Hoofdstuk 83

3.3K 152 17
                                    

Draco was in een paar minuten weer terug. Hij bracht Alexander naar zijn ouderlijk huis. Ik kon aan hem zien dat hij gespannen was om er heen te gaan. Zijn gezicht stond strak en hij had een geconcentreerde blik in zijn ogen. Toen hij terug was vroeg ik of het goed was gegaan, hij antwoordde met een korte 'ja'. Nu zit hij naast me op de bank, met gesloten ogen. Hij speelt met de Galjoen die we van Alexander hebben gekregen. De Galjoen wordt rondgedraaid tussen zijn vingers, steeds opnieuw. De sfeer tussen ons voelt gespannen. Ik weet niet meer waar ik met hem over moet praten. Hij lijkt zo met zichzelf bezig. Het is natuurlijk ook een zware middag voor hem geweest. De pijn die hij heeft gehad, daarna de nasleep van de verwijdering van het teken. Ik begrijp het wel, hij heeft het zwaar gehad. Ik zou hem zo graag willen helpen, maar ik weet niet hoe.

Zuchtend trek ik mijn benen op en sla mijn armen er om heen. Wat als we gewoon bij Ginny waren gebleven? Dan was er niets aan de hand geweest tussen ons. Toch ben ik stiekem blij dat we hier zijn. Ik heb een oom leren kennen! En die kersverse oom is nu naar de schuilplaats van Jeweetwel om mijn vader te redden. Het klinkt allemaal erg onrealistisch, ik weet het. Maar de afgelopen maanden waren al onrealistisch, dus dit kan er ook nog wel bij.

'El?' Ik schrik van de stem van Draco naast me. 'Hm?' Langzaam draai ik mijn hoofd naar hem toe. 'Wat is er?' vraagt hij. 'Wat bedoel je?' vraag ik er snel achteraan. Draco gaat rechtop zitten en haalt zijn hand door zijn haar. 'Je doet anders,' concludeert hij. Ik leg mijn kin op mijn knieën, om hem niet aan te hoeven kijken. 'Vertel,' zegt hij. Eigenwijs houd ik mijn mond. Draco slaakt een diepe zucht. 'Soms weet ik niet wat ik met je aan moet.' Helaas weet ik dat zelf ook niet. Op dit moment zou ik het liefst wegrennen. Weg van alle problemen. Maar ik weet dat ik Draco nodig heb. 'Ik ook niet,' zeg ik zacht. Ik voel de tranen in mijn ogen branden, maar ik wil niet huilen. Niet weer. 'Je weet toch dat je me alles kan vertellen?' Hij klinkt zo lief nu hij dit vraagt. Ik weet dat hij van me houdt. Maar alle gebeurtenissen van vanmiddag hebben me onzeker gemaakt. Hij was zo anders. 'El, zeg iets.' Zijn stem klinkt nu vlakbij mij oor. Ik kan zijn adem voelen. Het geeft me kippenvel. Eigenlijk wil ik niets liever dan hem vasthouden, mezelf in hem verliezen. 'Houd je van me?' vraagt hij zacht in mijn oor. Bijna onzichtbaar knik ik. Hij lacht zachtjes. 'Bewijs het maar,' zegt hij uitdagend. Hij probeert me weer blij te maken, dat waardeer ik. Toch reageer ik er niet op. Ik heb vandaag al zo vaak bewezen dat ik van hem houd. Hij is degene die tegen me heeft geschreeuwd, die boos werd omdat ik hem had geholpen. Hij wist het niet door de 'operatie' aan zijn arm. Toch neem ik het hem kwalijk. Ik ben onredelijk, dat weet ik. 'Houd jij wel van mij?' vraag ik. 'Wat?' Er klinkt verontwaardiging in zijn stem. Ik draai me naar hem toe. 'Houd jij van mij?' Mijn stem klinkt hard. 'Waarom vraag je iets waar je het antwoord al op weet?' vraagt hij. 'Als ik het antwoord al wist zou ik het niet vragen,' kaats ik terug. Draco staat op van de bank. 'Ik heb je meegenomen naar de winkels, een jurk voor je gekocht. Ik ben heel de tijd met je geweest. En jij vraagt je af of ik van je houd? Denk je dat ik dit zomaar doe? Denk je dat ik nog steeds hier zou zijn als ik niet van je zou houden? Ik was bij mijn ouders gebleven als ik jou niet had. Ik heb mijn leven op het spel gezet voor je. Alles wat ik doe is voor jou.' Er is wanhoop van zijn gezicht af te lezen als hij tegen me schreeuwt. 'Ik houd machtig veel van je. Als je dat nog steeds niet weet, dan weet ik het ook niet meer,' zegt hij, terwijl zijn stem breekt. Hij gaat weer op de bank zitten, met zijn hoofd in zijn handen. Geschrokken staar ik naar hem. Ik voel me stom na mijn vraag. Natuurlijk houdt hij van mij, dat weet ik allang. Het voelt gewoon allemaal anders. Alles staat op zijn kop.

Het is een tijd stil. 'Draco?' fluister ik dan. Hij kijkt op naar me, er staan tranen in zijn ogen. 'Ik weet dat je van me houdt. Ik weet alleen niet of ik nog wel van mezelf houd. Alles is zo'n puinhoop.' De tranen, die al een paar minuten in mijn ogen stonden, stromen nu over mijn wangen. Het is lastig om toe te geven dat het echt niet goed gaat met je. 'Liefje,' fluistert hij. Hij slaat zijn armen om me heen en trekt me naar zich toe. Ik voel me een klein kind als hij zacht over mijn rug aait. 'Het geeft niet. Je mag in de war zijn.' Hij geeft voorzichtig een kus op mijn voorhoofd. 'Ik vind het heel belangrijk dat je weet dat ik van je houd. Dat mag je nooit vergeten. Je bent alles voor me,' fluistert hij. 'Ik weet het,' snik ik. 'Deze dagen zijn verschrikkelijk. Alsof je hele wereld instort,' zegt hij. Ik knik tegen zijn borst aan. 'Ik weet niet hoelang ik dit nog volhoud,' zeg ik. Draco pakt mijn hoofd tussen zijn handen. 'Je houdt het vol, want je bent sterk,' zegt hij. Hij kijkt me met zijn grijze ogen doordringend aan. Ik moet in zijn woorden geloven. Langzaam knik ik, wat moeilijk gaat doordat hij mijn hoofd vasthoudt. 'We komen hier samen doorheen,' glimlacht hij. 'Oké,' zeg ik simpel. Hij buigt naar me toe en kust me voorzichtig. Zijn lippen zijn zacht en warm. Er gaat een kalm gevoel door me heen. Langzaam zak ik achterover, terwijl ik hem niet loslaat.

Het is al middernacht geweest voor we in bed liggen. Voor Alexander weg ging, heeft hij ons een kamer gewezen waar we de nacht kunnen doorbrengen. De kamer is ruim, met grote ramen die uitkijken op de winkelstraat. Er staan twee bedden, allebei aan een andere kant van de kamer. Het voelt gek om Draco niet vlak naast me te hebben. De afgelopen weken sliepen we in hetzelfde bed, vlakbij elkaar. Ik lig op mijn rug naar het plafond te staren. Na mijn huilbui heeft Draco er weer voor gezorgd dat ik rustig werd. Hij weet zo goed hoe hij dat moet doen. Al mijn twijfelgevoelens zijn verdwenen. Natuurlijk zijn mijn angsten er nog. Ik weet ook niet of die ooit weg zullen gaan. Niet zolang Jeweetwel leeft en wij dus niet veilig zijn. Ook voel ik me onrustig doordat Alexander nu bij Jeweetwel is. Het is zo moedig dat hij dit voor ons doet. Als hij terugkomt heb ik geen idee hoe we hem kunnen bedanken. Draco heeft de Galjoen bij zich. Hij wilde dat ik rustig zou slapen. Als de Galjoen gaat gloeien zou hij me wakker maken. Ik weet niet of ik rustig kan slapen nu. De onzekerheid maakt me gek. Ik mis de nabijheid van Draco. Zijn armen om me heen als ik in slaap val, zijn lippen op mijn haar. Ik duw mezelf rechtop in bed en werp een blik op Draco's bed. In het donker kan ik nog net zijn contouren onderscheiden. Hij ligt op zijn zij naar de muur gedraaid. Zijn blonde haren komen net boven de deken uit. Hij lijkt te slapen. Zuchtend val ik weer terug in mijn kussen. Ik ben uitgeput, maar mijn lichaam laat me niet slapen.

'Ellie?' Er klinkt een zachte stem vlakbij mijn oor. Als ik vermoeid mijn ogen open doe zie ik Draco staan. Zijn haar zit in de war en in zijn ogen staat paniek. 'Wat is er?' Ik schiet overeind als ik hem zo zie. 'Ik had een nachtmerrie,' zegt hij. Hij ziet eruit als een kwetsbaar kind, dat aan het bed van zijn ouders staat. Ik had gehoopt dat hij nieuws over Alexander had. 'Schuif eens op.' Zijn stem klinkt breekbaar. Hij komt naast me in bed liggen. Zijn warmte stelt me gerust, ook al trilt zijn lichaam van angst. Zacht leg ik mijn handen op zijn rug, ik trek hem tegen me aan. Hij verbergt zijn hoofd in mijn hals. 'Is er al bericht van Alexander?' fluister ik. Ik voel dat Draco zijn hoofd schudt. In zijn hand heeft hij de Galjoen geklemd. 'Ik droomde het alleen,' fluistert hij. 'Was het slecht nieuws?' Weer knikt hij. 'Er stond: Ze zijn dood. Nu zijn jullie aan de beurt. Daarna zag ik beelden van onze ouders die gemarteld werden en jij-' Draco's stem trilt. Zacht druk ik een kus op zijn haren. Dan pak ik de Galjoen uit zijn hand en bestudeer het. Er is niets te zien. 'Het was maar een droom. Het komt goed,' fluister ik in Draco's oor. Op dat moment voel ik de Galjoen in mijn hand gloeien.


Thanks voor de 4k reads! Love you all, Lynn.

Nu ik hem kenWhere stories live. Discover now