Hoofdstuk 61

105 7 0
                                    


Derren strijkt een paar keer met zijn plectrum over de snaren van zijn glanzend blauwe gitaar. Het valt even stil. Dan telt Can af met zijn drumstel en vormen de drum en gitaar een herhalend deuntje. De saxofoon valt in en speelt de zang, of de boventoon, of iets anders, hoe dat ook heten mag. Ik weet nog dat Can weleens had vertelt over zijn muziek toen we door de ondergrondse gangen naar de Bibliotheek liepen. Gepassioneerd, en geïnteresseerd in mijn piano.

Mijn voet tikt mee op de maat van het nummer. Jazz, heerlijk. Als het donker was geweest was ik gaan dansen. Ik haal een hand door mijn haar en luister het nummer zwijgend af.

De stilte die volgt op het lied wordt onderbroken door het gelach van de broers.

'Ging best lekker, niet waar?' zegt Kemal.

'Zeker,' Can draait zich om naar mij en glimlacht uiterst vriendelijk, 'Medie zou vaker moeten komen kijken.' Ik trek een wenkbrauw naar hem op. Is dat sarcasme?

Derren zet zijn gitaar in een standaard. 'Je hebt een goede invloed op ons, meid,' zegt hij met een knipoog.

'Meid? Je begint op Timnus te lijken man,' zegt Can, terwijl hij zijn stokken op een drum legt en opstaat. Ik grinnik en sla dan mijn hand voor mijn mond. Ik moet gaan giechelen in plaats van grinniken, echt, dat zou een stuk charmanter zijn.

'Ik ben denk ik iets te veel in zijn buurt geweest afgelopen dagen.'

'Nou, ik vond het in ieder geval erg leuk om te horen. Weet je wat leuk zou zijn? Als jullie in van die cafeetjes gaan optreden. Dat zie je altijd op tv, niet waar?' opper ik.

'En hoe komen we die cafeetjes dan binnen Medie?'

'Door mij. Ja, ik wordt jullie manager en krijg 30 procent van al jullie opbrengsten.' Ik sta ook op, net als de jongens en Kemal lacht een paar keer hard.

'Ja dag, tien procent. Niet meer.' Hij likt zijn lippen een keer, die donkerrood zijn van het spelen.

Ik leg mijn vinger op mijn kin en kijk hem bedenkelijk aan. 'Hm, dat zien we nog wel eens.'

'Mijn god.' Ik laat mijn hand zakken en kijk Can vragend aan.

'Hee, jullie gaan ons toch niet buitensluiten?' Derren stompt met zijn vuist tegen Can's arm, die begint te lachen.

'Nee hoor, maak je maar geen zorgen. Kom, zullen we naar boven gaan? Volgens mij zijn we allemaal wel klaar met spelen voor vandaag.' Er wordt geknikt en we lopen achter elkaar het houten trappetje op.

'Waar ging dat over?' vraag ik, terwijl we dus naar boven lopen.

'Je flirtte met hem.' Komt er nors terug. Ik zie hoe hij de deur open maakt en de gang in loopt.

'Wat, met Kemal?' reageer ik net zo nors. Can houdt voor iedereen de deur open en houdt zijn gezicht neutraal.

'Ja, wie anders.' Ik loop ook de gang in en kijk hem aan alsof hij uit zijn mond stinkt.

'Jeetje Can.' Kinderachtig.

We lopen naar de keuken en ik zet mijn lege glas op het aanrecht. Derren pakt een Donald Duck van de tafel en verdwijnt naar de woonkamer, Kemal moet plassen en Can kijkt dwars door me heen. Ik staar ongemakkelijk naar mijn nagels. Er is niets bijzonders aan te zien, behalve dat ze wat zijn gegroeid. Ik heb er dan ook een paar weken niet aan kunnen pulken. Hoewel ik er wel boter-kaas-en-eieren mee heb gespeeld. Ik wrijf mijn handen tegen elkaar tot ze warm worden, hoewel het helemaal niet koud is, doe mijn haren achter mijn oren en haal ze vervolgens weer terug, om er met mijn vingers doorheen te strijken. Als ik dan al mijn haarpunten heb gekeurd en zeker weet dat het tijd wordt weer eens naar de kapper te gaan schraap ik mijn keel.

Fenixoog - VerbondenWhere stories live. Discover now