Hoofdstuk 94

2.5K 137 9
                                    

'Waar is Alexander?' vraag ik aan Draco. 'Beneden. Hij wilde dat ik naar jou toe ging,' antwoordt Draco. 'Hij is meer in gevaar dan ik,' zeg ik. Draco knikt. 'Ik weet ook niet waarom hij dat wilde, maar dat was het eerste wat hij zei toen ik vertelde dat er dooddoeners in de straat waren.' 'Als hij dan maar niets geks gaat doen,' zeg ik. Op het moment dat ik het zeg besef ik me dat Alexander iets kàn doen. Wat als hij wil terugvechten? Hij kan het niet alleen aan, hebben we gisteravond al gezien. 'We gaan naar hem toe,' zeg ik. Draco kijkt me even vragend aan, maar kan de ernst in mijn ogen zien.

'Draai je even om,' zeg ik. Ik heb mijn kleding uit de kast gepakt. Draco gehoorzaamt onmiddellijk en staat met zijn neus naar de deur. Haastig trek ik de kleding aan. 'Oké, klaar,' zeg ik. Als ik langs Draco wil lopen pakt hij mijn arm vast. 'Eerst een kus,' zegt hij zacht. Glimlachend druk ik mijn lippen op die van hem. Een minuut later stappen we de gang op. Mijn hart klopt in mijn keel, bang voor wat ik aan kan treffen.

De trap zit in het midden van het huis, wat ervoor zorgt dat we ongestoord naar beneden kunnen lopen. De studeerkamer grenst aan de straat, evenals de keuken. 'Waar heb je Alexander achtergelaten?' vraag ik, terwijl we de trap aflopen. 'Keuken,' zegt Draco kort. De deur naar de keuken is dicht. Op mijn hurken ga ik voor de deur zitten. 'We moeten laag blijven, voor als ze naar binnen kijken,' zeg ik. Draco knikt en hurkt naast me neer. Langzaam duw ik de deur open en steek mijn hoofd om de hoek. De keuken ligt er verlaten bij. Het lijkt alsof iemand al zijn spullen heeft laten liggen en is gevlucht. Op het aanrecht staan twee pannen. Uit één daarvan komt stoom, wat betekent dat het net nog op het fornuis stond. Er staan twee borden op tafel. 'Waren jullie al eten aan het koken?' sis ik tegen Draco. 'Ja, dan konden we gelijk eten als ik terug was van jou wegbrengen,' zegt Draco. Even glimlach ik om het feit dat ze samen eten maakten en dat ook met z'n tweeën zouden nuttigen.

'Hij is hier niet,' zeg ik dan weer serieus. Draco draait zich om en loopt naar de deur van de studeerkamer. 'Dan is hij hier misschien,' zegt hij. Voorzichtig duwt hij de deur open, ik zie dat hij zijn toverstok in zijn hand heeft. Ik stap achter hem aan de studeerkamer in. De gordijnen zitten dicht, waardoor we niet hoeven te bukken. 'Het is leeg,' zegt Draco. 'Leeg?' herhaal ik. Hij stapt opzij zodat ik de kamer rond kan kijken. Het ligt er precies zo bij als altijd. Alles ligt keurig op zijn plek. 'Is hij dan-' Mijn stem stokt als ik me realiseer dat hij buiten kan zijn. Weg van ons, om tegen de dooddoeners te vechten. 'Zou hij naar buiten zijn gegaan?' vraag ik onzeker. 'Waarom zou hij dat doen?' Draco kijkt me vragend aan. 'Omdat hij op ons op die manier niet in gevaar brengt, als hij ervoor zorgt dat de dooddoeners hem meenemen,' zeg ik. 'Dat doet hij toch niet. De dooddoeners weten niet eens dat hij hier woont,' zegt Draco. 'Waarom zijn er dan al voor de tweede keer in 24 uur dooddoeners in de straat?' vraag ik. Ik voel dat ik kwaad word, waarom is Draco zo naïef? 'Hij brengt zichzelf niet in gevaar. Zo is hij niet,' zegt Draco rustig. 'Dat weet jij natuurlijk. Van wie was hij ook alweer een oom?' val ik uit. Het slaat nergens op, dat besef ik me al te goed. Maar ruzies slaan vaak nergens op. Draco grijnst. 'We kennen hem allebei even lang.' 'Ik weet het,' zeg ik zacht, terwijl ik mijn ogen neersla. 'Hij is misschien wel het enige familielid dat ik nog heb.' Draco legt een hand in mijn nek. Zacht en liefdevol, zoals alleen hij dat kan. 'Hij kan echt niet zomaar weg zijn. We hebben nog niet in de woonkamer gekeken,' zegt hij. Hij gaat verder niet in op mijn stomme uitbarsting. Voorzichtig glimlach ik naar hem. Hij knipoogt, als teken dat het wel goed zit. Nog een reden dat ik van hem hou. Ik kan er zeker van zijn dat hij nog van mij houdt, ook nadat ik stom tegen hem heb gedaan. Met zijn hand nog in mijn nek lopen we naar de woonkamer.

In een fauteuil, die zeker weten Alexanders lievelingsstoel is, zit hij.

Nu ik hem kenWhere stories live. Discover now