Hoofdstuk 43

3.8K 179 23
                                    

Voor het eerst sinds een paar dagen zit ik op tijd in de Grote Zaal aan het ontbijt. Niet dat ik wil eten. Als ik om me heen kijk zie ik dat bij veel leerlingen het eten onaangeroerd staat. Er heerst een sombere sfeer, ondanks de mooie galagewaden die iedereen voor de gelegenheid heeft aangetrokken. De begrafenis. De stoel waar Dumbledore altijd zat is leeg. Professor McGonagall is nu het schoolhoofd, maar is uit respect ergens anders gaan zitten. Onbewust kijk ik naar de tafel van Slytherin. Ik voel een steek in mijn hart als het gemis me weer raakt. Crabbe en Goyle zitten er verloren bij. Draco mist. Zuchtend prik ik in het eten op mijn bord. Het kan geen kwaad om naar huis te gaan, dan zijn er minder momenten dat ik aan hem hoef te denken.

'Het is bijna tijd. Volg jullie Afdelingshoofd naar buiten. Gryffindors, volg mij.' De stem van McGonagall galmt door de zaal. Iedereen staat in stilte op en loopt naar buiten. We lopen richting het meer, aan de rechterkant van de boom. Automatisch worden mijn ogen daarheen getrokken. Weer iets wat me aan Draco herinnert. Met tranen in mijn ogen wend ik mijn blik af. Ginny knijpt bemoedigend in mijn hand, voor ze haar arm door die van Harry haakt. Bij het meer staan honderden stoelen en vooraan een marmeren tafel. Mijn vader zit tussen de menigte mensen die de helft van de stoelen bezet houdt. Zijn puntige schouders en dunne grijze haren zijn duidelijk te onderscheiden. Ik ga naast Ginny op een stoel zitten en staar gedachteloos vooruit. Hagrid komt aangelopen met in zijn armen het lichaam van Dumbledore, gewikkeld in een prachtige doek. Ons schoolhoofd. Hij werd op de marmeren tafel neergelegd. Weer vullen tranen mijn ogen en dit keer laat ik het gaan. Een kleine man in een zwart gewaad kwam naar voren. Hij houdt een praatje over het leven van Dumbledore. Ik kan mijn aandacht er niet bij houden. Huilend kijk ik naar mijn handen, die in mijn schoot liggen. Als Draco er nu was had hij mijn handen gepakt. Dan had hij me getroost, zoals hij me troostte toen ik over mijn moeder had gehoord. Het had me niet uitgemaakt dat iedereen dan zag dat we bij elkaar waren. Ik heb hem nodig. Nee, ik mag niet meer aan hem denken. Hij is een dooddoener, de verkeerde kant. Die woorden blijf ik herhalen in mijn hoofd.

Mensen gillen, vanaf de tafel waar Dumbledore ligt laaien vlammen op. Nadat de witte rookwolken weg zijn getrokken is de tafel en het lichaam weg. Er staat nu een witte tombe, waar Dumbledore nu in ligt. Het is voorbij. Om ons heen staan de mensen op. Harry en Ginny zijn zacht met elkaar in gesprek. Ron troost Hermoine. Ik sta op en laat alles achter me. De verdrietige menigte, het meer, de boom. Ik vlucht de school in, op weg naar mijn kamer.

'Ellie!' De stem van Madam Pomfrey klinkt achter me. Ik loop naar haar toe, haar ogen zijn rood van het huilen. 'Het moet voor jou een lastige situatie zijn,' begint ze. Ik knik. 'Ik ga er vanuit dat je op geen enkele manier betrokken ben geweest bij het plan van Draco. Dat kan ik aan alles zien. Het spijt me voor je dat je erachter moest komen wie Draco Malfoy werkelijk is. Ik wil je iets geven, misschien heb je er iets aan,' zegt ze dan. Nieuwsgierig kijk ik haar aan. Uit haar tasje haalt ze een flesje. 'Een toverdrankje voor als alles je teveel wordt. Eén druppel is genoeg om rustig te worden en je gedachten op orde te krijgen. Ik weet dat je het nodig zult hebben,' zegt ze, terwijl ze het flesje in mijn opengevouwen hand legt. Niet heel bemoedigend, maar ik kijk haar dankbaar aan. 'Ik heb nog iets.' Haar hand gaat weer in het tasje. 'Dit is van de avond dat Draco gewond binnen werd gebracht en jij hem opzocht.' Ze legt een foto in mijn handen. Op de foto zie ik het bed waar Draco lag. Zijn gezicht wit en ogen gesloten. Naast hem zit iemand op een krukje, dat ben ik. Mijn hoofd op onze in elkaar gevouwen handen. 'Kijk,' wijst Madam Pomfrey. Op het gezicht van Draco verschijnt een glimlach. Een magische foto, ik was even vergeten dat die kunnen veranderen. 'Draco heeft gemerkt dat jij het was, Ellie. Hij hield echt van je,' fluistert Madam Pomfrey. Met tranen in mijn ogen staar ik naar de foto.

Nu ik hem kenWhere stories live. Discover now