Hoofdstuk 11

174 15 0
                                    

Problemen?’ ik schrik me rot als opeens het hoofd van Kemal ergens naast me hangt. ‘Hmm,’ gaat hij zonder een antwoord van ons verder, ‘defecte lift hè? Ik breng je wel naar boven.’

‘Maar..’ stamel ik.

‘Hé, ik heb samen met jou wiskunde, weet je nog, ik zit voor je.’

‘Hoe wil je me naar boven brengen dan? Ik bedoel, ik ga me toch echt niet door jou laten dragen.’

‘Te laat,’ zegt hij en hij pakt me op ik niks weeg en hij gooit me over zijn schouder.

‘Pomme, ren maar snel naar de les, wij komen er zo ook aan,’ zegt Kemal en hij klopt op mijn kuit. Ik voel me net prinses Fiona en dat Kemal dan Shrek is, ook al ziet Kemal er wel wat beter uit natuurlijk. Ik hoor Pomme giechelen, en vervolgens in een vlug tempo de trap op lopen.

‘Kemal, zet me alsjeblieft even neer,’ zeg ik dan boos.

‘Wat?’

‘Zet. Me. Neer.’ Roep ik duidelijk gearticuleerd.

‘Oké, oké, ik zet je neer.’ Kemal loopt naar het dichtstbijzijnde bankje en laat me er voorzichtig op glijden. Het is nu helemaal leeg in de hal, zelfs mevrouw Loreum is niet achter haar bureautje te vinden. Gelukkig. Gelukkig heeft niemand – behalve Pomme – gezien wat er zojuist is gebeurd.

‘Nou,’ beveel ik Kemal, ‘kun je me nu op een fatsoenlijke manier naar boven brengen?’

‘Ja.’ Ik glimlach trots omdat hij naar me luistert.

‘Goedzo.’

‘En nee.’ Oh.

‘Wat?’ Hij reageert niet op me en pakt me op bij mijn linkerknieholte en mijn arm. ‘Doet het pijn?’ Ik schud mijn hoofd en laat me door zijn sterke armen naar buiten dragen. Ik kan zelf ook gewoon lopen en voel me een beetje aanstellerig zo, maar aan de andere kant heb ik geen problemen met het feit dat ik nu in de armen van Kemal lig. Als Kemal me neer zet bij zijn auto, ik neem in ieder geval aan dat dat zijn auto is, klinkt de zoomer van het schoolgebouw, die aangeeft dat de lessen zijn begonnen. En wij te laat zijn. Waarom zijn we überhaupt hierheen gegaan?

Kemal opent de portier aan de passagierskant voor me en loopt snel naar de bestuurderskant, waar hij zelf achter het stuur gaat zitten. Oké, blijkbaar kan hij al autorijden, mag dat wel al op zijn leeftijd?

‘Zit,’ zegt hij.

‘Pardon? Ik ben geen hond.’ Zeg ik, maar toch neem ik naast hem plaats in de auto.

‘Geen hond, nee. Dat niet.’

‘Wat wil je daar nou weer mee zeggen? En waarom zijn we eigenlijk hier? Waarschijnlijk denkt iedereen nu dat we aan het spijbelen zijn en nu kom ik door jou in de problemen.

‘Niet waar.’

‘Huh?’

‘Je spijbelt niet. Ik heb tegen mevrouw Loreum gezegd dat je na gym naar huis bent gegaan en daarna heb ik mezelf ook maar meteen afgemeld om je dan ook daadwerkelijk naar huis te brengen.’

‘Oh,’ is het enige dat ik uit kan brengen. ‘Waarom doe je dat allemaal? Trouwens, ik kan gewoon lopen, hoor. Dus ik snap niet waarom ik zo nodig naar huis moet.’

‘Jij hebt pijn, meisje. Dat weet ik.’

‘Hoe kan jij dat nou weer weten? Toen ik pijn had liepen jij en Can gewoon de gymzaal uit.’

‘Ik weet het, en ik zal je straks allemaal uitleggen waarom. Als we thuis zijn.’

‘Wat wil je dan allemaal gaan uitleggen, hè? Ik heb hier geen verklaring voor nodig,’ schreeuw ik, ‘Je bespeelt me gewoon, samen met Can. Dáárom hoorde ik zijn stem in mijn hoofd. Jullie maken me gewoon gek. Een nieuw meisje op school, die kunnen we lekker te pakken nemen. Nou nee dus!’

Fenixoog - VerbondenOpowieści tętniące życiem. Odkryj je teraz