Hoofdstuk 54

3.4K 166 18
                                    

Er stappen twee mensen de hal in. Ik herken ze allebei. De man heeft lang witblond haar, een bleek gezicht en een zwart pak aan. De vrouw heb ik eerder ontmoet. Ze heeft lang blond haar, dat al een beetje grijs wordt. Draco's ouders. Van schrik doe ik een stap naar achter. Mijn vader pakt voorzichtig mijn arm vast. 'Malfoy,' fluistert hij. Ik kan de haat in zijn stem horen. Lucius Malfoy is degene die mijn moeder ongelukkig heeft gemaakt, waar ze jaren boos om was. 'Kijk eens wie we daar hebben,' zegt Lucius. Zijn stem is precies zoals ik me had voorgesteld. Koud. Langzaam laat ik mijn toverstok zakken, het heeft nu geen zin meer. 'Ellie Smith, de dochter van Suze Johnson,' zegt hij. Bij de naam van mijn moeder voel ik mijn vader verstarren. Lucius moet nu goed oppassen wat hij zegt. 'Wie had gedacht dat mijn zoon dezelfde fout als ik zou maken?' lacht hij. 'Wat bedoeld hij?' fluistert mijn vader. Ik schud langzaam mijn hoofd. Draco maakte niet dezelfde fout. Hij heeft wel een goed hart, in tegenstelling tot zijn vader. 'Weet je pappie het nog niet?' vraagt Lucius spottend. 'Ik wil dat je normaal doet tegen mijn dochter, want je hebt ons gezin al genoeg ellende bezorgd.' Mijn vader zet een stap naar voren, zodat hij beschermend voor me staat. Wat enigszins ironisch is. Hij ziet er zo zwak uit, met één duwtje is hij om. 'En wat wilde jij doen? Je kan je dochter niet meer beschermen, daar is het te laat voor.' Lucius bukt om de toverstok van Bellatrix op te pakken. 'Ze heeft zelf verkeerde beslissingen gemaakt,' zegt hij. 'Lucius, aan liefde kan je niets veranderen,' zegt Narcissa zachtjes, maar hard genoeg dat ik het kan horen. 'Liefde? Laat me niet lachen. Ze is 15,' zegt Lucius. Ondertussen houdt Bellatrix triomfantelijk haar toverstok omhoog. 'Draco weet heel goed waar hij aan begint,' zegt Narcissa kalm. Narcissa heeft ons samen gezien in de ziekenzaal. Ik denk dat ze toen heeft gemerkt hoeveel we van elkaar houden. 'Draco wordt gelukkig van haar,' zegt ze. 'Maar iemand anders niet. Hij is een stuk belangrijker dan Draco,' zegt Lucius. We weten allemaal wie hij bedoeld. 'Niet belangrijker dan je bloedeigen zoon,' roept Narcissa verontwaardigd. 'Zeg dat niet, Narcissa,' sist Lucius. Ik hoor angst in zijn stem. Tegelijk moet ik stiekem lachen. Het is toch eigenlijk hilarisch dat ze op dit moment ruzie staan te maken over Draco. Op de één of andere manier ben ik niet bang voor Lucius Malfoy en zijn vrouw. Zij zal me toch wel beschermen, omdat ze weet hoeveel ik voor haar zoon beteken. Het is te merken dat zij ook ontzettend veel van hem houdt. Lucius vast ook, op zijn eigen manier.

'Ellie, wat heb jij met de zoon van de Malfoys te maken?' vraagt mijn vader zacht. Het gekibbel aan de andere kant van de hal gaat gewoon door. 'Hij is- ik ben verliefd op hem,' stamel ik. Mijn wangen voelen warm en zijn ongetwijfeld rood gekleurd. 'Op een Malfoy?' sist mijn vader. Weer kan ik de haat horen. 'Hij is niet zoals Lucius Malfoy, echt niet!' zeg ik fel. Plotseling is het stil in de hal. 'Want jij weet heel goed hoe ik ben, natuurlijk?' klinkt de ijzige stem van Lucius. Bellatrix begint weer hard te lachen en Narcissa kijkt me angstig aan. 'Jij hebt mijn moeder ongelukkig gemaakt. Ze was er jaren kapot van,' roep ik boos. Lucius begint te lachen. 'Daar koos ze zelf voor. Ik ben gelukkig niet degene die haar vermoord heeft. Als je toch eens wist wie dat heeft gedaan, Ellie.' Hij weet het? Dus het moet iemand zijn die bij Voldemort hoort. Maar waarom zouden ze mijn moeder weg willen hebben? Dan besef ik me dat ik met mijn vader niet meer heb gesproken over het feit dat mijn moeder vermoord is. 'Pap?' Ik draai me naar hem toe. 'Ik wist dat ze vermoord is, mama maakte geen foutjes in haar werk. Degene die het heeft gedaan moet zelf dood, vooral omdat diegene bij Voldemort hoort,' zeg ik zacht. 'Je vader weet wel door wie ze vermoord is,' gilt Bellatrix. Ik kan haar stem niet meer aanhoren. 'Bemoei je er niet mee,' zeg ik kwaad. Dan dringt tot me door wat ze zei. 'Weet jij het, pap?' vraag ik voorzichtig. Hij knikt.

Nu ik hem kenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu