Hoofdstuk 52

3.6K 166 44
                                    

Mijn koffer staat ingepakt in de hal. Het voelt fout om weg te gaan zonder afscheid te nemen. Op de goede momenten was hij een lieve vader, zorgzaam, enigszins overbezorgd. Het deed me pijn om te zien hoe ongelukkig hij was na mijn moeders dood. Dat had hij helemaal niet verdiend. Maar als ik denk aan de afgelopen dagen, voel ik boosheid in me naar boven komen. Ik weet dat hij het niet meende en me geen pijn wilde doen, maar het voelde zo echt. Ik loop nog één keer naar boven, om te controleren of ik alles heb. Boven mijn bed zie ik een foto van jaren geleden, voor mijn moeder overleed. We staan er alle drie lachend op, mijn ouders en ik. Ik trek de foto voorzichtig van de muur af. Te kostbaar om te laten hangen. Dan herinner ik me de foto die ik van Madam Pomfrey heb gekregen, waar Draco en ik op staan. De foto heb ik onder mijn kussen bewaard, zodat Draco vlakbij leek. Ook die foto neem ik mee, ik stop ze voorzichtig in de binnenzak van mijn jas. Na een laatste blik op mijn kamer loop ik de trap af.

Plotseling hoor ik een geluid van beneden komen. Verschrikt blijf ik stilstaan op de trap. Ik hoor voetstappen richting de trap komen, waardoor ik me wil omdraaien om terug naar boven te gaan. Ik kies ervoor om zo stil mogelijk te blijven staan. Als een klein kind knijp ik mijn ogen dicht, alsof ik er niet ben. 'Ellie?' Ik herken zijn stem uit duizenden, maar aan de nieuwe klank kan ik niet wennen. Langzaam loop ik de trap af, met mijn ogen open natuurlijk. 'Pap, je bent vroeg thuis,' zeg ik rustig. 'Ik heb een belangrijke taak gekregen,' zegt hij. Zijn ogen zien er weer donker uit. 'Wat dan?' vraag ik. 'Eerst wil ik iets aan jou vragen,' zegt hij. 'Zal ik eerst even wat thee zetten?' Ik probeer zo normaal mogelijk te doen. 'Nee,' zegt hij hard. 'Wat doet jouw koffer daar?' Hij wijst met zijn toverstok richting de koffer. 'Die wilde ik buiten zetten, om te luchten,' zeg ik, terwijl ik naar de keuken loop. 'Je liegt tegen me,' zegt hij vermoeid. Even lijkt het alsof hij weer normaal is. Maar dan zie ik vanuit mijn ooghoek dat hij zijn toverstok op me richt. 'Waarom lieg je?' Hij schreeuwt nu bijna. Bang pak ik mijn toverstok uit mijn jaszak. 'Pap, doe rustig.' Hij begint hard te lachen. Het past niet bij zijn ongelukkige gezichtsuitdrukking. 'Wat je ook van plan bent, het gaat niet gebeuren.' In een paar tellen staat hij naast me en voel ik een beklemmende druk op me. Verschijnselen. Ik zou willen schreeuwen, maar ben te geschrokken om ook maar iets te doen.

Als we stilstaan zijn we in een donkere ruimte. Het is er koud, alsof we onder de grond zijn. Aan de muren hangen brandende kaarsen, waardoor de ruimte een onheilspellende indruk maakt. Ik voel mijn vaders hand in mijn nek, net iets te hard. 'Pap, je doet me pijn,' zeg ik. 'Dit is voor je eigen bestwil,' gromt hij. Hij leidt me naar een trap. 'Lopen,' zegt hij, waarna hij me een duw geeft. Mijn benen trillen, ik zoek houvast aan de koude muren. Waar ben ik in hemelsnaam beland? Een angstige gedachte komt bij me op. Wat als mijn vader mij, onder invloed van de vloek, bij Voldemort heeft gebracht? Ik kan mezelf wel voor mijn kop slaan. Waarom ben ik niet eerder naar Ginny gegaan? Dan was ik veilig geweest. Bovenaan de trap is een deur. 'Doe open,' zegt mijn vader. Langzaam duw ik de klink naar beneden, de deur gaat moeilijk open. We staan in een grote hal, die verlicht wordt door een grote kroonluchter. 'Daar is ze dan,' klinkt een ijzige stem. 'Meegenomen door haar vader, als dat geen echte vaderliefde is.' Door een andere deur komt een vrouw binnen. Ik herken haar, van het vorige nare moment dat ik met haar heb gedeeld. Bellatrix Lestrange. Achter me klinkt een dreun. Als ik me omdraai zie ik mijn vader op de grond liggen. 'Pap?' gil ik. 'Hij moet even bijkomen van de vloek, meisje,' zegt Bellatrix. Ze komt op me af lopen, met een sluwe grijns op haar gezicht. 'Weet je waar je bent?' Ze pakt een lok van mijn haar en draait het om haar vinger. Ik kijk om me heen. De vloeren van marmer en de muren bekleed met grote schilderijen van, zo te zien, rijke families. Het maakt me bang, vooral omdat Bellatrix veel te dichtbij staat.

Nu ik hem kenWhere stories live. Discover now