46

1.4K 121 30
                                    

Wat vooraf ging: "Denk erover na of je later een ontmaagde vrouw wilt, voordat je van mij gaat houden!" zeg ik en met die woorden loop ik weg.

Meryem:
Snel probeer ik richting m'n huis te lopen, totdat ik voel dat ik van m'n arm wordt getrokken. "Latif laat me los!" zeg ik boos en trek m'n arm uit z'n greep. Boos draai ik me om en kijk geschrokken naar Macid. "Macid?" vraag ik en trek m'n wenkbrauw omhoog, "wat doe je buiten?" vraagt hij geïrriteerd. "Mag dat niet? Heb ik toestemming van jou nodig?" zeg ik boos en zet m'n capuchon goed "je gaat nu naar huis!". Ik lach niet serieus en duw hem "wat denk jij wel niet? Ben je m'n vader? Of ben je m'n broer? Nee! Dus het boeit je niet!" schreeuw ik boos. Woedend pakt hij m'n arm vast en knijpt erin. Met open mond kijk ik ernaar. "Je doet me pijn! Laat me los Macid" zeg ik en probeer m'n arm uit z'n greep te trekken, wat niet lukt.

Hij trekt me ruw naar zich toe. "Ik zei dat je naar huis moest gaan!" sist hij, boos schud ik m'n hoofd en geef hem een harde kopstoot. Hij pakt z'n voorhoofd vast en begint te kreunen. "Heb je verdiend!" sis ik en duw hem met al m'n kracht op de grond.

"Gaat het?" hoor ik achter me, snel draai ik me om en kijk in de ogen van Latif. Hij loopt me voorbij en pakt Macid vast van z'n kraag en tilt hem ruw op. "Wat raak je haar aan?!" sist hij boos tegen hem en knijpt in z'n keel. Macid begint hard te hoesten, geschrokken kijk ik Latif aan. Hij draait door. "Latif laat hem los!" zeg ik geschrokken en probeer hem naar achter te trekken. Wat helemaal niet lukt. "Latif alsjeblieft!" smeek ik, hij kijkt me eventjes aan en laat z'n nek los. Opgelucht kijk ik hem aan.

"We gaan" zegt hij en pakt m'n pols vast, niet-begrijpend kijk ik naar z'n hand. Er valt iets op, ik zie een ring om z'n ring vinger. Een paar seconde kijk ik ernaar en schud snel m'n hoofd. "Je bedoelt jij gaat, niet ik" zeg ik en trek m'n hand weg "niet moeilijk doen Meryem" zegt hij en duwt me naar voren. Vies kijk ik hem aan en begin te lopen. "Merye-" "praat niet tegen mij!" zeg ik boos en doe weer m'n capuchon op. Hij zucht en begint achter me te lopen. Ik zucht ook en rol m'n ogen. Aangekomen bij mijn huis loop ik m'n huis in en sluit de deur hard achter me dicht.

Ik loop snel naar boven en loop m'n kamer in. Met grote ogen kijk ik Azra en Melek aan die op m'n bed zitten. "We weten nu waarom je naar buiten bent gegaan!" zegt Azra, ik trek m'n wenkbrauw op en ga voor hun zitten. "En? Waarom ben ik volgens jullie naar buiten gegaan?" vraag ik en kijk hun aandachtig aan, "je hebt afgesproken met Latif he!" schreeuwt Melek. "Ieuw je spuugt" zeg ik en veeg de speeksel weg op m'n gezicht "niet van onderwerp veranderen!" zegt ze en kijkt me doordringend aan.

"Ik heb niet afgesproken met Latif. We zagen elkaar gewoon" zeg ik en haal m'n schouders op. Ze wiebelen allebei met hun wenkbrauwen. "Denk er maar niet aan. We hebben helemaal niks!" zeg ik met uitdrukking op de laatste zin, "zeker zeker" zeggen ze en beginnen te lachen.

"Ik heb hoofdpijn" zeg ik en ga liggen. "Ben je misschien ziek geworden?" vraagt Azra, ik haal m'n schouders op. Ze voelt aan m'n voorhoofd, "je hebt koorts!" zegt ze met grote ogen. "Ik haal een natte doek!" zegt Melek en loopt m'n kamer uit, "ik voel me niet lekker" zeg ik zwak en knipper langzaam met m'n ogen. Ik voel een druk op m'n borst en krijg uit het niets tranen die over m'n wangen glijden. "Gaat het Meryem?" vraagt Azra en houdt m'n hand vast, ik schud hevig met m'n hoofd en voel dat de druk erger wordt. "H-help!", dat was m'n laatste woord die ik uitsprak...

Latif:
Sip kijk ik naar het huis van Meryem. Als ik dit allemaal niet had gedaan waren we misschien een koppel. En had ze mij niet gehaat. Integendeel, ze had dan van me gehouden. Maar die Serkan! Ik kan er niet eens aan denken. Boos kijk ik voor me uit. En hoor ik uit het niets een geschreeuw. En daarna nog een. Geschrokken kijk ik de kant van Meryems huis op.

Haar raam staat open. "HELP ZE ADEMT NIET!" hoor ik iemand schreeuwen. Geschrokken sta ik op, m'n handen beginnen te trillen als ik Meryems naam hoor. Met grote ogen kijk ik hoe de voordeur open gaat. Meryem in de handen van Illias, ik ren hun kant op en kijk haar met grote ogen aan. "ZE HEEFT EEN HARTAANVAL KAN IEMAND HELPEN!?" schreeuwt hij, terwijl er een paar tranen bij hem naar beneden vallen. Ik pak haar wang vast en begin rode ogen te krijgen.

"Uit de kant!" hoor ik iemand zeggen die me hard wegduwt. Boos kijk ik Macid aan. Illias legt Meryem op de grond en Macid begint met het reanimeren. Op dit moment kon ik alleen toekijken. Niks anders. Ik was machteloos. Ik kon niks. Helemaal niks. Macid heeft de opleiding geneeskunde gevolgd. Hij kan haar redden. En ik? Ik kan niets. M'n gedachte waren alleen bij Meryem. Het geschreeuw van haar zussen en broers hoorde ik ook niet. Ik was alleen gericht op Meryem. Macid die er alles voor deed om haar in leven te houden. En ik die alleen kon toekijken. Voor wie zou ze nou kiezen? Voor Macid of voor mij? Ik ben niks, helemaal niks. Wat moet zij met een machteloos jongen? En met die woorden valt er een traan uit m'n ooghoek. Ya Allah, laat haar weer leven.




STEM EN REAGEER!!

VoorgelogenWhere stories live. Discover now