Hoofdstuk 63

3.4K 175 5
                                    

Ik kom weer bij in een donkere ruimte. Het is er vochtig en stinkt naar ratten, een kelder. Snel neem ik de ruimte in me op. Muren van steen, geen ramen. Aan één van de muren hangt een kaars, waardoor er wel wat licht is. De deur is een ijzeren hek, als een gevangenisdeur. Ik ben niet dood, maar gevangen besef ik me. Hoe gek het ook klinkt: ik ben opgelucht. Voldemort heeft me laten leven. Ik probeer op te staan, maar voel dan een drukkende pijn op mijn polsen. Met dikke kettingen zit ik vast aan de muur. Ik schreeuw als ik een ruk geef aan de kettingen. Er is natuurlijk geen beweging in te krijgen. Gefrustreerd beuk ik mijn hoofd tegen de muur. De hoofdpijn, die ik al had, wordt alleen maar erger. Ik durf niet terug te denken aan de pijn die de vloek me bracht. Mijn hele lichaam dreunt nog na. Steeds zie ik Draco's gezicht voor me, toen hij me op de grond zag liggen. Hij wilde het niet, maar deed het om zichzelf te beschermen. Als hij het niet had gedaan, was het toch wel gebeurt. Ik kan het hem niet kwalijk nemen, hij moet ook doodsbang geweest zijn.

Hoe lang zit ik hier al? Mijn hele besef van tijd is op zijn kop gegooid. De hele tijd heb ik een vermoeid gevoel, dus het liefste slaap ik. Op deze koude stenen vloer lukt dat niet heel goed. Dit keer laat ik mijn hoofd rustig tegen de muur aan leunen. Ik moet een manier vinden om hier weg te komen, daarvoor moet ik mijn krachten sparen. Ik heb nog nooit zo erg verlangd naar de omhelzing van Draco. Zijn armen om me warm te maken, een kus om me te troosten. Ik schreeuw wanhopig, maar er is vast niemand die me hoort.

Plotseling hoor ik geschreeuw. Eerst lijkt het mijn eigen schreeuw, maar dan luister ik beter. Ik hoor mijn naam. Vlug ga ik rechtop zitten en spits mijn oren. 'Hallo?' roep ik. 'Ellie!' De stem klinkt zwak, maar ik hoor het nu goed. 'Draco?' 'Het spijt me zo,' hoor ik. 'Ik ben oké,' roep ik. Weer geef ik een harde ruk aan mijn polsen. Ik wil naar hem toe. 'Waar ben je?' schreeuw ik. 'Gevangen. Hij was niet tevreden. Ik kon het niet' roept hij. Hij klinkt wanhopig. Nu ik weet dat hij dichtbij is wil ik hem bij me hebben. 'Je gelooft zijn verhaal niet, toch?' 'Natuurlijk niet. Je houdt van me.' De zekerheid in zijn stem laat me glimlachen, ook al is de situatie nog zo naar. Hij weet het. 'En jij van mij,' zeg ik terug. 'Stilte daar beneden,' schreeuwt een derde persoon. Vast een dooddoener. Ik zucht en knijp mijn lippen samen. Draco is door mij ook gevangen, ook al hoort hij bij Voldemort. Hij kon het niet. Hij houdt van me. Vermoeid leg ik mijn hoofd op mijn knieën. Ik moet een plan bedenken om hier weg te komen.

Ik word wakker van mijn eigen gegil. Op mijn polsen zijn diepe striemen ontstaan van de kettingen. In mijn slaap heb ik duidelijk mijn best gedaan om los te komen. 'Ellie, rustig. Ik ben vlakbij je,' hoor ik Draco's stem. Mijn lichaam is op door de vloek die hij te verwerken heeft gekregen. Ook mijn hoofd is er compleet van in de war. Ik droomde het net weer. Alles opnieuw. De lach van Voldemort, de wanhopige blik van Draco en de pijn. Vooral de pijn. Ik krimp in elkaar als ik eraan denk. Zelfs nu doet het weer pijn. Het mag me niet kapot maken. Ik moet hier weer uit komen.
De afgelopen uren heb ik veel geslapen, maar elke keer werd ik gillend wakker. De geruststellende stem van Draco zorgde ervoor dat ik weer wat rustiger werd. Ook al hoor ik de angst in zijn stem, hij doet wel erg zijn best voor mij. Dan gaat het ijzeren hek ineens open. Vanuit het donker stapt iemand naar voren. Het is Lucius Malfoy. Zijn gezichtsuitdrukking verraadt niets over de reden dat hij hier is. Ik herken Draco in hem. Zijn spitse neus, witte haren. 'Ik moet je halen,' zegt hij. 'V-voldemort?' stamel ik. Hij knikt. Weer probeer ik mezelf los te rukken uit de kettingen. 'Spaar je energie,' zegt Lucius rustig. Het verbaast me dat hij nog geen enkele hatelijke opmerking heeft gemaakt. 'Nee, help me alsjeblieft,' zeg ik, terwijl de tranen in mijn ogen springen. Ik wil niet terug naar de man die mijn moeder en misschien ook mijn vader heeft laten vermoorden.

Nu ik hem kenDove le storie prendono vita. Scoprilo ora