Hoofdstuk 65

3.3K 163 11
                                    

Mijn hart slaat even over als ik Draco zie. Zijn gezicht is bleek en rondom zijn ogen zijn donkere kringen ontstaan. Hij heeft het duidelijk moeilijk gehad. Zijn ogen ontmoeten die van mij. Ik zie dezelfde stress en angst als in het afgelopen schooljaar. Ik wil hem knuffelen. Even vasthouden, al is het maar voor een paar seconden. Voldemort richt zich tot Draco. 'Zo, omdat je zelf je zogenaamde vriendinnetje geen pijn kon doen, mag je kijken hoe wij dat doen.' 'Nee!' roept Draco schor. Ik schiet een waarschuwende blik naar hem. Hij weet niet dat ze mij nog niet willen doden. Voldemort begint te lachen, het teken voor de rest van de dooddoeners. 'Ze houdt toch niet echt van je, wat maakt het uit,' zegt hij. 'Ik houd wel van hem,' zeg ik zacht. 'Het meisje zei wat,' gilt Bellatrix, als Voldemort door wil praten. 'Kan ze praten dan?' lacht hij. 'Wat zei je?' Voldemort staat nu weer vlak voor me. Ik probeer zijn enge ogen te ontwijken. Lucius Malfoy staat achter hem en kijkt me streng aan, alsof hij me iets wil zeggen. Dan schudt hij bijna onzichtbaar zijn hoofd. Ik klem mijn lippen op elkaar, niet van plan iets te zeggen. 'Ze zei niets,' zegt Lucius dan. Het is doodstil in de kamer. 'Oké,' zegt Voldemort na een tijdje. Het valt me mee dat hij zo rustig reageert. 'Bellatrix?' zegt hij. Bellatrix grijnst en richt haar toverstok op mij.

'Wacht!' zeg ik. Iedereen in de kamer kijkt me verbaasd aan. 'Ik wil Draco spreken,' zeg ik. Voldemort kijkt me beledigd aan. 'Als gevangene heb je niets te willen,' zegt hij. 'Ik wil hem even zeggen hoe stom hij is geweest,' verzin ik. Ik heb geen idee wat ik van plan ben, maar ik moet Draco even bij me hebben. De pijn van binnen wordt alleen maar erger, hoe langer ik hem niet vast kan houden. Bellatrix zwaait ongeduldig met haar toverstok. 'Dat bevalt me wel,' lacht Voldemort. Lucius Malfoy duwt me richting Draco, Voldemort houdt ons niet tegen. 'Jullie kunnen gaan,' zegt Voldemort tegen de dooddoeners in de kamer. Bellatrix en Lucius blijven, net als de dooddoener die Draco vasthoudt. 'Wat heb je hem te zeggen?' Langzaam loop ik naar Draco, tot ik vlak voor hem sta. ' Het verbaast me dat je niet door had dat alles gepland was,' zeg ik lachend. Draco kijkt me even vragend aan. 'Ellie, ik-,' begint hij. Ik probeer met mijn ogen door te seinen hoeveel ik van hem houd. Elk moment kan de laatste samen zijn. 'Ik geloof het niet. Het voelde zo echt,' zegt hij zacht, maar hard genoeg dat iedereen in de ruimte het kan horen. 'O ja? Voelt dit echt?' Voor ik het door heb druk ik mijn lippen op die van hem. Wat heb ik dat gemist. Zijn vertrouwde geur, zijn lichaam zo dichtbij. Mijn hart klopt in mijn keel. Ik besef me heel goed hoe gevaarlijk ik bezig ben. 'Genoeg!' gilt Bellatrix dan. Met tegenzin maak ik me van hem los. 'Alles was gelogen,' zeg ik, maar ik voel hoe mijn hart even opleeft na onze kus. 'Het mooie is dat je hem daar nog meer pijn mee doet. Hij houdt nog steeds van je en je bent zo hard voor hem. Ik mag je wel,' lacht Voldemort. Verbaasd kijk ik naar hem. Kwamen die woorden echt uit zijn mond? 'Misschien ben je slimmer dan je moeder. Ze was altijd veel te lief voor iedereen,' zegt Voldemort. Lucius gromt zacht. 'Betekent dit dat ik haar niet meer mag vervloeken?' vraagt Bellatrix teleurgesteld. 'Ga je gang, dat kan me dan weer weinig schelen,' zegt Voldemort nonchalant. Bellatrix kijkt gelijk een stuk vrolijker. 'Breng ze daarna maar weer weg.' Voldemort verdwijnt.

Bellatrix staat recht tegenover me en heft haar toverstok op. Ik bereid me voor op de pijn, die kan komen. Maar als de pijn me treft besef ik me dat ik hier niet op voorbereid was. Gillend val ik op de grond. Mijn lichaam staat in brand. Ik zie dat Draco zich los probeert te rukken van de dooddoener die hem vasthoudt. De pijn is ondragelijk. Ik wring mezelf in alle mogelijke bochten, maar ik ontkom er niet aan. Dan wordt alles zwart.

Nu ik hem kenWhere stories live. Discover now