheid vertellen.’

‘Wat er in de boeken staat is namelijk niet volledig,’ valt Mickel haar bij, ‘Wát er in staat, klopt in grote lijnen wel.’

‘Natuurlijk schat,’ Jo klopt op Mickel’s been, ‘je hebt weer eens helemaal gelijk.’ Dan richt ze zich weer op mij.

‘Maar de boeken zijn wel één van de belangrijkste dingen vergeten, of zal ik zeggen mensen. Er staat niets vermeldt over Stuurders, de personen die zijn verbonden met de Feniksen. Stuurders hebben een erg sterke band met hun Feniks, ze zien niet alleen door elkaars ogen en praten in gedachten met elkaar, ze kunnen elkaar ook opsporen, voelen elkaars pijn, worden beïnvloed door elkaars emoties en voelen zich veilig bij elkaar. Ook worden ze elkaar nooit zat en zullen altijd trouw blijven aan elkaar.’ Ik zie hoe Derren een arm om Breas heenslaat nadat Jo de band tussen Stuurders en Feniksen prachtig heeft verwoord. Ik voel hoe Can naast me twijfelt of hij mijn hand vast moet houden als teken dat ik hem kan vertrouwen. Maar ik ken hem pas amper.

‘Wat is nou wél waar?’ begint Jo, ‘Feniksen zijn inderdaad vogels die in brand lijken te staan. Ze staan ook letterlijk in brand, want met hun vuur kunnen ze redelijk wat in brand steken. Maar hoe zit dat dan met dat as? Dat ontstaat als een Feniks transformeert van mens naar Feniks of andersom. Een Stuurder is menselijker en kan niet transformeren. Hij of zij communiceert met zijn of haar Feniks. Ik heb net al verteld wat zij samen kunnen, maar niet wat een Stuuder alleen kan. Stuurders zijn lichamelijk erg sterk en soepel, maar niet allen dat. Ze hebben telekinetische krachten.’

‘Serieus?’ vraag ik.

‘Ja, het is echt waar.’

‘Wow..’

‘Snap je het lieverd?’

‘Ja, ik snap het wel.’

‘Hmm,’ zegt ze en ze kijkt me scheef aan, ‘ik ben niet helemaal overtuigt.’

‘Dat snap ik. En het spijt me, maar dit is gewoon zo gek allemaal. Eerst worden mijn ouders gekidnapt, moeten we bij onbekende mensen gaan wonen, en nu blijkt dat alles veroorzaakt te zijn door mythische wezens die dus helemaal niet mythisch zijn.. Het is nogal veel.’

Jo knikt instemmend, ook al was het niet echt een vraag.

‘Dat snap ik meisje, echt. En daarom zullen we je heus niet met allemaal problemen opzadelen. Laat dat maar aan ons over.’

‘Inderdaad,’ zegt Mickel, ‘wat nu het belangrijkste is voor jou is om plezier te hebben en tiener te zijn. Maak nieuwe vrienden op je nieuwe school, ontdek stap voor stap de magische band die je hebt met Can. Je zult natuurlijk niet een normaal leven kunnen leiden, want dit is niet iets wat normale mensen te weten mogen komen.’

‘Dus mondje dicht.’ zegt Kemal en hij geeft me een knipoog.

‘Wees maar niet bang hoor,’ zeg ik, ‘ik hou mijn mond.’ Er valt een beetje een ongemakkelijke stilte.

‘Dus,’ Breas staat op, ‘wie helpt me deze rotzooi op te ruimen?’

‘Ik help je wel,’ zegt Jo, ‘kom jij ook Medie?’

‘Eh ja,’ stamel ik, ‘ik kom eraan.’ Zwijgend ruimen we met z’n viertjes de keuken op. Of te wel; we proberen alles in de vaatwasser te proppen. En ja, met z’n vieren want Timnus kan ons natuurlijk niet alleen in zijn domein laten. En dat blijkt wel, want als Breas een van zijn messen in de vaatwasser wilt leggen staat hij snel toe. Nee, zijn mooie messen kunnen bot worden van de vaatwasser. Ze moeten met respect afgewassen worden.

Fenixoog - VerbondenOnde histórias criam vida. Descubra agora