Hoofdstuk 87

3.6K 172 20
                                    

"Hanna het is aan het stormen buiten, je gaat nu niet naar je werk. Op het nieuws waren ze duidelijk, blijf binnen. Maak nou niet weer dezelfde fout als in Miami door de storm toch in te gaan want dat gevecht ga je niet winnen" Ik keek Jaden lang aan. 

"Ik kan niet... Ik moet gaan werken... Er is nog te veel te doen om thuis te blijven" "Het is zaterdag! Je bent vrij, het is weekend! Je bent nooit thuis, deze week heb je al drie nachten doorgewerkt omdat er iets is en je kan er niet met mij over praten." Ik slikte. 

"Ik moet werken" "Ik snap het, het is je ontsnapping, maar je kan zo niet naar buiten gaan" Ik keek naar de bomen die heen en weer gingen in central park. "Ik kan niet hier binnen blijven want dan drijf ik mezelf echt tot waanzin." Ik trok mijn jas aan en gooide de deur achter me dicht. 

Wind waaide hard in mijn gezicht en gooide mijn haren alle kanten op. Enkele mensen zag ik vanuit winkeletalages of vanuit hun appartementen naar me kijken omdat ik midden in een storm naar buiten ging om te gaan werken, maar ik moest werken, dat was mijn enige oplossing om niet volledig in de tsunami te verdrinken. 

Ik liep de hal binnen en moest wennen aan de windloze ruimte, er was geen weerstand meer. Ik liep de trappen op want door de storm was de stroom eruit gevlogen. Ik liep over de lege trappen op weg naar mijn kantoor. 

Vermoeid viel ik neer op mijn bureau stoel en zette ik de radio aan maar dat werkte natuurlijk ook niet. Ik legde mijn telefoon op mijn bureau en zette mijn eigen muziek aan en staarde lang naar buiten. Ik opende één van de twintig mappen op mijn bureau en ging aan het werk. 

"Ik was hier met Xander voor een overleg en bleef wat langer dan hij omdat ik nog een verslag moest maken en wilde daarna naar huis maar het nieuws zei dat iedereen binnen moest blijven dus ik zit hier al twee uur alleen zonder stroom. Je bent hier niet sinds vanmorgen vroeg want dan had ik je al eerder gezien" Ik keek op en zag Marc in mijn deuropening staan. 

"Ik ben er net vijf minuten"  "Je bent gek dat je met dit weer over straat gaat" Ik haalde mijn schouders op. "Mijn mappen lagen nog hier en ik moest werken" "Ik weet dat je een workaholic bent maar om in een storm naar buiten te gaan had ik niet verwacht. Zijn je zaken zo belangrijk?" 

"Ik heb deze hele week alleen maar mensen moeten helpen met hun problemen, ik ben niet eens toegekomen aan één zaak. Ik voel me meer een helpdesk dan een advocate. Ik moet gewoon even mijn hoofd ergens anders bij houden anders wordt ik helemaal gek" 

Marc keek me verbaasd aan. "Gaat alles wel goed?" Ik schudde mijn hoofd. "Dat dacht ik al te zien, want gisteren was je op ons kantoor en zag ik je weglopen bij mijn kantoor." Ik zuchtte en keek naar de map. 

"Waarom stond je voor mijn kantoor?" "Omdat ik... Omdat jij de enige bent waar ik mee over dat ene ding kan praten alleen ik heb je weggeduwd en nu kan ik er met niemand over praten, want Jaden zal het nooit begrijpen en de tsunami..." "Ho, stop. Je praat in raadsels, dat ene ding? Tsunami? Hanna praat normale woorden" 

"Het is negen maanden geleden, Marc, het is negen maanden later" Ik zuchtte en liet een traan over mijn wang lopen. "Oh" Marc ging tegenover me zitten en staarde lang naar de grond. "Ik..." Begon hij maar stopte toen weer. 

"Ik kan niet stoppen met denken... wat als..." "Dat moet je jezelf niet aandoen. Stop met denken aan wat als want daar schiet je niks mee op. We hebben de baby verloren en daar kunnen we beiden niks meer aan veranderen. Je maakt jezelf alleen maar verdrietiger als je aan wat als blijft denken." Ik zette mij ellebogen op het bureau en verborg mijn gezicht in mijn handen en begon harder te huilen. Ik hoorde de stoel van Marc en even later voelde ik zijn armen om me heen.

"Ik weet niet wat ik moet doen om dit gevoel weg te laten gaan want ik wordt helemaal gek hier" Snikte ik luid. Ik voelde mijn stoel draaien en Marc zat nu op zijn hurken voor mij en hield mijn armen vast. "Praat tegen me, zeg wat je voelt" Ik wilde mijn handen voor mijn gezicht houden maar dat ging niet. 

"Alleen jij en mijn vriendinnen weten dit, en de mensen die in de rechtszaal zaten, maar ik kan er alleen met jou over praten want mijn vriendinnen vinden toch dat ik me daar niet over opwinden want ik ben met Jaden maar zo werkt dat niet. Want met Jaden kan ik er niet over praten. Ik kan met hem over alles praten behalve hierover en jij bent de enige die me vanaf het begin heeft geholpen alleen met jou kan ik nu ook niet meer praten en ik wordt helemaal gek van binnen"

"Je kan wel met mij praten, geloof me" Hij keek me recht aan in mijn ogen. "Wat kan ik voor je doen?" Ik haalde mijn schouders op. "Weet je wat, ik ga even wat drinken halen en dan gaan we zo op je sofa zitten en praten we er over want je moet dit niet inhouden, dat weet je zelf ook" 

"Dank je"

Four Years LaterWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu