Hoofdstuk 30

104 11 0
                                    

Medie

Thuis laat ik me op mijn bed vallen en zucht ik diep. Wat een dag. Ik draai mijn hoofd en kijk naar de klok op het nachtkastje; 14:00. Dus we zijn pas halverwege. Er wordt op de deur geklopt, net als vanochtend, toen Can me kwam ophalen.

Ik sta op en open mijn deur. Daar staat Can, met zijn handen in zijn zakken. Aan zijn gezicht kan ik zien dat hij al is bijgepraat.

‘De brandweer belde net dat het vuur al was gedoofd toen ze daar aankwamen.’ Ik glimlach. Hij zegt verder niets. Ik zet en stap dichterbij en geef hem een knuffel, hij vouwt zijn sterke armen om mij heen en zo blijven we staan. Als hij me dan uiteindelijk loslaat kijk ik in zijn ogen, hij kijkt droevig. Kemal is zijn tweelingbroer, en die is weg. Gewoon weg.

Can zet een stap achteruit en loopt naar de trap, de trap af, naar de voordeur, door de voordeur, sluit de voordeur zonder me nog aan te kijken en is ook weg. Weer weg.

Ik voel geen emotie, er is alleen maar een brok in mijn keel.

‘Tot vanmiddag!’ zeg ik als Breas en ik de volgende dag de school inlopen.

‘Tot vanmiddag!’ antwoordt ze me. Nog geen seconde later gaat de bel. Wat heb ik.. ohja, wiskunde, een blokuur. In lokaal 23. Voor het lokaal staat meneer Déloo iedereen al te begroeten. Ik wens hem ook en goede morgen en loop naar de hoek van de klas, waar Can al zit, nog steeds met een droevig gezicht. Sinds gistermiddag heb ik hem niet meer gesproken, ik had nog in gedachten gevraagd hoe het met hem ging, maar hij gaf geen antwoord. Ik neem plaats achter het houten tafeltje en begin mijn tas uit te pakken. Nog steeds heb ik geen schriften, op de een of andere manier is het er van het weekend niet van gekomen ze te kopen. Ik open mijn etui, pak er een pen uit en open mijn inmiddels al redelijk volgekrabbelde blok. WISKUNDE, staat er op de eerste bladzijde. Ik weet nog dat Can naar me staarde en ik hem duidelijk wilde maken dat we in de wiskundeles zaten en het misschien handig was even goed op te letten. Ik glimlach bij de gedachte. Ik kijk naar Can, die ook naar die hoofdletters bovenaan de bladzijde kijkt, maar hij glimlacht niet zoals mij. Hij kijkt nog steeds droevig.

‘Hoe is het?’ vraag ik. Meteen heb ik spijt. Zijn broer is ontvoerd, verwacht ik nu een antwoord van Ja! Met mij gaat het goed! En met jou?

Can kijkt me aan en ik mompel een sorry. Pim komt voor ons zitten en kijkt me ook even aan. Gisteren was hij heel lief voor me. Rond een uur of drie kwamen ze met z’n allen naar binnen. Jo strompelde en iedereen had schrammen. De blauwe plekken kwamen pas later die avond tevoorschijn, vooral Pim had een mooie bult op zijn voorhoofd. Gelukkig is die nu al redelijk geslonken. Jo is nog niet hersteld. Ik herinner me nog het bloed dat om haar heen lag, ze was beschoten, gelukkig kon de buurvrouw (die een dokter is) de kogel snel verwijderen en de huid dichtnaaien. Niemand zij wat over mij eigenlijk, waardoor ik me een beetje egoïstisch voelde. We hadden potten koffie en thee gehaald en iedereen nam een goede douche. Pim had nog even op me ingepraat, dat we ze wel te pakken kregen, dat Kemal een vechter is, net als mijn ouders, ook al kende hij ze niet. Ik had geknikt en gehuild. Pim had ook gehuild. Toen ging iedereen naar huis, om het te verwerken. Er zijn geen afspraken gemaakt om het er nog eens met z’n allen over te hebben, of om op zoek te gaan naar Kemal.

Meneer Déloo klapt in zijn handen en wijst naar drie formules op het bord. ‘Los deze formules op, jullie hebben iets minder dan tien minuutjes en dan kom ik het even controleren.’

Iedereen begint te overleggen, behalve in deze hoek van de klas. Can staart alleen maar naar buiten, Pim probeert zich te concentreren op de formules, maar er zit niemand naast hem om te controleren of  hij het wel goed doet, en ik heb geen idee hoe ik deze formules moet oplossen. Dat heb ik nog niet gehad op mijn andere school, zeg ik dan maar tegen meneer Déloo als hij na tien minuutjes langs komt om het te controleren. Hij laat Can voor wie hij is en geeft Pim een tip. Dan loopt hij weer verder.

Fenixoog - VerbondenWhere stories live. Discover now