Hoofdstuk 4

7.5K 269 39
                                    

Ginny en ik hebben nog een uurtje bij het haardvuur in de leerlingenkamer gezeten. Hermione, Ron en Harry hebben er ook even bijgezeten, nadat Hermione en Ron de eerstejaars wegwijs hadden gemaakt. Als klassenoudsten moeten ze ervoor zorgen dat de eerstejaars precies weten wat er gaat gebeuren en waar ze moeten zijn. Harry heeft nog verteld hoe het komt dat hij te laat was en met zo'n gezicht binnen kwam. Draco had gelijk dat Harry er wel weer bovenop zou komen, maar toch kan ik niet geloven dat hij zoiets lafs doet. Iemand volledig verlammen en dan nog in zijn gezicht trappen ook. Ik vraag me af waarom Draco dit jaar nog vager doet.

Nu liggen we in bed, onze koffers staan nog onuitgepakt naast ons bed. De andere vijfdejaars, Katy en Lea, sliepen al toen wij in onze kamer aan kwamen, we wilden ze niet wakker maken. 'Ik ben benieuwd wat dit jaar ons gaat brengen', fluistert Ginny. 'Het kon niet beter beginnen', zeg ik sarcastisch.

Het voelde goed om vanochtend weer mijn schooluniform aan te trekken. Ik bekijk mezelf nog even goed in de spiegel en trek mijn kleding recht. Dan borstel ik mijn donkere haar een aantal keer door. Vanochtend is er geen tijd om te douchen, dus ik draai mijn haar in een knot. Ik pak mijn boeken voor de komende lesuren in en loop naar de leerlingenkamer. Ginny zit al ongeduldig op me te wachten. 'Volgende keer maak ik je nog eerder wakker, nu zijn we bijna te laat voor het ontbijt!' Ik geef haar een duwtje. 'Na vier jaar moet je toch weten dat het zo gaat bij mij'. Ginny slaat een arm om me heen. 'Het is verschrikkelijk om met jou om te gaan', zegt ze lachend. Samen lopen we naar de Grote Zaal, waar al veel mensen aan het ontbijt zitten. Bij binnenkomst gaan mijn ogen ongewild even richting de tafel van Slytherin. Draco is nergens te bekennen.
Na het ontbijt moeten we naar de les van Hagrid, Verzorging van fabeldieren. Nu het nog lekker weer is, is het absoluut geen straf om buiten te zijn. Wat iets minder fijn is, is dat de lessen van Hagrid niet erg veilig zijn. Toch hebben we het na een uur overleefd en weten we nu wat Crups zijn. 'Ellie, ik heb een boodschap van professor McGonagall voor je', Remy, een tweedejaars Gryffindor, komt aangerend. 'Ze wil je spreken in haar kamertje'. Ik kijk Ginny verbaasd aan, 'ik heb niks fout gedaan toch?' 'Ik zou het niet weten, ga maar snel dan ben je nog op tijd terug voor de volgende les', zegt Ginny nuchter. Ik trek mijn tas over mijn schouder en loop richting het kamertje van professor McGonagall, het hoofd van Gryffindor.
Vlak voor ik op de deur van haar kamertje wil kloppen word ik bij de deur weggetrokken, in een gangetje naast de deur. Door een hand op mijn mond wordt mijn korte gilletje gesmoord. Een andere hand omklemt mijn keel en houdt me daarmee in bedwang. In het gangetje is het schemerig maar ik kan duidelijk de wit blonde haren en grijze ogen van Draco onderscheiden. 'Wat moet je?' sis ik kwaad. 'Wat heb je tegen je vrienden verteld?' vraagt hij. Ik aarzel. Als ik vertel dat ik niks heb gezegd, dan heb ik naar hem geluisterd. Maar als ik vertel dat ik er wel iets over heb gezegd, kom ik vast in de problemen. Ik staar hem een paar seconden sprakeloos aan. Zijn greep verstrakt en de tranen springen in mijn ogen. 'Je doet me pijn', zeg ik moeizaam. Langzaam voel ik zijn hand ontspannen en zijn gezichtsuitdrukking wordt zachter. 'Dat is niet de bedoeling', fluistert hij. Ik kijk hem boos aan, niet van plan om nog iets te zeggen. 'Je hebt niks gezegd he?' Draco's stem klinkt geamuseerd. Ik kijk naar de grond. 'Nee', antwoord ik kort. 'Had ik al gedacht', zegt hij, 'ik zag het aan je ogen'. Gaat hij nu ineens de gevoelige jongen uithangen? 'Waarom ben je zo?' floep ik eruit. Draco begint te lachen, maar dan staat zijn gezicht weer ernstig. 'Laten we zeggen dat er een zware taak op mijn schouders rust', zegt hij. 'Wat bedoel je?' Ik kijk hem nieuwsgierig aan. 'Laat maar, ik heb al teveel gezegd. Hoe doe je dat toch?' zegt hij geïrriteerd. Ik kijk hem verbaasd aan. 'Wat doe ik?' 'Je brengt me in de war. Ik hoor niks tegen je te zeggen', zegt hij terwijl hij zijn armen over elkaar slaat. 'Jij begint steeds', zeg ik.




Nu ik hem kenDonde viven las historias. Descúbrelo ahora