Hoofdstuk 73

3.6K 160 28
                                    

Draco ligt op bed. Door de touwen om zijn lichaam kreeg hij te weinig zuurstof. Alles doet hem pijn, zelfs praten. Het maakt me bang, want ik sta er nu alleen voor. In gedachten roer ik in een pan met pap. Hij moet wat te eten binnen krijgen, of hij wil of niet. Ik pak een kom en giet de pap daarin. Met de kom ga ik naast hem zitten. Hij opent vermoeid zijn ogen. 'Ik heb wat te eten voor je,' zeg ik, wijzend op de kom. Hij schudt zijn hoofd. 'Je moet eten. Anders herstel je niet,' zeg ik streng. Hij glimlacht even voorzichtig. Dan duwt hij zichzelf een stuk omhoog. Ik prop een extra kussen achter zijn rug, zodat hij daar tegenaan kan zitten. Met een lepel roer ik door de pap, dan schep ik een hap op. Als ik hem de lepel aan wil geven schudt hij zijn hoofd. 'Wat? Moet ik je gaan voeren?' vraag ik, terwijl ik mijn wenkbrauwen optrek. Hij glimlacht voorzichtig. 'Teveel pijn,' zegt hij met een hese stem. Even moet ik lachen, maar dat verberg ik ook snel weer. Hij heeft pijn, dat is niet grappig. Maar het idee dat ik mijn vriend moet voeren zorgt voor lachkriebels. Ik trek mijn gezicht weer serieus en beweeg de lepel naar zijn mond. Hij slikt moeizaam, maar krijgt het wel weg.

'Dankje,' zegt hij, als alles op is. Ik sta op, nadat ik hem een kus op zijn voorhoofd heb gegeven. Als ik vroeger ziek was deed mijn moeder precies zo. Pap maken, voeren en een kus. Even sluit ik mijn ogen als ik aan die fijne momenten denk. Als ik mijn ogen open ben ik snel weer terug in de realiteit. We zijn in een tent, op de vlucht voor Voldemort. Hij wist waar we waren! Gelukkig had hij twee niet zo snuggere dooddoeners gestuurd, als zelfs een vijftienjarig meisje ze aan kan. Het verbaasde me dat ik zo snel kon handelen. Ik twijfelde geen moment. Misschien komt dat ook omdat Draco in gevaar was. Ik vocht voor hem.

'We moeten morgen eigenlijk echt verder. Het is nu helemaal niet meer veilig,' zeg ik. Draco knikt. 'Misschien gaat het dan wat langzamer, maar ik help je wel,' zeg ik. Hij steekt langzaam een duim op en sluit daarna zijn ogen. Ik laat hem slapen als ik mijn eigen eten nuttig.

Middenin de nacht schrik ik wakker. Draco ligt schreeuwend en schoppend naast me. Voorzichtig leg ik mij hand op zijn voorhoofd. Hij is warm en zweterig. 'Blijf van haar af!' schreeuwt hij. Hij heeft het over mij? 'Draco, ik ben hier,' fluister ik. 'Stil maar.' Ik strijk zacht met mijn hand over zijn wang. 'Ik ben bij je,' zeg ik. Langzaam kalmeert hij, maar wordt niet wakker. Als hij weer helemaal rustig is, lijkt hij al snel weer diep in slaap. Zuchtend laat ik me achterover vallen. Deze reis is niet goed voor ons beide. Eerst had ik slechte nachten, maar nu dat beter gaat krijgt hij het. Het lijkt alsof we psychisch aangetast zijn. Voldemort maakt ons gek. Ik wil naar Ginny. Een echte veilige haven, waar we uit kunnen rusten.

Draco kan, met enige moeite, zelfstandig rechtop zitten. Zijn gezicht is vertrokken van de pijn. 'En lopen?' vraag ik, een tikkeltje ongeduldig. Voorzichtig gaat hij op zijn benen staan. Na even wankelen blijft hij stabiel naast. 'Kan,' zegt hij zacht. Zijn stem is ook nog steeds niet helemaal hetzelfde. Binnen een dag kan hij natuurlijk niet genezen. 'We doen rustig aan,' zeg ik. Draco loopt op me af en slaat voorzichtig zijn armen om me heen. 'Je was geweldig,' fluistert hij. 'Had ik ze moeten vervloeken?' Die vraag houdt me al even bezig. 'Nee,' zegt hij. 'Dan zou het Ministry ook naar je op zoek gaan.' Het is strafbaar om een onvergeeflijke vloek te gebruiken, maar ik had het bijna willen doen. 'Draco?' vraag ik dan voorzichtig. Hij kijkt me vragend aan. 'Het lijkt me slim om naar Ginny te gaan nu. Jij bent veel te zwak en we kunnen wel rust en goede zorg gebruiken,' zeg ik. Toen ik vanochtend in de spiegel keek schrok ik. Mijn gezicht is witter dan ooit, door gebrek aan goede nachtrust en genoeg eten. Mijn ogen zijn flets en mijn haar pluizig. Draco is ook witter dan ooit. Hij ziet er slecht uit, zeker na gisteren. Hoe aantrekkelijk ik hem ook vind. Nu ziet hij er niet gezond uit. 'Denk je dat het slim is?' Draco kijkt me aan. 'Dat weet ik niet, maar ik ben er wel heel erg aan toe. Ik kan dit niet nog dagen.' Hij zucht, maar ik kan merken dat hij er ook klaar mee is. 'Oké, we gaan op weg daarheen.' Verrast kijk ik hem aan. Ik had niet gedacht dat hij zo snel zou toegeven. 'Echt?' vraag ik ongelovig. 'Ja, ik heb teveel pijn en ben te moe om door te gaan,' zegt Draco. Eigenlijk wil ik hem plat knuffelen, zo blij ben ik. Het is alleen niet heel verstandig, aangezien hij teveel pijn heeft. Ik ga op mijn tenen staan en druk een kus op zijn wang. Hij glimlacht voorzichtig. 'Als ik daar binnen kom,' zegt hij. 'Daar zorg ik wel voor,' antwoord ik.

Nadat we onze spullen hebben ingepakt, gaan we weer op weg. Het gaat niet heel hard. Draco strompelt vooruit. Ik heb mijn arm ondersteunend om zijn middel geslagen. Wat er ironisch uit moet zien, aangezien ik een kop kleiner ben dan hem. Hij lijkt er wel steun uit te halen. We zijn stil. Draco spaart zijn krachten om te lopen. Ik weet niet meer wat ik moet zeggen. De afgelopen dagen hebben we het al over zoveel gehad. Hij kent onderhand mijn levensverhaal wel. Alles wat ik de afgelopen tijd heb meegemaakt, hebben we samen beleefd. Dat is dus ook geen gespreksstof. Soms glimlacht Draco even vermoeid naar me. Die momenten kan ik de liefde in zijn ogen zien. Ik houd zoveel van die jongen.

Tijdens het lopen dwalen mijn gedachten af naar mijn vader. Hoe zou het met hem zijn? Een paar dagen geleden lag hij halfdood in de kelder. Misschien is hij al wakker geworden. Zouden ze hem nog meer gemarteld hebben? Ze hadden niets meer aan hem, zeiden ze. Hebben ze hem nu wel gedood of willen ze hem zo lang mogelijk laten leiden? Eén van de eerste dingen die ik wil doen als we bij Ginny zijn, is een plan bedenken hoe hij daar weg kan komen. Ik moet hem helpen. Hij verdient het niet om daar te zijn. Al het slechte dat hij heeft gedaan, deed hij in naam van Voldemort.

'Pauze,' klinkt Draco's vermoeide stem naast me. Hij hapt naar adem. Voorzichtig laat ik hem op een omgevallen boomstam zakken. 'Denk je dat je straks kan Verschijnselen?' vraag ik. Hij knikt. 'Eerst rusten,' zegt hij. Ik ga naast hem zitten en hij leunt zacht tegen me aan. 'Gaat het nog?' vraag ik. Hij knikt. 'Ik had nooit gedacht dat ik dit zou zeggen, maar ik kijk er naar uit om bij de Weasleys te zijn,' zegt Draco. Ik grinnik. 'Wat heb je tegen ze?' vraag ik dan serieus. 'Mijn ouders noemen ze bloedverraders. Ze gaan met dreuzels, gewone mensen, om,' legt hij uit. 'Ja, dus?' kaats ik terug. 'Ze verraden hun eigen afkomst,' zegt hij. 'Vind jij dat of vinden je ouders dat?' Draco zucht hoorbaar. 'Ik weet het niet meer. Altijd dacht ik dat het ook mijn mening was. Maar sinds ik jou ken-,' zegt hij. 'Wat dan?' vraag ik nieuwsgierig. 'Als jij met die zogenaamde bloedverraders omgaat, zijn ze vast niet zo erg als ik dacht,' zegt hij zacht. 'Ik ben ook een bloedverrader, als je het zo wilt noemen,' zeg ik. Draco draait zich naar me om. 'Want?' 'Mijn beste vriendinnetje, tot ik naar Hogwarts ging, was dreuzel,' zeg ik. 'Echt?' Ik knik. 'Anna heette ze. Op een dag kon ik niet meer geheimhouden dat ik iets speciaals had. Ze mocht niet meer met me omgaan,' zeg ik triest. 'Belachelijk!' zegt Draco. 'Daarna zijn ze verhuisd en heb ik nooit meer iets van haar gehoord,' zeg ik. 'Jammer, maar toen ontmoette je Ginny?' vraagt Draco nieuwsgierig. 'Ja, gelukkig kon zij me helpen Anna te vergeten. Voor hoe ver dat mogelijk is.' 'Het spijt me voor je,' zegt Draco. Ik glimlach. 'Op sommige momenten ben ik haar ook echt vergeten,' zeg ik.

Vastbesloten klop ik op de deur van the Burrow (Het Nest), zoals het huis van de familie Weasley wordt genoemd. Draco staat gespannen achter me. Na een aantal uren lopen was het tijd om te Verschijnselen. Daarna moesten we nog een uurtje lopen. Het voelde zo fijn toen we het huis vanuit de verte zagen verschijnen. Hoe schots en scheef het ook is, dit is een heerlijke plek. Toen mijn moeder nog leefde hebben we hier met z'n allen kerst gevierd. Er zijn fijne herinneringen aan het huis verbonden. Dan horen we voetstappen dichterbij komen. Draco knijpt zacht in mijn hand. De deur gaat langzaam open.

Nu ik hem kenWhere stories live. Discover now