Hoofdstuk 19

152 13 5
                                    

Ik kijk naar de grond, die zich nogal dicht bij mijn hoofd bevindt. Er kruipen wat mieren door het donkere gras. Mijn zicht is verbazingwekkend scherp. Ik til mijn hoofd op naar Kemal.

‘Hey Sunshine,’ zegt hij glunderend.

Ik zeg niets en sta langzaam op. Plof! En ik lig weer op de grond. Ik zet mijn armen voor me. Maar.. Mijn armen! Ik kijk Kemal met grote ogen aan en werp mijn blik dan weer snel op mijn armen. Of, nou ja. Mijn vleugels. Goudkleurige reuzenveren zitten netjes op een rijtje met verschillende lagen. Aan de binnenkant (bij mijn lichaam) zijn ze diep rood. En hoe verder ze van me afgaan, hoe gouder en zuiverder de kleur wordt. Er komt een warme, rode/gele/gouden gloed vanaf, ik kan de kleur niet zo goed beschrijven. Dit is allemaal zo onwerkelijk! Ik ben zojuist in een Feniks veranderd!

Ik schuif mijn poten onder me terwijl ik in evenwicht blijf door mijn vleugels en staart. Mijn poten zijn grote, sterke klauwen. Ook al zien er aan de andere hand nog ongetraind uit. Dan sta ik, met mijn borst vooruit, mijn poten stevig onder me en met gespreide vleugels. Kemal kijkt me nog steeds lachend aan en zet een stap opzij, zodat ik naar het riviertje kan lopen. Met wat lompe, wiebelige stappen loop ik naar het riviertje. Ik kom ongeveer tot Kemal’s borst, wat nogal groot is voor een normale vogel. Bij de rivier buig ik rustig mijn hoofd over het water om mezelf te bekijken. Ik zie een gouden vogelkop, die me vragend aankijkt. Mijn hoofd beweegt niet heel erg houterig, zoals je musjes en adelaars altijd ziet doen. In dat opzicht is dit wezen in het water nog best menselijk, als je de brandende vleugels even wegdenkt dan.

Ik wendt me weer tot Kemal en probeer een vragend gezicht te trekken. Nee, ik ga echt niet proberen iets te zeggen, want dan komt er vast en zeker een schraal, haperig geluid uit mijn keel.

‘Wauw,’ brengt Kemal uit, met een luide zucht. Hij gaat op de grond naast me zitten terwijl ik een beetje ongemakkelijk in dit nieuwe lichaam blijf staan. ‘Je bent prachtig.’ Ik weet zeker dat de mondhoeken van mijn snavel een klein beetje omhoog krullen, en dankzij die zachte veren zijn mijn rode wangen gelukkig niet te zien.

Kemal schudt even zijn hoofd door elkaar en hij lijkt wakker te worden uit zijn trans. Hij staat op en neemt afstand van me. Hij kijkt me even diep aan. ‘Ik zal je wat laten zien.’

Hij neemt een aanloop en springt de lucht in. Onmiddellijk spuwen er gouden en blauwe lichten in het rond, als een kleine tornado om Kemal heen. De treurwilg en het riviertje worden voor een seconde verlicht, en op het moment dat het felle licht is gedoofd, vliegt er een enorme, goud-blauwe vuurvogel uit de tornado van licht, een kleine rookwolk achterlatend. Mijn mond valt open en ik begin te lachen. In plaats van een lach komt er een gek soort gehik uit mijn mond, maar dat is nu niet belangrijk. Het enige waar ik nu aan kan denken is dat Kemal in een prachtige, goud-blauwe Feniks is veranderd en nu boven de treurwilg in een neerwaartse spiraal cirkelt. Uiteindelijk bereikt hij de grond en land hij zacht en soepeltjes op het gras. Dus daarom was hij zo goed op de trampoline bij gym, hij heeft gewoon stiekem zitten oefenen.

Zijn kop kijkt me lief en een beetje hoopvol aan. Deze Feniks ziet er gewoon heel erg uit als Kemal. Ook al klinkt het misschien raar.

Kemal staat dicht bij me, en dat zorgt ervoor dat ik me oppermachtig voel, ondanks dat Kemal bijna een kop groter is dan mij. Ik staar naar Kemal, in de ogen die zo van hem zijn, en hij staart naar mij. Ik kan het niet laten en breng mijn kop dichter naar hem toe, zodat ik hem heel zacht aanraak. Kemal verroerd zich niet en ik laat me tegen hem aanvallen. Niet letterlijk vallen, maar gewoon, als een soort knuffel. Hij laat zijn kin op mijn kop rusten en ik nestel me in de donsveren onder zijn nek. Ik voel hoe onze brandende veren tegen elkaar wrijven en ik voel me veilig en vertrouwd. Ik snap niet waarom mijn ouders het Feniks-Stuurder gebeuren voor me verborgen wilden houden. Ik kan gewoon niet begrijpen hoe zoiets moois een groot gevaar kan vormen. Stuurder, Can.

Fenixoog - VerbondenWhere stories live. Discover now