Hoofdstuk 21

141 13 0
                                    

Tatsjara

 

Tatsjara maakt zich los uit de omhelzing en kijkt Sam aan.

‘Wat moeten we nu doen? Weet het dorp al dat we weg zijn? Hoe gaat het daar eigenlijk?’

‘Wat een hoop vragen, maar dat zal even moeten wachten. Niemand mag ons hier tegen komen, we moeten verder het bos in,’ zegt hij, Tatsjara knikt instemmend en ze lopen verder het bos in. Na een tijdje stoppen ze, geen open plek deze keer, er zijn alleen bomen. Geen water of mooie bloemen, ze kijkt Sam aan.

‘Ga je nu eindelijk mijn vragen beantwoorden?’ vraagt ze hem. Hij kijkt haar niet aan, zijn blik is gericht op het bos.

‘Ze weten dat jij en je zussen er niet waren, ook niet om de brand te doven. Ze gaan ervan uit dat jullie er iets mee te maken hebben of gedood zijn,’ zegt hij en hij kijkt haar aan. ‘Tatsjara, je vader heeft het niet meer. Hij valt weer terug in zijn oude patroon. Hij komt niet buiten en laat niemand binnen. Je moet naar hem toe.’

‘Maar hoe moet ik dat dan doen? Als ze denken dat ik er iets mee te maken heb, dan…’

‘Rustig maar, alles wat we moeten doen, is zorgen dat je er verwilderd en aangevallen uitziet. Dan zeg ik dat ik je gevonden heb, je vader krijgt een teken van leven en kan weer verder.’

‘En hoe moet ik dan naar mijn zussen? Ze laten me dan echt het bos niet meer in.’

‘Daar verzinnen we wel wat op. Vertrouw je me?’

‘Ja, natuurlijk,’ zegt ze.

‘Goed, dan we gaan morgen terug,’ zegt hij en vervolgens is het even stil. Tatsjara luistert naar het fluiten van de vogels.

‘Ik ga zo denk ik maar weer eens terug,’ zegt Sam uit het niets.

‘Wat? Waarom?’ vraagt Tatsjara.

‘Ik moet een teken van leven geven, anders komen de hulptroepen eraan.’

‘O,’ zegt ze en ze kijken elkaar even aan, ‘wil je nog even blijven? Alsjeblieft.’

‘Voor jou altijd,’ zegt hij, slaat een arm om haar middel en trekt haar tegen hem aan. Tatsjara kijkt hem aan, heel voorzichtig gaat ze op haar tenen staan en drukt haar lippen tegen de zijne. Sam trekt zich terug.

‘Weet je zeker dat je dit wilt? De vorige keer ging je ervandoor,’ zegt hij met een grijns.

‘Ja, ik weet het zeker. Jij bent de ware voor mij Sam,’ zegt ze glimlachend en hij drukt zijn lippen op de hare.

‘Zullen we verder lopen?’ fluistert Sam in Tatsjara haar oor. Tatsjara knikt en zet met tegenzin een stap bij hem vandaan. Sam slaat een arm om haar schouders en Tatsjara slaat een arm om zijn middel. Zo lopen ze samen en genieten van het leven in het bos.

Fenixoog - VerbondenWhere stories live. Discover now