Hoofdstuk 37

4K 198 7
                                    

Draco kijkt me bedenkelijk aan. 'Heb je haar verteld over de keer dat je me met Snape hoorde praten?' Ik schud mijn hoofd. Ik zie Draco opgelucht ademhalen. 'Wel dat ik helemaal niet wist wat ik met je aan moest,' zeg ik. Hij lacht ontspannen. 'Dus toen koos je ervoor om bij me te blijven?' 'Ik zag dat je me nodig had,' zeg ik. 'Hebt,' verbetert hij me. 'Ik heb je nog steeds nodig.' Zelfverzekerd pakt hij mijn hand vast. 'En, ik hou van je, Ellie Smith,' zegt hij. Ik glimlach. Zijn prachtige grijze ogen glanzen en even ziet hij er onbezorgd uit. Ik voel me verliefder dan ooit, ook al ligt hij in de ziekenzaal. Hij leunt naar voren om me een kus te geven. 'Ahum.' Een onbekende stem onderbreekt ons moment. Draco's gezicht verstart als hij naar de persoon achter me kijkt. Ik durf me niet om te draaien. Zat ik nu maar in het zesde jaar, zij leren hoe je moet Verschijnselen. Ik hoor de voetstappen van de persoon dichterbij komen. Het lijkt uren te duren voor ze bij het bed van Draco aankomen. Voorzichtig draai ik mijn hoofd om naar de persoon.

Ik zie een vrouw met lang blond haar, dat op sommige plekken grijs is. De blonde kleur doet me aan Draco's haar denken. Ze heeft blauwe ogen, waar enige onrust in te bespeuren is. Toch klinkt haar stem vriendelijk en beheerst. 'Wie ben jij?' Ik kijk van Draco naar haar, even niet wetend wat ik moet zeggen. 'Mam, dit is Ellie, mijn vriendin' zegt hij simpel. De vrouw, Draco's moeder dus, steekt haar hand uit over het bed. Ik schud haar hand. 'Ik ben Narcissa Malfoy, Draco's moeder,' zegt ze. Dan richt ze zich op Draco. 'Waarom heb je me niet verteld dat je een vriendin hebt?' Ze strijkt hem even door zijn haren. Hij duwt haar hand weg. 'Eigenlijk ben je een van de eerste die het weet,' zegt hij. Hij vertelt er niet bij dat we al maanden samen zijn. 'Nee toch? Enig!' zegt ze enthousiast. 'Mijn Draco heeft een vriendin.' Ze zoent zijn wangen. Ik grinnik stiekem om het zure gezicht dat Draco erbij trekt. Als ze hem weer loslaat staat haar gezicht ernstig. Net als bij Draco zie ik stress in haar ogen. Ze lijkt zich zorgen te maken. 'Draco mag vanavond alweer van de ziekenzaal af,' zeg ik. Misschien helpt dat, om haar gerust te stellen. 'Ik hoorde het van Madam Pomfrey,' zegt ze. Nog steeds onrust op haar gezicht. Het valt stil. Ik heb geen idee wat ik tegen de moeder van Draco moet zeggen. Ze ziet er vriendelijk uit, maar iets aan haar laat merken dat ze zich zorgen maakt. 'Ik ga naar de Grote Zaal,' zeg ik dan tegen Draco. Hij knikt. 'Ik zie je snel weer,' vervolg ik. Als ik me om wil draaien voel ik zijn hand op die van mij. 'Vergeet je niet iets?' Ik kijk hem verbaasd aan. Een kus, met zijn moeder erbij? Ik zie haar wat heen en weer schuifelen en dan loopt ze naar een raam. Draco grinnikt zachtjes en trekt me naar hem toe. 'We moesten nog iets afmaken,' fluistert hij. Een beetje opgelaten geef ik hem een kus. Met een schuin oog kijk ik naar de rug van zijn moeder. Draco pakt voorzichtig mijn kin vast. 'Maak je niet druk,' zegt hij, voor hij me weer een kus geeft. Ik zeg zijn moeder gedag en loop de ziekenzaal uit, op weg naar het avondeten in de Grote Zaal.

'Hoe was het?' fluistert Ginny, als ik naast haar ga zitten. 'Hij mag vanavond weer weg,' zeg ik blij. Mijn gezicht vertrekt als Harry, Ron en Hermoine tegenover ons komen zitten. Harry. Hij heeft ervoor gezorgd dat Draco in levensgevaar verkeerde. Sinds het gebeurt is heb ik hem niet meer gezien. Nu hij tegenover me zit merk ik hoe boos ik eigenlijk ben. Ik knijp mijn bestek steviger vast. Ginny duwt zacht tegen mijn arm. 'Straks buig je de vork nog,' fluistert ze. 'Het irriteert me dat ik niet boos kan worden op Harry,' zeg ik zacht. 'Dan zal ik wel extra boos doen. Hij heeft er immers ook voor gezorgd dat hij geen wedstrijd kan spelen zaterdag. Dus hij mag weten dat ik ook boos ben,' zegt Ginny. Vervolgens begint ze tegen Ron en Hermoine te praten, alsof Harry er niet is. Ik zie dat het hem pijn doet dat Ginny boos is. Maar voor nu heb ik geen medelijden met hem. Hij heeft mijn vriend pijn gedaan. Hij beschuldigt mijn vriend van duistere praktijken. Ik ben klaar met zijn theorieën.

Nu ik hem kenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu