Hoofdstuk 59

3.6K 167 3
                                    

Het bed is zacht en geeft me een veilig gevoel. Ook al weet ik dat Voldemort vlakbij is. Zijn schelle lach klinkt nog na in mijn hoofd. Ik voel gelijk zoveel haat voor hem. Hoe hij mijn vader behandelde, alsof hij niets was. Er gaat een steek door mijn hart als ik in mijn hoofd het geschreeuw van mijn vader weer hoor. Hij moet al jaren bang zijn geweest. Misschien zag hij er daarom zo ongelukkig uit. Mijn moeders dood, door hem zelf veroorzaakt en onder invloed van Voldemort. Ik kan niet bevatten dat het echt zo is gegaan. Al die tijd heb ik niets door gehad. Nu Voldemort weer sterker wordt komt alles aan het licht. Het doet me zoveel pijn. Ik merk al niet meer dat er tranen over mijn wangen lopen, dat hoort er nu gewoon bij. Er moet een wonder gebeuren wil ik ooit weer vrolijk kunnen zijn, denk ik. Ik probeer te slapen, om even nergens meer aan te denken.

'Ellie, er is een brief voor je!' Mijn moeders stem klinkt helder. Zo snel als ik kan ren ik de trap af. In de hal staat mijn moeder met een envelop in haar hand. Ze houdt het glimlachend omhoog, haar groene ogen glimmen van trots. Nieuwsgierig pak ik de envelop van haar aan. Op de voorkant staat mijn naam in sierlijke letters. Elisabeth Smith. Ik heb er een hekel aan als ik Elisabeth wordt genoemd. Dat doet eigenlijk mijn moeder alleen als ze boos op me is. Onder mijn naam staat in dezelfde sierlijke letters ons adres. Als ik de brief omdraai zie ik dat de brief verzegeld is met een rode stempel. Ik herken het logo van een schilderij op mijn ouders kamer. Hogwarts School of Witchcraft and Wizardry. Voorzichtig scheur ik de brief open en begin hardop te lezen.

Geachte miss Smith,
Het doet me genoegen u te kunnen meededelen dat u in aanmerking komt voor een plaats aan Hogwarts School of Witchcraft and Wizardry. Bijgaand treft u een lijst aan van schoolboeken en andere benodigdheden.
Het schooljaar begint op 1 september. Gelieve vóór 31 juli per uil te reageren.
Hoogachtend,
Minerva McGonagall
Assisstent-schoolhoofd

Mijn moeder klapt vrolijk in haar handen. 'Ik wist wel dat je de brief zou krijgen!' Ze geeft een kus op mijn haren. 'Ik ben trots op je, Ellie,' zegt ze. Blij maak ik een dansje door de hal. 'Ik mag naar Hogwarts!' roep ik. 'Dat moeten we vanavond vieren,' zegt mijn moeder enthousiast. 'Wanneer gaan we alle boeken en spullen kopen?' vraag ik gelijk. 'We zullen morgen eens kijken wat we allemaal nodig hebben,' zegt ze.

Langzaam vervagen de stemmen en beelden, ik schiet overeind. Verward kijk ik de kamer rond. Ik voel het zweet op mijn voorhoofd staan. De werkelijkheid komt hard aan. Ik ben in het huis van de Malfoys, de schuilplaats van Voldemort. Voldemort heeft mijn vader laten martelen door Lucius Malfoy. En Lucius Malfoy is de vader van mijn vriend. Dat van net was maar een droom. Een herinnering aan een gelukkig moment met mijn moeder. Zuchtend laat ik mezelf achterover vallen. Het leven is te ingewikkeld op het moment.

Na de zoveelste huilbui stap ik uit bed. Ook al heb ik net geslapen, ben ik nu alweer doodop. Toch begin ik rondjes door de kamer te lopen. Het doodt de tijd een beetje. Ik heb een paar seconden aan de deur, van de kamer naar de gang, gerommeld. Maar het was tevergeefs. Narcissa heeft de deur van de kamer op slot gedaan toen ze weg ging. Ik besluit de kasten te onderzoeken, die tegen de muren van de kamer staan. Kleren, sjaals, handschoenen, mutsen. Het lijkt wel de opslag van de familie Malfoy. Eén van de kastdeuren leidt naar een badkamer. Ik weet niet hoe snel ik een frisse douche moet nemen. In een andere kast heb ik een donkergroen t-shirt met een gele D erop gevonden. Van Draco? Ik trek het schone shirt aan. Zo voel ik me al iets frisser.

Na de douche ben ik weer op het bed gaan liggen. Ik voel me zo nutteloos. Er is niets wat ik kan doen, niets wat ik wil doen. De emoties maken me moe en verward. Een paar seconde dacht ik dat de pijn minder werd, maar toen realiseerde ik me weer hoeveel er is gebeurt. Plotseling hoor ik geluiden vanuit de gang komen. Behoedzaam sta ik op en leg mijn oor tegen de deur.

Nu ik hem kenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu