Hoofdstuk 28

4.5K 176 4
                                    


De dag van de wedstrijd tegen Hufflepuff is aangebroken. Zoals gewoonlijk zijn de afdelingen dan vrolijk gekleed in hun eigen kleuren. Ik heb een Quidditch shirt van Ginny geleend. Vol spanning tuur ik het veld over. Harry en zijn team komen het veld op, het gejuich barst los. Hermoine zit naast me, haar gezicht staat gespannen. Sinds Ron op de ziekenzaal ligt is ze niet helemaal zichzelf. Ook nu kan ze niet vrolijk mee juichen. Harry geeft de aanvoerder van Hufflepuff een hand en iedereen vliegt naar zijn positie. Na het startsein van madam Hooch gaat de wedstrijd van start. Door de luidsprekers klinkt de dromerige stem van Luna Lovegood, Ravenclaw. Ondertussen speur ik de tribunes af, op zoek naar Draco. Ik zie Crabbe en Goyle wel zitten, maar hij is nergens te bekennen. Zuchtend geef ik het op en probeer me weer op de wedstrijd te richten. Gryffindor speelt slecht. Ik zie Harry geïrriteerd van Luna naar Cormac kijken. Hij concentreert zich niet echt op het spel. Als Cormac een bal doorlaat begint Harry zichtbaar op hem te schelden. 'En nu heeft Harry ruzie met zijn eigen wachter,' zegt Luna rustig. De mensen van Hufflepuff en Slytherin juichen, aan onze kant is het angstvallig stil. Na een tijdje hebben Ginny en Demelza allebei gescoord. Helaas scoort Hufflepuff snel daarna weer. De stand is gelijk. Er gaat een zucht over onze tribune heen. We voelen de bui al hangen. 'Wat doet Cormac nu?' Ik stoot Hermoine aan en wijs. Cormac heeft een knuppel van een beuker afgepakt en demonstreert hoe je moet slaan. 'Geef die knuppel terug en maak dat je bij je doelringen komt,' schreeuwt Harry. Het commentaar van Luna heeft ervoor gezorgd dat hij het ook ziet en erop af gaat. Ik pak Hermoines hand vast. 'Wat gaat hij doen?' fluistert Hermoine. Cormac heft de knuppel op en wil nog eens slaan. Harry komt tot stilstand voor hem, precies op het moment dat Cormac met de knuppel zwaait. 'Harry!' gilt Hermoine. Hij valt van zijn bezem, naar de grond. Iedereen springt op om te kijken wat er gebeurt. Hij komt met een smak op de grond neer. 'Nee!' gil ik. Hermoine pakt mijn hand en trekt me de tribune over.

'Aan de kant!' gilt ze tegen iedereen die in de weg staat. Hijgend komen we beneden aan, maar we worden er niet door gelaten. 'Ik ben vrienden met hem, laat me er door,' gilt Hermoine. Ze begint op iemand die ons tegenhoudt in te slaap. Ik trek haar weg. 'Hermoine, rustig.' 'Niet Harry ook nog,' snikt ze, tegen mijn schouder. 'Het komt wel goed,' zeg ik rustig. Harry wordt weggedragen, naar de ziekenzaal. 'Madam Pomfrey kan iedereen beter maken,' sus ik Hermoine. We lopen de school weer binnen. Die wedstrijd komt vast niet meer goed. Het spijt me voor Ginny, maar Hermoine heeft me nu nodig.

'Hoe is het met Harry?' Ginny komt de leerlingenkamer ingestormd, haar Quidditch kleding nog aan. 'Hij heeft een schedelbreuk,' zegt Hermoine. Ze is gelukkig wat gekalmeerd. 'Wat?' Ginny kijkt ons met grote ogen aan. 'Die rot Cormac!' sist ze. 'Hoe ging de wedstrijd?' vraag ik nuchter. 'Verloren. Driehonderdtwintig tegen zestig,' zucht Ginny. 'Ik ga naar Harry,' zegt ze daarna gelijk en weg is ze. 'Ik ga ook nog even kijken,' zegt Hermoine. Ik knik. 'Ik blijf wel hier.'

Maar ik blijf niet in de leerlingenkamer. Als Draco niet bij de wedstrijd was, moet hij ergens in school zijn. Langzaam loop ik over de gangen. De meeste mensen zijn nog bij het Quidditch veld. Ginny was echt gelijk weg gegaan toen de wedstrijd was afgelopen.

'Miss Smith.' De vriendelijke stem van Dumbledore galmt door de lege gang. 'Hallo professor,' zeg ik. Hij kijkt me vriendelijk aan. 'Een bijzondere wedstrijd,' zegt hij kalm. 'Harry is er slecht aan toe.' 'Gelukkig is hij bij madam Pomfrey in goede handen,' zegt Dumbledore. Ik knik. Dan bedenk ik me dat hij misschien meer weet van mijn moeder. De afgelopen weken heb ik hem weinig gezien, dus heb niet de kans gehad om hem hierover te spreken. 'Euhm, professor?' Ik kijk hem vragend aan. Hij knikt naar me. 'Ik heb wat vragen over mijn moeder,' zeg ik voorzichtig. 'Zullen we dat in mijn kamer bespreken?' 

Nu ik hem kenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu