Hoofdstuk 80

3.2K 146 14
                                    

Een paar minuten later sta ik in het pashokje. Gespannen trek ik het jurkje over mijn hoofd. In die paar seconde dat ik voor de etalage stond ben ik verliefd geworden op de jurk. Het moet passen. 'En?' hoor ik Draco's stem ongeduldig. 'Help me even,' zeg ik. Hij duwt voorzichtig het gordijn weg. Ik voel zijn zachte handen over mijn rug gaan. Mijn hand brandt onder zijn aanraking. 'De rits,' zeg ik. Zijn ogen ontmoeten die van mij in de spiegel. Ik herken trots in zijn ogen. Voorzichtig trekt hij de rits dicht. Pas als de rits dicht is durf ik naar mezelf te kijken. De jurk valt perfect, alsof het voor mij gemaakt is. 'Draai je eens om,' zegt Draco zacht. Met een zwierige beweging draai ik me naar hem om. Zijn mond valt open als hij zijn ogen over mijn lichaam laat glijden. 'Wat?' vraag ik verlegen. 'Je bent prachtig,' fluistert hij. Ik voel het bloed naar mijn wangen stijgen, ook al is het mijn vriend die het tegen me zegt. Op deze manier heeft hij het nog niet eerder gezegd. Voorzichtig aai ik over de stof van de rok, het voelt zelfs perfect. 'Ik zou willen dat we met z'n tweetjes waren,' fluistert Draco in mijn oor. Vragend kijk ik hem aan, ook al snap ik waar hij op doelt. 'Dan heb ik je helemaal voor mezelf,' zegt hij. De klank in zijn zorgt voor kippenvel op mijn armen. 'Vind je het mooi?' vraag ik, compleet onnodig. 'Echt wel,' knipoogt hij. Ik bekijk mezelf nog eens in de spiegel. In tijden heb ik me niet zo mooi gevoeld. Het laat me even vergeten in wat voor tijd ik leef. 'Is dit te betalen?' Ik durf niet naar het kaartje te kijken. 'Vast wel, als je het uittrekt ga ik alvast betalen,' zegt Draco. Dankbaar kijk ik hem aan. Hij maakt de rits weer voor me open, zodat ik me weer om kan kleden.

We staan weer buiten, ik met een grote tas in mijn hand. 'Dankjewel,' zeg ik. Ik ga op mijn tenen staan om een kus op zijn wang te drukken. 'Je verdient het,' zegt hij, met een grote glimlach op zijn gezicht. 'Nu nog schoenen,' zeg ik. Als ik verder wil lopen voel ik dat hij stil blijft staan. 'Kom je?' vraag ik zonder om te kijken. 'Ellie?' Zijn stem klinkt doodsbang. Als ik me omdraai zie ik hem voorover klappen. Met zijn hand op zijn onderarm. 'Draco?' Mijn zorgeloze gevoel is in één klap weg. Ik weet niet hoe snel ik naar hem toe moet gaan. Hij kreunt zacht als ik vraag wat er mis is. Paniekerig kijk ik om me heen. De mensen lopen door en keuren ons geen blik waardig. Ik sla mijn arm om Draco's middel. 'We moeten hier weg,' zeg ik. Zijn lichaam is gespannen. Het zachte gekerm gaat langzaam over in een schreeuw. Snel duw ik mijn hand voor zijn mond. We mogen geen aandacht trekken. 'Doe stil,' sis ik. Ondertussen probeer ik hem mee te trekken, de dichtstbijzijnde zijstraat in. Hij werkt niet mee, in plaats daarvan laat hij zich op zijn knieën vallen. Het is weer dat vervloekte Duistere Teken, denk ik kwaad. Al die tijd heeft hij zijn hand er niet vanaf gehaald. Ik denk terug aan de vorige keer dat dit gebeurde. Wat deed ik toen? Draco had toen zijn toverstok op me gericht, hij wilde me iets aandoen. Dat mag hier absoluut niet gebeuren, we staan midden in de Dreuzelwereld. Het kost me gelukkig geen moeite om zijn toverstok uit zijn zak te pakken. Het lijkt of hij niets doorheeft, een zorg minder. Voorzichtig leg ik mijn handen om zijn nek. 'Luister naar me, je bent met mij,' fluister ik. Zijn ogen staan weer vol paniek. Ik probeer tevergeefs contact te maken. Als ik op kijk zie ik dat zich een groep mensen om ons heeft gevormd. Bezorgde, maar ook nieuwsgierige gezichten. Mensen die op zoek zijn naar sensatie. Kwaad kijk ik ze aan. 'Kan ik jullie helpen?' Een man met een vriendelijke stem en vriendelijke ogen kijkt me bezorgd aan. Hij is op zijn hurken naast me komen zitten. De man heeft lichtgrijs haar en een korte baard in dezelfde kleur. Zijn ogen zijn lichtblauw en stralen medelijden uit. 'Nee,' zeg ik hard. Ondanks mijn onvriendelijke toon blijft de man me strak aankijken. 'Laat ik het anders zeggen: ik ga jullie helpen.' Hij pakt Draco bij zijn arm en trekt hem omhoog. De man is natuurlijk sterker dan ik, Draco kan er weinig tegen doen.

'Aan de kant,' bromt de man tegen de omstanders. Het lijkt of ik in shock ben, want ik verdedig ons niet tegen de onbekende man. Met één hand duwt hij een deur open, met zijn andere hand houdt hij Draco stevig vast. Hij stapt het huis in, dus ik volg hem. Met een klap valt de deur achter ons dicht. Ik sta in een donkere gang. De man verdwijnt met Draco de eerste deur rechts. Uit gewoonte veeg ik mijn voeten en loop daarna de man achterna. Ik kom terecht in een donkere kamer, voor de hoge ramen hangen gordijnen. Tegen de langste muur staat een even lange boekenkast. In een hoek staat een bureau, in een andere een donkerrode bank. De man laat Draco op de bank zakken. Het verbaast me dat Draco niet heeft geprotesteerd. Hij lijkt wel erg rustig, helemaal niet zichzelf. Hij staart leeg voor zich uit. De man rommelt rustig in een lade van zijn bureau. Al die tijd sta ik in de deuropening, te erg in de war om te reageren. 'Waar heb ik dat toch gelaten?' De man mompelt in zichzelf. Ik beweeg pas weer als ik kramp voel in mijn hand. Blijkbaar had ik al die tijd mijn toverstok in de aanslag. Ik vouw mijn hand er losjes omheen. 'Ik doe je niets hoor,' zegt de man plotseling. Geschrokken kijk ik hem aan. Weet hij dat ik een wapen vasthoud? Ik verberg mijn hand achter mijn rug. Een kreun van Draco zorgt ervoor dat ik zijn kant op kijk. Hij wrijft met zijn handen over zijn gezicht.

In een paar stappen sta ik bij hem. 'Gaat het?' fluister ik. 'Hij hoort je niet,' zegt de man. Ook hij staat plotseling voor Draco, met een flacon in zijn hand. Het doet me denken aan de flesjes toverdrank die mijn moeder altijd maakte. 'Waarom niet?' vraag ik. 'Ik heb ervoor gezorgd dat hij geen pijn voelt,' legt de man uit. Verbaasd staar ik hem aan. Wie is deze man? 'Hoe?' 'Spreuk,' zegt hij simpel. Hij is dus een tovenaar. 'Doe die toverstok nu maar weg, ik ga je echt niets doen,' zegt hij met een vriendelijke lach op zijn gezicht. Iets aan de klank in zijn stem zorgt ervoor dat ik hem vertrouw. Gehoorzaam stop ik mijn toverstok in mijn zak. 'Je kan me vertrouwen,' zegt de man. Hij steekt zijn hand naar me uit. 'Alexander.' 'Ellie Smith,' zeg ik op mijn beurt. De blik in zijn ogen verandert even bij het horen van mijn naam, maar hij herstelt zich snel. 'Oké Ellie Smith, luister. Ik wil dat je in de gang gaat staan, voor je eigen bestwil,' zegt hij ernstig. 'Wat ga je doen?' vraag ik. De ernst in zijn stem maakt me bang. 'Ik wil ervoor zorgen dat je vriend er geen last meer van heeft,' zegt hij. 'Van-' begin ik. 'Wat bedoel je?' Ik kijk Alexander vragend aan. Weet hij dat het Duistere Teken Draco gek maakt? 'Ik weet er alles van. Hij is niet de eerste die ik behandel,' zegt hij. 'Het teken op zijn arm is van een verschrikkelijk duistere tovenaar. Het lijkt me duidelijk dat jullie niets met hem te maken willen hebben.' Ik schud mijn hoofd. 'Nooit meer,' fluister ik. Even doet Alexander zijn mond open, alsof hij door wil vragen. Dan schudt hij zijn hoofd. 'Daarom vraag ik je om naar de gang te gaan,' zegt hij weer. 'Ga je het weghalen?' Ik kijk geboeid naar het flesje vloeistof in zijn hand. Alexander knikt. 'Dat lijkt me logisch. Ga je nog naar de gang?' Het lijkt even alsof hij zijn geduld gaat verliezen. 'Ik wil eerst weten wat je met hem gaat doen,' zeg ik koppig. 'Dat wil ik niet aan een jong meisje vertellen.' 'Jong? Je weet niet wat ik allemaal heb meegemaakt,' val ik uit. Als mijn moeder er nog was zou ze zo boos op me zijn. Ik ben alles behalve beleefd tegen deze man, hoe vriendelijk hij ook is. 'Als ik dit spul op zijn arm smeer zal het langzaam door zijn huid heen branden. Het zorgt ervoor dat het teken volledig zal verdwijnen, ook de effecten ervan. Hij zal even pijn voelen, maar ik zal zijn arm goed behandelen. Met verband erom zal het snel moeten herstellen,' legt hij uit. Mijn blik verschuift naar Draco, die een zacht gekerm laat horen. Zijn hand op zijn arm laat zien dat het nog steeds pijn doet. Het lijkt mij dat hij ook wil dat het teken verdwijnt, dus ik maak nu de keuze voor hem. 'Oké, doe het maar,' zeg ik. Ik sta op van de bank en loop met enige tegenzin naar de gang.


Wie is Alexander? En wil Draco wel dat het teken wordt verwijderd? Ik ben benieuwd naar jullie gedachten hierover! Love, Lynn.

Nu ik hem kenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu