Hoofdstuk 55

90 9 5
                                    

Samuel weet niet wat hij moet doen. Als hij beweegt zal hij sterven, doet hij dat niet, dan zal zijn pasgeboren dochter sterven. Zenuwachtig kijkt hij rond naar een mogelijke oplossing, maar wat hij ziet laat hem schrikken. Helene die zich aan een poot van Annabel vasthoud en met de andere de zweep keer op keer tegen de grote vogel aanslaat. Rebeckah, die met haar rug tegen een boom staat en klappen in het gezicht krijgt van Damianos. Zijn geliefde Tatsjara, die in de verdediging is geschoten en van achter een boom vandaan wanhopig probeert alle lichtbundels te ontwijken. Een donkerpaarse bal breekt uiteen tegen de boom waar ze achterstaat en laat haar haren opvliegen, voor een klein moment vinden haar ogen de zijne. Haar ogen spreken boekdelen voor hem, maar wat er echt uitspringt is haar angst, haar ogen verplaatsen zich en Samuel volgt haar blik om uit te komen bij Midiya. De punt van het zwaard prikt in zijn hals en laat een druppeltje bloed aan het huidoppervlak verschijnen. Hij is radeloos, maar wat hij niet weet is dat er iets verderop een klein vogeltje met een grote snelheid door het bos vliegt.

'Dus, wat gaat het worden?' vraagt de man terwijl hij wat meer druk zet op het zwaard. Voordat Samuel kan antwoorden klinkt er een schel geluid door het bos.

'Wat was dat?' vraagt iemand terwijl hij schichtig om zich heen kijkt.

'Focus!' roept de man met het zwaard gericht op Sam. 'Dat geluid komt van ver weg, dat beest komt echt niet hierheen! Deze jongen is de enige op wie we nu moeten letten, begrepen?'

'Ja, juist,' reageert de andere persoon, nog niet helemaal zeker van zijn zaak.

'Dus, nogmaals, wat gaat het worden?' zegt de man.

De kleine vogel vliegt nog iets harder. Links, rechts, boom ontwijken. Omhoog, omlaag, voor een tak uitwijken. Grigoris zet kracht bij elke vleugelslag. Hij kan het veld in de verte al zien liggen. Deze mensen hebben hem geholpen, het is tijd om hen dezelfde dienst te bewijzen. Zijn vleugels beginnen te groeien en bewegen bij elke slag meer lucht naar achteren, waardoor hij met dezelfde kracht veel verder komt. Zijn lichaam groeit zodat hij perfect zijn evenwicht kan bewaren. Nog een paar slagen en hij is er.

Samuel beweegt zijn armen omhoog.

'Je geeft je over? Dat is snel,' zegt de man met een grijns. 'Wees eens lief en draai je om, wil je? Dan kunnen we ervoor zorgen dat die handen nergens meer heengaan,' zegt hij. Samuel draait zijn lichaam een beetje alsof hij zich gaat omdraaien en de man laat zijn zwaard iets zakken. Samuel grijpt zijn kans en haalt uit met zijn rechter vuist en plaatst deze recht in het gezicht van de man. Met zijn elleboog geeft hij hem een stoot in zijn maag, de man klapt dubbel en Sam pakt het zwaard uit zijn hand. De andere leden van de śikārī komen dichterbij met hun zwaard dreigend naar voren gericht.

'Nu hebben we je!' roept iemand. Samuel houd het zwaard stevig in zijn hand en haalt uit naar de eerste de beste die hij tegenkomt, om zo een weg door de cirkel te creëren. De rest van de śikārī halen ze bij en vallen ook aan. Een scherpe pijn prikt door zijn linkerschouder, een messteek in zijn rechterbeen. Kreunend pakt hij zijn been beet, het warme bloed stroomt door zijn vingers. Hij is omsingeld en kan geen kant meer op.

Een tweede geluid klinkt door het bos, deze is scheller, killer en oorverdovend. Een gigantische vogel komt boven de boomtoppen vandaan tevoorschijn. Zijn gehele lichaam staat in lichterlaaie en licht de boel op. De mannen kijken verbaast naar het wezen dat zomaar verschijnt.

'En jij zei dat er niets aankwam,' zegt dezelfde man als daarvoor.

'Houd je kop dicht!' De vogel vliegt over het veld en draait zijn kop hun kant op. Grigoris neemt een duikvlucht en opent op het laatste moment zijn vleugels om met één grote vleugelslag een vuurzee over ze heen te laten stromen. De vlammen landen in een cirkel rond Samuel en zorgen ervoor dat hij niet geraakt wordt. Grigoris strijkt neer op de grond naast Samuel, die op zijn beurt op kijkt naar de vogel en vormt de woorden 'Dank je' met zijn lippen, waarna hij op zijn knieën terecht komt en op adem probeert te komen. Grigoris kijkt naar de rest van het slagveld. Hij ziet een wezen vliegen door de lucht, een wezen zoals hij! Deze vogel krijgt klappen van een vreemd stuk touw in de handen van een vrouw, bij elke klap dwarrelen er veren naar beneden en klinkt er een schreeuw vol pijn. Grigoris stijgt op, nooit eerder heeft hij een vogel zoals hijzelf ontmoet, hij zal deze hoe dan ook beschermen!

Fenixoog - VerbondenWhere stories live. Discover now