Hoofdstuk 20

154 12 7
                                    

‘Can? Wie.. Wat heb je allemaal gedaan?’ Kemal en ik zijn aangekomen bij de open plek en Can heeft inderdaad het hele boeltje opgetrommeld; Derren, Breas, Jo, Mickel, en zelfs Pim.

‘Medie, laat het. Je moet eerst landen. Kijk goed naar Kemal, anders kan het fout gaan.’

Ik richt mijn blik meteen op Kemal, die zich klaarmaakt om te landen, wat er eigenlijk hartstikke simpel uitziet. Hij strekt zijn poten vooruit en kromt z’n vleugels zodat die hem laten afremmen. Met een amper hoorbare plof komt Kemal op de grond terecht. Nu ik. Ik probeer Kemal zo goed mogelijk te spiegelen, maar mijn uitvoering is toch wat flauw. Ik krom mijn vleugels niet goed en kom met een veel hardere plof op de grond.

Iedereen kijkt naar me, Breas en Derren, Jo en Mickel, Can, Pim, en ook Kemal. Kemal staart me met zijn Fenikskop trots aan, terwijl de rest een beetje twijfelachtig naar me staren. Misschien denken ze dat ik mezelf pijn heb gedaan ofzo?

Onverwachts  komt er een kreet uit Kemal’s keel, gevolgd op een applaus van de rest. Ze klappen voor mij? Can komt dichter naar me toelopen.

‘Je bent prachtig,’ zegt hij als hij voor me staat. Hij steekt twijfelend een hand naar me uit.

‘Kan dat wel?’ vraag ik.

‘Medie, jij bent mijn Feniks. Ik jouw Stuurder, natuurlijk kan het.’ Zijn hand komt weer een stuk dichterbij en uiteindelijk belandt zijn ruwe hand op mijn zachte veren. Een rilling gloft door me heen en ik schud mijn veren een beetje los. Can schik ervan en trekt zijn hand weg. Niet veel later buigt hij wat door zijn knieën zodat we op gelijke hoogt zitten en klemt hij zijn armen om me heen. Ik sluit mijn ogen en laat mijn kop op zijn schouder rusten.

Als ik me weer wegtrek van Can staart iedereen ons vertederd aan en ik moet er een beetje van blozen. Gelukkig is die mooie verenbos daar weer.

‘Can?’

‘Ja?’

‘Hoe moet ik terugveranderen?’

‘Oh.’ Can kijkt me verbaast aan. ‘Helemaal vergeten,’ zegt hij dan weer hardop.

‘Wat?’ vraagt Jo snel.

‘Ze moet nog terugveranderen.’

‘Och, maar dat is toch geen probleem?’ Jo kijkt me lief aan. ‘Kemal?’ ze draait zich naar Kemal toe, ‘Laat jij het haar zien?’

Kemal maakt een soort half-knikkend gebaar en neemt afstand van de rest van de groep. In een mum van tijd veranderd de lucht om hem heen. Het ziet er hetzelfde uit als wanneer een sim-poppetje onder de douche gaat. Je ziet dus wel dat er iets zit, maar niet wat. En Pam! Daar is Kemal weer, met haar en kleren. Gelukkig met kleren, straks moet ik terugveranderen en het is niet de bedoeling dat iedereen me naakt ziet.

Kemal zet een paar stappen naar me toe, nog wennend aan de andere manier van lopen.

‘Jouw beurt,’ zegt hij dan. ‘Denk gewoon aan je menselijke lichaam, je naam, je haarkleur, wat dan ook. Dan zit het wel goed.’ Ik knik en waggel naar plek toe waar Kemal net ook stond. Dat lopen op poten begin ik trouwens inmiddels wel een beetje onder de knie te krijgen.

Ik sluit mijn ogen en denk aan mijn stijle, donkerblonde haar, mijn naam Medie Cloops en aan het crèmekleurige jurkje die ik aanhad. Een kort pijnscheut schokt mijn lichaam en daar sta ik dan. In Pomme’s jurkje, en met mijn haar nog in een slordige knot. Ik staar naar mijn handen, dit is zo raar, dat veranderen.

‘Oh Medie!’ roept Breas en ze komt weer naar me toe gerend, en geeft me een knuffel. Die knuffel is alleen niet echt van lange duur. ‘Aah! Wat heb je gedaan? Je bent helemaal nat en stinkt naar.. Bier?’

Fenixoog - VerbondenWhere stories live. Discover now